Heeft u dat ook wel eens gehad? Een ontworteld en dolend gevoel? Een beetje waande ik me donderdag 8 december 2016 in een kafkaëske setting. Niet dat ik dacht dat ik net als in ‘Das process’ uiteindelijk naar een steengroeve gebracht en geëxecuteerd zou worden, maar verder waren er een hoop overeenkomsten.  Op zoek naar ‘maatschappelijk verantwoord inkopen’ kwam ik terecht in de wereld die ‘inkoop’ heet.

Zeker als accountant ben ik lid of onderdeel van een subcultuur. Met eigen regels, eigen taal, soms zelfs eigen humor. Gelukkig ben ik onderdeel van meerdere subculturen: Christelijk Gereformeerden, HZVV-ers, CDA-politici, Hoogeveners, Ondernemers en zo nog wat. Dus daar kan ik snel aan wennen. Maar op deze vrije dag (had bij Afier de opdracht gekregen om eens vrij te nemen) ging ik naar Den Haag. Naar het MVI-congres. Reeds 1,5 jaar ben ik gemotiveerd om ‘sociaal ondernemen’ op een goede manier op de Hoogeveense kaart te zetten. Nu zag ik in ‘maatschappelijk verantwoord inkopen’ het anker voor mijn ‘sociaal Hoogeveen’ plan. Het plan werd de afgelopen maanden op de golven heen en weer geslingerd. En door een goed anker zou het op de plaats komen. Zo dacht ik rond 6.00 uur toen ik naar het Station liep. Het was donker, herfstachtig guur en vochtig. Met een dikke rugzak vol stukken voor de 2.30 uur heen en 2.30 uur terug sloot ik de huisdeur achter me. Voor de verwoede treinreiziger, die ik altijd ben geweest een traktatie: een (eerste klas) kaartje naar het Capitool van Nederland. Op reis door oude en nieuwe landschappen. Langs hoofdsteden en luchthavens. Lezend en mijmerend over wat te doen of wat gedaan. Een dagje uit de sleur.

Het Kafkaeske bleek bij aankomst in Den Haag twee gezichten te hebben. ‘Das Gebaüde’ en ‘Den Inkaufer’. Om een beetje bij Kafka in de buurt te komen in het Duits. Wie was ook al weer Franz Kafka?

Franz Kafka

Was een ‘ambtenaar’ die in de avonden die beroemde boeken schreef.  Boeken die tegen zijn laatste wens na zijn dood op 40-jarige leeftijd door Max Brod werden gepubliceerd. Boeken die de Tsjechisch-Joodse schrijver het symbool lieten worden van de ontwortelde mens in de moderne tijd. Geplaagd door existentiële angst, levenspijn en onvervulde dromen. Wanhopig zoekende naar het Absolute, God of wat dan ook. Mens die opbotst tegen de muren van het onpersoonlijke en het bureaucratische. Kafka leefde van 1883-1924 maar had tot ver na de tweede wereldoorlog (welke hij min of meer voorspelde) invloed op de zoekende mens. Mogelijk wel tot de dag van vandaag. Mijn eigen zoektocht in werk, leven en bedrijf naar ‘de menselijke maat’ is daar wellicht een voorbeeld van, zo realiseer ik me.

Das Gebaüde

Vanaf Centraal Station wandelde ik naar het NWC. De new world campus.  Quite prestigious zouden de Engelse zeggen. Een oud gebouw aan de zuidkant van het centrum van Den Haag waar nu allerlei bedrijven en bedrijfjes gevestigd waren. Prachtige initiatieven rondom ‘Zero Hunger’ of ‘Aqua for All’. Het motto van Willemijn Verloop komt je overal tegemoet: start een bedrijf en verander de wereld.  Zo zag ik naast genoemden, bedrijven als ‘world startup factory, impact accelerators’, Publieke versnellers, Societal solutions, maar ook het bij mij zeer bekende ‘woord en daad’.  Grappig zo’n klassieke diaconale organisatie tussen al die incubators die de wereld gingen veranderen.  Is de mens dan feitelijk, hoewel niet meer katholiek of gereformeerd, toch nog op zoek naar de betere kant van zichzelf. Zijn het nu startups en zzp-ers die collectief samenwerken. Verbonden door een groter doel. Eten of water voor iedereen op de planeet. Grappig dat wij welkom werden geheten door een jonge mevrouw (bedrijfsleider) die zich zelf ‘community catalisator’ noemde. Ook weer nieuw voor ondergetekende. Alles is quite prestigious? Verander de wereld en begin in Den Haag dacht ik nog….En er lag in de gemeenschappelijke ruimte een kaartje met de tekst: ‘een bedrijf is geen goed doel’. Voor een bedrijfseconoom als mijzelf zijnde een herkenbare tekst. En een waarheid. Rendabel is het fundament van duurzaam. Het NWC was ook het hoofdkantoor van de voormalige Post, Cheque en Girodienst (PGGD toen onderdeel van PTT en vallend onder ministerie van verkeer en waterstaat). Het gebouw is een voorbeeld van overheidsarchitectuur uit 1920-1924, ontworpen onder supervisie van D.E.C. Knuttel, rijksbouwmeester voor de Landsgebouwen in het Tweede District zo las ik via google. In 1921 gaf de Tweede Kamer haar goedkeuring aan een plan tot centralisatie van de Postcheque- en Girodienst. De taken voor deze instelling, die in 1918 was opgericht, werden tot dan toe uitgevoerd op de postkantoren. Een gebouw uit de tijd van Franz Kafka dacht ik gelijk toen ik daar binnenstapte.

