Blog over bezuinigingen. Over bezuinigingen met een visie in de achterzak.  Duidelijk is wel dat bezuinigen niet leuk is, maar dat de mens ook een calculerend wezen is. Kortom als de visie achter een bezuiniging kan worden uitlegt dan kun je de bezuiniging beter plaatsen …..

Gebeld

Deze week werd ik gebeld door meerdere mensen die hevig geraakt gaan worden door bezuinigingen. Met welke visie wordt dit gedaan werd me terecht gevraagd. Nu deze zomer is zonder langdurige visionaire beschouwingen gewerkt aan een no-nonsense-akkoord. Alles wat bezuinigd kan worden staat ter discussie. Dat roept vragen op en maakt genuanceerd afweging moeilijk. Zelf wezen wij op de VEB-criteria. Zijn onze keuzes verstandig-evenwichtig-beschermend. Hoewel je met visies voorzichtig moet zijn is het wel goed om de gedachte of het verhaal achter de bezuinigingen eens uit te schrijven.  Ook omdat wij van Lubbers geleerd hebben dat bezuinigen zonder visie levensgevaarlijk is voor een overheid. Daarom:

Bezuinig met visie

Inmiddels is in Hoogeveen de tweede bom gebarsten. De bezuinigingen worden stap voor stap naar buiten gebracht. Voordat iedereen daarover los gaat, we zijn nog maar op de helft als je mij vraagt. En dan doet zich gelijk de stellingname voor dat dit zonder visie gebeurd. In de haast van de een centraal akkoord van deze zomer (het door CDA zo gewenste ‘breed zomerakkoord’) is er radicaal gesneden. Natuurlijk zijn staccato gevolgen van bezuinigingen gepresenteerd en is daar up-tempo rekening mee gehouden. Maar nu het stof aan het dalen is gaan partijen nog eens nadenken. Ook omdat van de € 3,4 mln niet alles even haalbaar bleek. Vooral (en wij hebben dat herhaaldelijk aangegeven) omdat we niet de hele begroting in het vizier hebben gehad. Grofweg was 60% van de begroting deze zomer in beeld. De rest wilde maar niet in het vizier komen. Nu niet en de afgelopen jaren ook niet. Daarom bezuinig met visie in 3 stappen. Voordat we ingaan op die drie stappen. Waarom visie? Was het niet Rutte die zei ‘visie is een olifant die het uitzicht belemmerd’. Maar is dat ook zo? Zelf ben ik liefhebber van de door Jezuïeten opgevoede R.F.M. Lubbers. Rudolphus Franciscus Marie Lubbers. Manager in de politiek[1]. Wijlen Ruud Lubbers werd in een in memoriam in NRC ervan beschuldigd dat hij met zijn nieuwe zakelijkheid een tijdperk van visieloosheid had ingeluid: ‘Nog altijd draagt de Nederlandse politiek hier sporen van’. Maar is dat wel waar? Dan moeten we terug naar een bundel van het SCP in 1983 – meer specifiek een bijdrage van de toen nog jonge socioloog (en latere SCP-directeur) Paul Schnabel. In zijn bijdrage boog Schnabel zich over de uitdijende verzorgingsstaat, en stelde dat deze had geleid tot de bureaucratisering en verstatelijking van het maatschappelijk initiatief. De staat had taken op zich genomen die eerder vanuit de (verzuilde) samenleving zelf werden geklaard. Een fundamentele inperking van de verzorgingsstaat zou weer ruimte bieden aan de samenleving zelf om initiatieven te nemen. Anno nu spreken wij over de gulzige overheid als we het hebben over de uitdijende verzorgingsstaat.

De analyse van Schnabel uit 1983 vertoont veel gelijkenissen met de visie die het CDA ontvouwde toentertijd. In tegenstelling tot Reagan en Thatcher, verdedigde het CDA van Lubbers haar bezuinigingsbeleid met een communitaristische[2] visie. Terwijl in de VK en het VS de verzorgingsstaat met collectivisme werd geassocieerd, was de christendemocratische kritiek eerder dat de verzorgingsstaat een motor van individualisering was. Daardoor was het aloude christelijke verzuilde middenveld weggevaagd, om plaats te maken voor een op consumptie gericht individualisme. Daarbij is communitarisme de stroming die tegenover kapitalisme en liberalisme staat.

