Blog over positieve kanten van Hoogeveen. Na aanleiding van column op 27 juli, pagina 2 van Dagblad van het Noorden, door Harald Buit. Ik ben een Ogeveiner zo eindigde deze column. Leuk geschreven (‘al is daar geen haast bij’) en bent u ook trots? Voor 0,50 eurocent (kostprijs) lever ik u daar een blijk van: de sticker ‘ik bin van ’t Ogeveine’. Stuur even een PB dan regelen we dat.

Op zaterdag 8 augustus 2020 zat ik met mijn gezin en aanhang verdeelt over meerdere tafeltjes op het grote terras op het kerkplein te Hoogeveen. Een 0,0-drankje en een licht briesje zorgden voor aangenaam Zuid-Europees gevoel. Leven in de avonden als de zon onder is, we snappen het inmiddels wel. Als je dan rond kijkt in schemer en geniet van gezellige drukte, van enorme plein wat vol zit met gezellige keuvelende mensen, van bloeiende bloemen en planten om je heen en van fonteinen met verschillende stralen. Dan denk je toch mooi dat ik van ’t Ogeveine ben. Zouden wat meer mogen uitdragen.  Waar ben u trots op in Hoogeveen?

foto EJK, zaterdag 8 augustus 22.00, 27 graden. Kerkplein Hoogeveen

Op maandag 27 juli mocht ‘toch wel één van de betere journalisten uit onze regio’ de pagina-2 column in het Dagblad schrijven. Prachtig dat hij dan in zijn eerste column stil staat bij zijn woonplaats Hoogeveen en niet al te gemakkelijk ingaat op de mindere kanten van Hoogeveen. Hij geeft duidelijk aan ‘er is veel goeds in Hoogeveen’. Harald wordt in de trein aangesproken en krijgt meewarige reactie als hij volmondig zijn inwonerschap van Hoogeveen bevestigd. Ik ken het gevoel. Op de universiteiten in Tilburg en Amsterdam waar ik paar jaar mocht rondhangen, wist men niet waar je het over had als je Hoogeveen noemde. Ik woonde ook nog aan de Rembrandtstraat en dat is in veel plaatsen niet de mooiste buurt, de Schilderswijk… Kortom vaak had je iets uit te leggen, dat het niet verbonden was met Sappemeer en dat het toch echt iets boven Twente lag. En nee, dat niet iedereen zo sprak als Herman Finkers en dat die nu juist wel weer uit Twente kwam.  Via YouTube knnen we vrij snel achterhalen wat over onze regio bekend is geworden. Velen kennen de uitspraak van Maarten van Rossem over Drenthe, over de trein die langzamer gaat rijden en dat hij blij is dat hij weer in Groningen aankomt. Als je zijn tekst echt even luistert dan is dat nog veel erger. Hij spreekt over Meppel als laatste punt van beschaving na Zwolle en dan over een trein die door een leeg landschap rijdt, over gebochelde boeren met puisten, die met manke ezels zich voortbewegen. En dan kun je nog denken hij bedoelt Koekange of zo, maar nee, het gaat over de hele route Meppel-Assen. Dus inclusief ons mooie Hoogeveen. Nu weten we inmiddels, in 2014 was het nog wel nieuws, dat van Rossem, een eenmans-intellectuele-mini-cabaret-voorstelling is. Ik mocht hem een aantal keren voorbij zien kom en op Texel waar hij in den Hoorn woonachtig is. Pittoresk huisje met parkeerplaatje voor zijn oude citroen C6. Toen ik hem aansprak was uiterst vriendelijk en zeker afwezig of verstrooid. Den Hoorn is overigens niet veel. Dus Van Rossem kan leegte prima verdragen zo denk ik dan maar.

Harald noemt toch ook even drie pijnpunten in zijn column. De IJZ-baan die een zeepbel bleek te zijn. Een bestuur in crisis en financiën niet op orde. Van dat laatste krijgt hij koezen zeerte. Die onderwerpen ben ik redelijk in thuis. IJZ-baan is boven onze macht geweest. We hadden nooit genoegen moeten nemen met 5 mln van provincie, nooit moeten aanbesteden terwijl we wisten dat er maar 1 of 1,5 aannemer wilde inschrijven en het dus eerder kunnen afblazen. Maar al met al was het wel dé kans om Hoogeveen een mooie stap te doen zetten. Inmiddels weten we dat we zo veel geld kwijt zijn aan onze sociale regelingen en zorg dat we blij mogen zijn dat we nu niet in de bouw van IJZ zaten. Overigens blijft het gevolg wel dat we een oud en duur zwembad nog 10 jaar of wellicht meer achter ons aanslepen…. De bestuurscrisis wil ik het niet over hebben (na 27 augustus sta ik d’r graag uitgebreid bij stil) en voor de financiën geldt dat het (erg) langzaam steeds duidelijker wordt. We wachten op de informateurs en andere adviseurs. Koezen zeerte is overigens wel een mooie metafoor waar we dan later wat van kunnen zeggen…..

Gelukkig, en daar ging het ons om, heeft Buit een flinke opsomming van de punten die hij in Hoogeveen zo waardeert. Ik denk dat er nog meer zijn en ik daag u op vriendelijke wijze uit, wat vindt u nog zo goed of mooi aan Hoogeveen dat u er woont of werkt?