entree

Het grondplan van het kantoorgebouw heeft een voor die tijd niet alledaagse vorm van een trapezium, waarvan de lange parallelle zijde is verwijderd. De ingangsvleugel telt vier bouwlagen, de twee zijvleugels drie bouwlagen. De hoofdvleugel aan het Spaarneplein is gelegen in de zichtas van de Pletterijstraat. In de vormgeving zijn duidelijk de invloeden van de Amsterdamse School en de toenmalige Duitse representatieve architectuur waarneembaar, die zich kenmerkte door een op het classicisme geënte monumentaliteit. In de natuurstenen omlijsting van de hoofdingang is de inscriptie “Bestuur van den Postcheque en Girodienst” te lezen welke ik dan ook maar gelijk op de plaat heb vastgelegd. In het interieur valt met name het imposante trappenhuis op waarvan de wanden bekleed zijn met glanzend gepolijst Silezich marmer. Wat in een bijna leegstaand gebouw met grote kettingen op de tussendeuren nu helemaal potsierlijk aandoet. Ik was ruim op tijd. Agenda had de ontvangsttijd als uitgangspunt genomen, niet de aanvang van het congres (pas om 10 uur). Dus had ik bijna een uurtje over. Ik doolde letterlijk door het immense gebouw. Graniet stenen trappen die waren uitgesleten. Hokjes en kantoortuinen op elke verdieping.  Degelijk was het allemaal wel. En vooral leeg.  Me afvragend hoe hadden hier bijna 100 jaar geleden mensen gewerkt liep ik door de gangen en keek binnen in de kantoren. Vele gangen met lege kantoren waarvoor heen honderden kantoorklerken postcheques en girobetaalkaarten verwerkten. De mensen die werkten aan de opkomst van het moderne betalingsverkeer onwetend wat hen na 1929 vanuit het Oosten allemaal te wachten stond. Een kantoor waar over voetbal geouwehoerd werd. Gehuild over ziekte en verdriet. Gelachen over de directie of een domme collega. Gepest en gefeest. Een kantoor. Misschien had dit stukje ‘Das Buro’ moeten heten. Nu in tijden van digitalisatie, betalen via app of contactloos pinnen, kunnen we de Post Cheque en Girodienst niet echt meer voorstellen. In de lege ruimte zag ik honderden mannen in pak, vrouwen in mantelpakjes achter bureautjes zitten. Er werkten zo lazen wij zo’n 1.500 mannen en vrouwen. Tegen het einde van 1922 werden zowel bij Powers als Hollerith pons-, sorteer-, tabelleer- en afdrukmachines aangeschaft om de ‘boekhouding’ te doen. Toen waren er nog maar weinig ‘giro-klanten’, maar dat zou vlak voor de oorlog zelfs groeien tot 3 miljoen.