De christendemocratische sociologen Hans Adriaansens en Anton Zijderveld stelde dat de verzorgingsstaat had geleid tot de ontwikkeling van een decadent ‘immoralistisch ethos’ (bij de VB van de visieladder kom ik daarop terug). Dat zou geheel in het teken staan van de ‘consumptie hier-en-nu’: ‘Niet alleen geproduceerde goederen worden geconsumeerd, ook menselijke relaties, ideeën, theorieën, ervaringen: men nuttigt ze tot zij beginnen te vervelen, waarna men ze inruilt voor ander consumptiemateriaal. In het maatschappelijk verkeer zullen dan ook loyaliteit en verantwoordelijkheidsgevoel laag genoteerd staan: wanneer een relatie (huwelijk, vriendschap) niet meer “goed zit”, ruilt men haar in voor een andere, wat daarvan dan ook de consequenties mogen zijn.’ De keerzijde van dit argument is dat het terugdringen van de verzorgingsstaat weer kan resulteren in een herwaardering van gemeenschapszin en verantwoordelijkheidsgevoel.

Ruud Lubbers, de man die eveneens met een gebrek aan visie wordt geassocieerd, droeg een dergelijke christelijke communitaristische visie helder en duidelijk uit in zijn vele lezingen. In een Tweede Kamer-toespraak uit 1982 poneerde Lubbers dat mensen niet kunnen leven ‘in de anonimiteit van de centrale overheid die hun verantwoordelijkheid ontneemt’. En dat is een visie die past bij de bezuinigingen in Hoogeveen. Voor Lubbers c.s. was het individualisme geen alternatief: ‘Mensen kunnen evenmin leven bij zichzelf en zullen opstandig worden indien de overheid het daarop aanstuurt.’ Zijn voorstel was een overheid die een ‘draagt-elk-anders-lasten’ oriëntatie zal ‘uitlokken en bevorderen’. De overheid is volgens deze visie een actieve aanjager van gemeenschapszin. Bij het aantreden van het kabinet Lubbers I, in november 1982, kondigde de regeringsverklaring dan ook aan dat Nederland zou ‘overgaan van een verzorgingsstaat, die onbetaalbaar en drukkend dreigt te worden, naar een zorgzame samenleving waarin mensen voor elkaar opkomen’.

In zijn H.J. Schoo-lezing van 2013 prees Rutte de bezuinigingspolitiek van Lubbers, die Nederland ‘opnieuw in de grondverf’ had gezet. Zonder de christelijke connotaties over te nemen, presenteerde Rutte zijn eigen bezuinigingsbeleid als een voortzetting van het werk van Lubbers. Een vergelijkbare draag-elkanders-lasten oriëntatie klonk door in zijn betoog. In het Nederland dat Rutte voor zich zag, ‘wonen mensen die alles wat zij zelf organiseren ook zoveel mogelijk zelf regelen, samen met de mensen in hun omgeving. Dat is goed voor de mensen zelf, maar het levert ook een hechtere samenleving op, waarin het bezielde verband uit mensen zelf komt.’ Prachtige woorden die in Rutte’s kabinetten vaak als ‘participatiesamenleving’ werden weggezet. Zonder nu Rutte en Lubbers naast elkaar te willen zeggen denk ik dat we kunnen zeggen dat de visie leerzaam is. Graag werk ik dat nog verder uit. En wel in bezuinigen met visie in drie stappen:

Bezuinig met visie in drie stappen

Stap 1: Repareer waar het dak lekt

Deze stap lijkt me duidelijk. Hoogeveen heeft grote verliezen geleden. Een econoom analyseert de oorzaak en tracht dit vanuit die oorzaak aan te pakken. Waar lekt ons dak ook al weer precies? Zeker bij 2 van de 3 decentralisaties. WMO en jeugdhulp (JH). En door echt het dak te verbeteren, niet door nieuwe pannen neer te zetten:

In 2020 zijn we begonnen met de langzame ombouw van de WMO-thuishulp. Dit kost ons een jaar maar is dan vanaf 2021 ook goed voor 2 mln bezuiniging, zo is voorspelt. Over begrotingsjaar 2019 zijn we aan de WMO-tekorten nog niet eens zo veel geld kwijt. Dat lijkt in 2020 weer anders. De transformatie (paradigma shift is zo’n academische titel) zal in 2020 gestat worden onder het nieuwe college. Hoeveel dat zal gaan opleveren is vrij lastig te begroten. Zou het toeval zijn dat Huizen met maar 2,3% OZB verhoging in 2021 ook die gemeente is waar de transformatie naar ‘alleen zorg die u nodig heeft’ al jaren terug is doorgevoerd. Overigens onder leiding van Janny Bakker die ook Hoogeveen haar hulp (nu via Movisie) heeft toegezegd. Zelfs met minimale kosten.

