Het lijkt erop dat in heel Nederland de economie weer voorzichtig aantrekt. In de provincie Noord-Brabant lijkt de crisis voorbij: het CBS constateerde een bovengemiddelde economische groei in 2014 van 1,7 procent. Wat maakt Brabant nou zo ondernemend? En is het een voorbeeld voor Hoogeveen e.o?

Het CBS maakte donderdag de economische groeicijfers in de verschillende Nederlandse provincies over 2014 bekend. Behalve een sterke groei in Flevoland (+2,2%) deden ook Utrecht en Noord-Brabant (+1,7%) het bovengemiddeld goed. In Noord-Brabant groeide vooral de (machine)industrie, meldt het CBS.

Coöperatief ondernemerschap
Directeur Joks Janssen van Brabant Kennis – een provinciaal kennisplatform dat kennis verzamelt en deelt over economische, sociale, culturele en ecologische kwesties – probeert het succes van Brabant te verklaren. “Het ‘wonder’ van Brabant bestaat uit vele factoren. Het belangrijkste element is misschien wel een vorm van coöperatief ondernemerschap. Ondernemers werken slim samen en concurreren tegelijkertijd met elkaar. Ook de Brainport, een smeltkroes van bedrijvigheid, kennis en innovatie, is een goed voorbeeld. Daar profiteren lokale mkb’ers van de afspraken die ze maken met de grote bedrijven.”

Maar niet alleen in Eindhoven en Tilburg presteert de economie goed. Ook middelgrote Brabantse steden presteren goed, zo blijkt uit het essay ‘De economische kracht van Midsize Brabant’ van onderzoekers Oedzge Atzema en Han Olden van de Universiteit Utrecht. Zij onderzochten de toekomst van de middelgrote Brabantse steden met 50.000 tot 100.000 inwoners, waar een kwart van de Brabantse bevolking woont.

Nieuwe uitdagingen
Het is echter nog niet overal feest. De economie verandert ook in Brabant door verdere technologische ontwikkelingen, het vertrek van jongeren en hoger opgeleiden naar de grotere steden en het vertrek van grote bedrijven als Philip Morris uit Bergen op Zoom en Organon uit Oss. Dat betekent dat de middelgrote steden in Brabant voor nieuwe uitdagingen staan. “Bij Brabant Kennis maken we onder meer analyses en trendverkenningen”, vertelt Janssen. “Ook organiseren we debatten over de toekomst van middelgrote steden. Daar zie je dat de middenstand het toch nog wel lastig heeft: de winkelstraten worden leger en voorzieningen vallen langzaam om.”

Jan van Mourik is regiomanager van de Brabantse en Zeeuwse Werkgeversvereniging (BZW), die 3000 directeuren uit 1900 bedrijven vertegenwoordigt. “Noord-Brabant kent relatief veel industrie (“27% van de industriebedrijven zit in Brabant”) en bedrijven in de landbouw- en voedselsector. Nu zien we dat de economie en de export aantrekt. Dat merkt de industriële sector als eerste, want die exporteert veel naar het buitenland. Ook het mkb merkt dat het goed gaat in de regio. Als jouw omgeving floreert, dan gaat het vanzelf ook goed met jou. Als belangrijke toeleverancier voor grote, exporterende bedrijven profiteren ook mkb-bedrijven van de aantrekkende economie.”

‘Het buitenland trekt het herstel’
Volgens Janssen kan het mkb nog beter profiteren van het regionale succes als de blik iets meer (!) naar het buitenland wordt gericht. “Het aandeel van de export is in Brabant substantieel. Dat betekent dat bij een opkrabbelende wereldeconomie je zelf ook snel beter gaat draaien.” Daarbij verandert er volgens Van Mourik veel op de werkvloer. “De toenemende internationalisering betekent ook een sterke groei van het aantal buitenlandse werknemers, aantrekkende buitenlandse investeringen in de regio en een toenemende export. Kortom: het buitenland trekt het herstel.”

Wat kunnen Brabantse mkb’ers doen om op het regionale succes in te haken? Meeliften op het succes van de grote bedrijven, adviseert Janssen. “Grote multinationals zijn belangrijk voor de hele keten. Zij hebben toegang tot kennisinstellingen en universiteiten en doen veel aan onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Helaas is het mkb niet zo goed aangehaakt in die beweging van internationalisering en innovatie. Daar is nog een wereld te winnen.”

Continuïteit
Van Mourik ziet echter wel dat de vele familiebedrijven in de provincie een goede ontwikkeling doormaken. “Die leggen de focus meer op lange termijn en dat werpt zijn vruchten af. Familiebedrijven hebben er groot belang bij om hun continuïteit op lange termijn te waarborgen.”

Lees ook:
Made in Brabant »