pggd-rc-afd

De bestelling bij Powers ter waarde van bijna 600.000 dollar was tot die tijd voor het bedrijf de grootste Europese opdracht. De machines arriveerden begin 1923, waarna werd begonnen met de opleiding van het personeel. Directie plande de overgang naar het nieuwe systeem in de nacht van 24 augustus 1923. Omdat de nieuwe organisatie en inrichting van de PCGD was bedoeld als een bezuinigingsmaatregel (ook niet nieuw, automatiseren om te bezuinigen), diende de overgang met zo min mogelijk kosten te verlopen. Tegen de zin in van zijn afdelingschefs besloot de directeur daarom de PCGD niet tijdelijk te sluiten. In een poging om de kosten te beperken, werd slechts een klein deel van de employés bij de PCGD vrijgesteld van de reguliere werkzaamheden. De opleiding zelf stelde weinig voor. Diverse keren lieten de chefs weten dat het onderhoud en de functionering van de ponskaartapparatuur door de incompetentie van het technisch personeel onvoldoende was. Bovendien werden kort voor het begin van de hele operatie de jongens die zich tot dan toe hadden geoefend in het ponsen, vervangen door meisjes. De meisjes werden geacht meer geschikt te zijn voor dit werk, maar misten uiteraard de ervaring van de jongens. De ponstypistes kregen boven op hun gewone salaris een premie wanneer ze zowel snel als accuraat bleken te kunnen ponsen. Een week voor de reorganisatie liet een proefneming met de nieuwe apparatuur zien dat éénderde van de verwerkte transacties leidde tot een verkeerd resultaat.

girooverzicht-saldo

In aanvulling op deze problemen ging in de maanden voor de reorganisatie het al onder druk staande controlesysteem verder achteruit. De dagelijkse zendingen van postkantoren stapelden zich in Den Haag op, de gangen waar ik doorheen liep lagen vol met te verwerken documenten. Bovendien bevatten de lijsten met totaalbedragen die door de postkantoren dagelijks en maandelijks werden opgesteld, veel fouten, die ongecorrigeerd bleven. Ook om deze reden werd door de afdelingschefs, overigens tevergeefs, aangedrongen op een tijdelijke sluiting van de PCGD. Dat gebeurde eindelijk ook. Directeur die door de marmeren gangen had geijsbeerd werd ontslagen en in 1924, het sterfjaar van Kafka,  ging de PGGD weer open  en werd in korte tijd het vertrouwen van de Nederlander in giraal betalingsverkeer hersteld. Zeer bijzonder om de zwijgende getuigen van deze tijd te mogen aanschouwen. Om de sfeer van ‘automatisering’ van voor de oorlog te proeven en in te leven in hoe Kafka dat moet hebben ervaren…. Maar daar was ik niet voor gekomen….had was immers een congres..het…

MVI-congres

sharon

Ik was gekomen voor het MVI-congres. Sharon Dijksma (Groningen, 1971) was het jongste kamerlid ooit (23 jaar) en via de Groningse jonge socialisten van de ene bestuurlijke naar de andere bestuurlijke functie gerold. Als op volger van ook al Groningse Wilma Mansveld nu staatsecretaris van Infrastructuur en Milieu daarom op Rijksniveau de kartrekker voor het manifest ‘maatschappelijk verantwoord inkopen’.  Zij tekende het manifest en met haar nog 61 andere overheidsorganisaties en wij gingen aan de slag met MVI. Lezingen,  informatiestands van Pianoo of Expertpool Maatschappelijk Verantwoord inkopen van het RVO. Rijksdienst voor ondernemend Nederland. Bizarre, kafkaëske instelling of tegenstelling (ambtenaren voor ondernemen) lijkt me dat, maar dat had ik 2 jaar terug ook al geblogd. Opvallend bij het ondertekenen was wel dat er een kaart onthuld werd met daarop de 62 diensten en instellingen die MVI omarmden. Slechts één in Drenthe. Gemeente Noordenveld (Hulde voor Klaas Smid en zijn team).

kaart-groot

kaart-klein

Dijksma vertelde overigens heel praktisch hoe je MVI kon toepassen. Haar ministerie bracht in praktijk waarvoor net getekend had. Haar doelstellingen zijn ‘duidelijk’: in 2050 100% circulair en inclusief. Overheden kopen jaarlijks voor 60 miljard in. Dat heeft dus wel impact. Bijvoorbeeld bij de aanbesteding van de vervanging van verlichting in de (vele) gebouwen van Sharons eigen ministerie. De keuze voor Green Fox voor de vervanging van TL door led werd door hun score op energiezuinigheid en de inzet van WSW-medewerkers ingegeven. Voor Sharon was MVI net als water uit de kraan. De gewoonste zaak van de wereld. Haar stelling was in het licht van het bedrijf ‘Aqua for All’ (immers ook in dit pand gevestigd) wel een bijzondere. Daarna ging het congres over in jargon: aanbestedingswet, groene groei, concurrentiegerichte dialoog, marktconsultatie, grondstoffenakkoord, klimaattop, cradle2cradle, launching customerschap, green deal, actieplannen en quickfixes, code of conduct, NGO’s, right to challenge, enz. Vervolgens kwam een inkoopchef van Philips vertellen hoe zij dat deden. Over hun eigen duurzaamheidscode (ook handig als je het zelf definieert…) en dat we vooral moeten wegblijven bij de auditors. Toen schrok ik natuurlijk wakker. Hier werd (weer) een klimaat geschetst dat men voor de onafhankelijke derde niet nodig had of wilde hebben. Zou ik als enige registeraccountant in de zaal mijn stem verheffen….ik wilde wel maar durfde niet. Ik was in ‘das process’ terecht gekomen…..om mij heen zaten vele …..inkopers