Een uit de kluiten gewassen dorp met een grote eigenzinnige dorpsfamilie. Zo begint deze alinea. Daarin zet Harald de Ogeveiner even met voeten op de aarde. Toch minimaal 2 keer dorp in 1 zin. Nu daar heeft hij alle recht toe. Geen stadsrechten dus geen stad. En toch ook de historie van een kluwen van dorpen en mini-dorpen. Dat is Hoogeveen. Door de vestiging van industrie en de bouw van (de) huizen is de kern wat groter geworden, maar Hoogeveen, Schut, Pesse, Elim, Hollandscheveld zijn allemaal dorpen in het Veen. Daar kunnen we dus moeiteloos over heen stappen. Buit gaat verder, Onopgesmukt, ingetogen en ondernemend. Wat een prachtige woordkeus, had ook veel negatiever gekund. Over armoedig, eenvoudig, sober, afkerig gaat het als synoniemen voor onopgesmukt zoeken. Die historie tekent Hoogeveen. Armoedige veenarbeiders die een eenvoudig en sober bestaan leiden. Natuurlijk al jaren achter ons, Hoogeveen heeft in absolute zin de meeste miljonairs van Drenthe, maar wel een plaats met inkomensverschillen. Zeker door de industriële achtergrond en moeite om het gemiddelde opleidingsniveau om hoog te krijgen. Eén van de (bijna vergeten) prioriteiten nummer 1 voor de bestuurders van Hoogeveen. Na opgesmukt komt ingetogen. Dat had ook in de lijn met het klassieke ‘turf, jenever en achterdocht’ geplaatst kunnen worden. Buit doet dat niet. Hij prijst de Ogeveiner om zijn ingetogenheid. Geen schreeuwers, geen grootspraak, geen opscheppers. Zij die geregeld elders in Nederland verkeren herkennen dat meteen. Soms uitgelegd als de kat uit de boom kijken, maar Buit maakt er ingetogen van. Stijlvol, beleefd, voorzichtig en niet snel (?) oordelend. Dan is het ingetogen erg mooi. Tenslotte ondernemend. Dat klopt zeker. 300, 200 of zelfs minder dan 100 jaar terug om te overleven. Pannenkoeken bakken van boekweit en zo, maar nu toch een gewaardeerde kwaliteit. Harald schrijft niet over een overload er in de crisis uitgewerkte vakmannen, inmiddels ZZP-ers, maar benadrukt het positieve van de hardwerkende Hoogevener: zij en hij zijn ondernemend.

Dan begint de opsomming van de ‘bezittingen’ van Hoogeveen:

  • Treinstation (ieder half uur!);
  • Bioscoop (met goed restaurant annex);
  • Vliegveld
  • Theater
  • Strand (recent aangelegd Nijstad of bedoelt hij ruim opgezet en coronaproof Schoonhoven)
  • Leuke horeca
  • Sportgemeente

Toch 7 dikke pluspunten voor Hoogeveen. Soms de verdienste van enkelen, soms van lokale overheid, soms van ondernemers en vaak van ons allemaal. In het laatste geval zeker mogelijk gemaakt doordat wij het bezoeken en/of er ons geld aan uit geven. Ons voor inzetten. Zelf was ik in periode 1998-2014 erg actief op het Bentinckspark. En iedere keer was het weer fantastisch om mensen te ontvangen uit andere gemeenten, die hun sportvingers aflikten bij zo’n mooi sportcomplex. KNVB gaf bij HZVV en Hoogeveen aan, dit is divisie-waardig. Doe daar een atletiekcomplex en een Activum bij en je hebt een prachtig visitekaartje van Hoogeveen. Jammer dat het niet afgerond is (hadden daar misschien de uren of budgetten van IJZ in gemoeten?). En mooi dat door de inzet van m.n. Gemeentebelangen, VVD en PvdA de voetbalclubs in alle dorpen van enige omvang ook één of meer kunstgrasvelden hebben. Kortom sportgemeente is het zeker. Trots op Hoogeveen! 

Kortom wel hebben veel om trots op te zijn. Ik sluit me bij Harald aan (ook in deze tijden dat we ook buiten Hoogeveen vragen krijgen over ‘wat gebeurd er toch allemaal in Hoogeveen’): Ich bin ein Ogeveiner. Maar als je dat zo zegt in het Duits-Drents dan roept dat vragen op. Wij hoeven zoals Harald zegt niet JFK te parafraseren. We kunnen dat op onze eigen wijze zeggen, in onze eigen taal. Daarom toch zelfgekozen historisch geweten Albert Metselaar geraadpleegd. Hoe zeggen we dat op de juiste wijze. Na meerdere contacten, afweging van misten en maren en vergelijking van dialecten uit deze regio kwamen we op ‘ik bin van ’t Ogeveine’. Dus dat staat op de sticker. De productie is gestart want in Hoogeveen is geen ruimte voor calimero!

Groet, EJK

Even plaatje uit oud blogje: 

Wat vind ik mooi in Hoogeveen:

Fietsmogelijkheden door prachtige natuur dichtbij

Ingmar Berga en andere topsporters

TVM en andere sportsponsoren uit Hoogeveen

Activum met 2500 zitplaatsen, Protos Weering komt dat ooit naar Hoogeveen?

Opgeknapt Krakeel

Cascaderun met 30- of 40.000 bezoekers

Hoofdstraat Noord met lichtenspel

Initiatieven in Steenbergerpark, bijvoorbeeld de crossbaan

Prachtig groene deel van Hoofdstraat van winkelstraat naar verblijfsgebied

Vaak zit ik bij klanten op deze stoel en moet dan even vertellen waar deze vandaag komt….

…van een bedrijf met showroom in Frankfurt…

Fonteinen van Hoogeveen, kindvriendelijk dat zeker

Bloesem en cascade, zacht roze in betonnen omgeving, een foto als gedicht

Hoogeveense Vivianne Miedema Europees Kampioen. Nog een voorbeeld voor Hoogeveense jeugd!

Oud kan heel mooi zijn, laten we het behouden, dus……

Met dank Arnold, Albert, Jan-Wolter en natuurlijk Harald Buit!