In 2019 zorgde de jeugdhulp voor 4,5 mln van het tekort van 5,6 mln. Dat is een klip en klaar feit. Als je dan in de zomer 214 bezuinigingen gaat voorstellen met als kleinste een bezuiniging van € 624 en je laat de jeugdhulp door modderen dan hol je de financiën verder uit. En daarmee ben je schuldig, ondanks alle goede bedoelingen, aan uitholling van de beschermende en opbouwende rol van de gemeente. In zomer 2020 is duidelijk geworden dat als je aan je hoofdprobleem niets doet, je de stad ernst verschraald en/of de portefeuille laat trekken. Zie blog over eerlijkheid van OZB-belastingen. Dat verschralen van Hoogeveen is inmiddels duidelijk aan het worden. Op vlak van sport, cultuur, onderwijs en bijvoorbeeld wegenonderhoud. Het lijkt dus zeer verdedigbaar dat hier ook op korte termijn iets aangedaan gaat worden.  Het is een noodgeval! 

Maar zo zeggen velen, dat is op korte termijn niet mogelijk? Het transformeren van ook de jeugdhulp gaat lange tijd kosten. Daar willen wij ons niet bij neerleggen.  Wij willen dat onderzocht wordt welke besparing mogelijk is in 2020 door de volgende 11 onderwerpen op te pakken:

  • Minder controles, beter ‘horizontaal toezicht’;
  • Minder overhead, meer mandaat bij de uitvoerende medewerkers en werken vanuit… ;
  • ….Integrale oplossingen tussen schulden, werkzoeken, opleidingen, begeleiding en zorg zoeken, werken met één loket;
  • Betere afbakening van zorg, bijvoorbeeld uitsluiten van huiswerkbegeleiding als zorg;
  • Toepassen van draagkracht (ouders bij laten dragen als ze dat kunnen) bij de jeugdhulp;
  • Ouders zelf rol laten spelen met name ook in keuze voor behandeling en beëindigen van zorg;
  • Inzetten van ‘bewezen zorg’ dus ook de jeugdhulp gebruikt zorg die resultaat oplevert;
  • Tarieven kritisch beoordelen in het licht van gerealiseerde winstmarges in de zorg;
  • Toepassen van algemene voorzieningen (groepen) i.p.v. individuele voorzieningen;
  • Werken met gelimiteerde beschikking (strippenkaart-zorg);
  • Vraaggestuurde (Janny Bakker: wat heeft iemand nodig) zorg direct mee starten dus morgen verordening aanpassen en uitvoering andere mindset geven;

Stap 2: Hanteer een (gezamenlijke) visie

Om onze bijdrage aan een gezamenlijke visie zichtbaar te maken heb ik een ‘visieladder’ opgesteld. Deze visie of afwegingskader staat los van de wettelijke taken EN komt dus aan de orde nadat we het dak gerepareerd hebben! En van de effectieve en efficiënte invulling van deze wettelijke taken. De visieladder is het afwegingskader bij de overige zaken.  In deze visieladder staan de volgende 4 afkortingen, ieder met eigen betekenis. Ook in volgorde omdat ik ze ook in deze volgorde wil toepassen…! Deze volgorde moet m.i. de overheid hanteren bij afwegingen rondom beleid en bezuiniging. Voordat de sporten van de ladder toelichten even de opsomming

  1. VB; de verantwoordelijke burger
  2. KS; de krachtige samenleving
  3. SO; de sociale ondernemer
  4. BO; de beschermende overheid (lees gemeenten)

Ad a. VB

Eerst moeten we ons afvragen of de burger zelf in staat is verantwoordelijkheid te nemen. Niet-kerntaken kunnen burgers mogen individueel oplossen, zich indekken, verzekeren of op andere manieren om zelf in zaken te voorzien. Ik denk bij de verantwoordelijke burger ook aan de burger die thuishulp zelf betaalde en nu vanwege de lage vaste bijdrage van € 19,- per maand alles bij de gemeente declareert. Natuurlijk moet de overheid ook een inkomens- en vermogenstoets zo snel mogelijk weer invoeren, maar de verantwoordelijke burger zou bij het gebruiken van een regeling ook in de spiegel kunnen kijken. Zelfde geldt als je een half vooringevuld formulier krijgt om je kind naar hogere vorm van onderwijs te brengen via huiswerk-begeleiden. Natuurlijk moet het artikel ‘plannen en structureren’ anders inde JW (jeugdwet), maar de verantwoordelijke burger kan ook de geur van misbruik zien in dit handelen.