Den Inkaufer

Het was een inkoopcongres dus wat had je dan verwacht? Er was één zo gek om als raadslid een vrije dag te spenderen aan een congres met inkopers. Den Inkaufer is al lang niet meer iemand die bestellingen plaatst bij partijen waar hij al dan niet ten behoeve van zijn eigen wijnkelder, een raamcontract mee heeft gesloten. En dan natuurlijk volgens onderhandse of Europese aanbestedingsregels. De inkoper is een belangrijke faciliterende rol. Ik zal bij sessie over de ISO20040 normen. Op zich geen normen, maar een processtructuur. Jammer, weer niet concreet schoot door mij hoofd. En als ik inkoper zeg dan heb ik dat mis. De deelnemerslijst gaf naast bestuurders, twee trendswatchers en één raadslid / één registeraccountant vele verschillende rollen weer: inkoopadviseur (stuk of 40), strategisch inkoopadviseur (gemeente Utrecht), Tendermanager, (senior en junior) adviseur contractmanagement, projectmanager, portfoliomanager, sectiehoofd inkoop, projectleiders in soorten en maten (groen, duurzaam, energie, sociaal werk, bedrijfskleding, enz), adviseur inkoop & aanbesteden, tactisch inkoper en senior tactisch inkoper, beleidsadviseur of beleidsmedewerkers inkoop, inkoop en aanbesteding, inkoop en juridisch advies. Juridisch beleidsadviseur (zou het verschillen?), klassieke hoofd inkoop (gemeente Amsterdam, altijd wat tegendraads), Team coördinator inkoop, beleidsmedewerker MVI (das vooruitstrevend), hoofd procurement services (Erasmus), director supplier sustainability, adviseur MVO en recht, hoofd inkoop en logistiek, themaleider grondstoffen, coördinerend directeur inkoop, aspectmanager duurzame inkoop, ambtelijk portefeuillehouder circulaire economie (ook wel hoofd recycling?) en dan ben ik nog maar halverwege de lijst. Vele nieuwe functies. Allen hebben iets met advies, met management, coördineren iets, denken beleid uit, zijn director of hoofd of zelfs coördinerend directeur. Ik dacht nog zo maar jezelf op de deelnemerslijst zetten als ‘raadslid’ is toch wel vrij gewoontjes. Dus had ik het beter kunnen ombouwen (natuurlijk omdat modern is in het Engels): Senior researcher sustainable and circulair procurement and corporate social inspiration officer. Wij Drenthe kunnen dat ook een stuk eenvoudiger: een kerel die komp kieken hoe ai netties kunt inkopen en wat de gemiente Hoogeveen d’r mit mut.

Kafkaësk waren de seminars en sessies met zo’n 30-40 inkopers wel. Vooral toen het ging over ‘het aapje’. Het duurzaam inkopen was vooral een zaak van de business (?) of iets verder zei iemand vooral een zaak van de categoriemanager. Inkoop was vooral faciliterend…en ik dacht nog beleidsmakend, coördinerend, juridiserend en natuurlijk adviserend aan de business. Dat woord was voor mij echt kafkaësk. Was ik nu toch bij een bijeenkomst van MKB Nederland? Of VNONCW. Ik voelde me ontworteld. Business was voor mij in het bereik van overheden een vreemde term.   Het aapje was de metafoor voor meer werk of onduidelijke opdrachten. De inkopers zo bezwoeren zij elkaar moesten er vooral voor zorgen dat de inkoopkwesties, zeker rondom kansen om meer duurzaam in te kopen, bij de uitvoerende afdelingen kwamen te liggen. Dat zijn dan de beleidsuitvoerende, niet coördinerend of adviserende afdelingen op een provincie of gemeentehuis.  Jammer dan Koot en de Bie hier niet waren.  Zou toch een prachtig typetje in zitten.  Een kafkaeske houding ten aanzien van werk en uitdagingen. Josef K. in ‘Das Process’ komt ook bij onduidelijke bijeenkomsten van bureaucratische instituties waar hij bestaan noch doelstelling van kon raden..