Ad b. KS

De krachtige samenleving is het tweede echelon. Volgens CDA-filosofen en wetenschappers is dit de laag in de samenleving waar we het van moeten verwachten. In Hoogeveen denken we al snel aan de glasvezel coöperaties of de zorgcoöperatie Hollandscheveld. De vraag is daarbij natuurlijk wel hoe deze instituties het doen als er geen subsidiestromen meer komen. Schaarste is altijd lastiger verdelen en dus samenwerken. De komende bezuinigen vanuit kerntakendiscussies zullen de sportverengingen, culturele instellingen, zorgverlening en misschien straks ook wel onderhoud of groenvoorziening in handen brengen van coöperatieve verenigingen. Zoals we al deden met uitvaartverzekeringen of brandverzekeringen. Zouden we ons (collectief) moeten verzekeren welzijn en sociale vangnetten? Kunnen we de WMO-gelden storten in een cooperatie die met de lumpsum en de ledengelden voor schuldhulp, zorg en/of welzijn kunnen zorgen?

Dit lijken methoden van 1900 en verder, maar zouden mensen elkaar niet snel weer vinden in het afweren van risico’s en kosten? Natuurlijk is de diepere inspiratie van de verzuilde partijen wel naar de achtergrond gedrongen. Wat kan er verplicht worden, kunnen contributies inkomensafhankelijk worden. Bij de OZB kijkt de lokale overheid ook naar bezit of vermogen (in stenen) dus waarom kan dat anderszins niet?

Ad c. SO

Na deze eerste twee stappen komen we uit bij de markt. Natuurlijk heb ik al geageerd tegen neoliberale ontwikkeling. Echter we lopen wel deze stappen door. Inmiddels hebben we in Nederland een rechtspersoon (de BV-m) die houvast kan bieden als het gaat om uitbesteden van overheidstaken. Kortom sociaal ondernemen kan echt de standaard worden. De Z-generatie is er in geïnteresseerd.

Ad d. BO

Als je vervolgens een taak niet bij een van deze partijen kwijt kunt kom de rol van de beschermende overheid in beeld. Zelfs in die taken kunnen b en c van deze lijst een rol spelen. Is dat echt onrendabel zo als bijvoorbeeld bij de complexe GGZ-zorg. Zeker bij bepaalde taken moet de inwoner terug kunnen vallen op de benodigde bescherming. De primaire taak van de overheid ligt bij de beschermende rol. En bescherming in de brede zin. Van schepping en schepselen. En eerlijk is is eerlijk, sport en cultuur zijn dan minder eerste prioriteit.  Natuurlijk moeten we kijken het evenwicht in samenleving en dus ook in bestedingen. Maar eerst de beschermende (en rechtvaardige) overheid goed neer zetten.

Uitwerking

We zouden deze methode kunnen toepassen op een (pijnlijk) onderwerp uit de bezuinigingslijst. Ik probeer het met muziekonderwijs.

  • Wettelijk taak? (WT). Er is geen sprake van een wettelijke taak voor de overheid.
  • Verantwoordelijke Burger: ik regel zelf het muziek onderwijs van mijn kinderen;
  • Krachtige samenleving: We vormen een vereniging die geld bij elkaar legt en fondsen verwerft om cultuureducatie van onze kinderen op hoger niveau krijgt. We hebben voor de smalle beurs trouwens al het Drentse sport- en cultuurfonds;
  • Sociaal Ondernemen: muziekleraren beginnen een (sociale) onderneming om gezamenlijk tegen acceptabel tarief muziekonderwijs te geven;
  • Beschermende overheid: de gemeente vraagt zich af of zij grondrechten of basisvoorwaarden moet beschermen voor haar inwoners, de Hoogeveense samenleving of de woon- en leefomgeving. Zo nee, dan kan teruggevallen worden op VB, KS of SO….

 Stap 3: Blijf investeren, regeren is verstandig vooruitzien

Dat lijkt raar. Geld uitgeven als je het net hebt. Nu moet u goed onderscheid maken tussen investeren en exploiteren. Tussen kosten en financiering. Dat vraagt bedrijfseconomisch denken. Een bedrijf of overheid die stopt met investeren is m.i. ten dode opgeschreven. Dan is er geen toekomst meer. Natuurlijk is de Hiemstra-doctrine van 10% lasten van 100% investering een redelijke maatstaf. Er moet dus wel ruimte zijn om de kapitaalslasten op te vangen. En moet vooruitgekeken worden om beleid te maken om (vervangings-) investeringen te kunnen verdragen qua financiering en qua 10%-exploitatieruimte-bepaling. Financieren (geld verzamelen) is ook weer iets anders dan exploiteren.

Kortom bij bezuinigen moeten onze stappen doordacht zetten. Verstandig, Evenwichtig en gericht Bescherming van degene die dat echt nodig hebben.

[1] https://www.dbnl.org/tekst/jous008ruud01_01/jous008ruud01_01.pdf

[2] https://nl.wikipedia.org/wiki/Communitarisme#:~:text=De%20term%20communitarisme%20of%20communautarisme,politieke%20filosofie%20van%20John%20Rawls.