Gelukkig kantelde de dag rond de ‘duurzame’ lunch…(veel kaas, pindakaas met sambal, mozzarella met pesto, oudekaas met mosterd, geitenkaas met honing).  Holland kaasland….en hoe nu verder met ….

Hoe gaat het verder met MVI

Uit het lunchgesprek met de hoofd inkoop van Amsterdam (Hans) kwam naar voren dat hij niets had met ‘socialenterprise.nl’. En dat terwijl Amsterdam (de D’66 wethouder Ollongren) de koploper op het gebied van sociaal ondernemen in Nederland was. Hans was nuchter. Zo lang ze mij niet kunnen definiëren wat een social Enterprise is, doe ik d’r ook niets mee. Boem daar stond ik even met de beentjes op de grond. Gelukkig was er meer. Gemeente Amsterdam doet wel heel veel met social return. Dat is meetbaar en daarom kan daarmee bij aanbesteding een duidelijke grens gesteld worden. En dan wel via de LCA. Lifecycle analysis, dus over de gehele levensduur van een project. Bijvoorbeeld tot en met de betonnen stoeptegel die over 40 jaar weer uit de straat gehaald moet worden….

gras

In de middag kwam ik, mede op verzoek van inkopers van Hoogeveen, te zitten bij iets wat met biobased inkopen te maken heeft. Een sessie met zo’n 10 man over ‘van gras naar biobased wegen’.  Een charmante mevrouw van RWS (weer nieuwe functie: manager businessunit natuurlijk kapitaal) vertelde hoe zij bij RWS met hulp van innovatieve technologen van het gras (wat ze van alle bermkanten haalden) weer nieuwe producten maakten. Gras naar ‘karton’ was een voorbeeld, maar ook gras naar soort stenen of naar een soort asfalt. Ze liet voorbeelden zien en elementen die we konden ruiken en voelen. Leek heel praktisch.

steen

Als econoom was natuurlijk ook de businesscase (kost dat te veel of wat levert dat op) interessant. Storten van gras kost ook € 20 per ton. Hergebruik levert een inkoopvoordeel van € 80 per ton op. Dus verschil van in totaal € 100 per ton. En aangezien het bij RWS om miljoenen tonnen gaat, duidelijk een goede zaak. Wegenbouwers en aannemers willen zich ook nog eens bewijzen of onderscheiden dus veel toekomstmuziek in biobased inkopen…! In het gesprek kwam de duurzame parkeerplaats (met bijenhotels, natural plastics enz) van RWS aan de orde, de beschoeiing van recycled toiletpapier en natuurlijk het eerste fietspad van ‘gras’ in Zeeland. Prachtig hoe RWS door (vele) marktconsultaties kennis op deed en verder kwam. Vele uitdagingen: de technologie om de vezels uit het gras her te gebruiken, langdurige aanvoer van gras nodig omdat de machines in 10 jaar moeten worden terugverdiend, durf en risicomijdend gedrag, aanvoer het jaar rond…maar dat was allemaal te overwinnen zo gaf de manager van natuurlijk kapitaal ons aan..! dit was concreet en duidelijk. Kafka werd naar de achtergrond gedrongen.

ei

Voorbeeld: 2015, oktober – Bij asfaltcentrale H4A bij Sluiskil ligt sinds 1 oktober het eerste proefvak met ‘groen’ asfalt waarin de plantaardige ‘lijmstoffen’ lignine en lijnzaad zijn verwerkt. Het gaat volgens de betrokken partijen om een wereldprimeur. Er zijn twee 70 meter lange proeflakken aangelegd. Eén bestaat uit koudasfalt (130 °C) en bevat 60 procent gerecycled materiaal; de tweede is het proefvak met bioasfalt. De laatste bestaat uit zowel bitumen als lignine in een verhouding van 1:1. Lignine is een natuurlijke, plataardige stof die planten en bomen stevigheid geeft. Het kan worden gewonnen uit bermgras, snoeihout en stro. Voor HTSM-stad Hoogeveen moet je zeker eens kijken op http://www.innovatievematerialen.nl/

En zo ging ik met de Nederlandse Spoorwegen weer naar het Drentse land. Op naar groene weilanden en paarse heide. Frisse luchten en praktische mensen….

zuidas

Zo ziet ‘das Gebaüde’ er anno 2016 uit: hoofdkantoor van ABN AMRO die nu onze betalingen regelt (uitbesteed).