Vorige week stond het in het FD. De MKB-accountant heeft het moeilijk. Als recent beëdigd accountant voor middelgrote bedrijven en instellingen zeg alleen maar laat ze ‘bruidstaarten bakken’….. ben benieuwd naar de opvatting van mijn beroepsgenoten. Mij blog is een oproep om te komen tot meer liefde voor het vak!
Controle van het MKB een ambacht?
Deze week stond in het financiële dagblad dat artikel over ‘controle van boekhouding mkb komt in het gedrang’. Vanuit krapte op de arbeidsmarkt en de scherpere opleidingseisen kiezen studenten voor grotere kantoren.
Ik moest denken aan de bakkerij van mijn, in 2012 verongelukte, neef Henk. In een Drents dorp nam hij in 1990 de bakkerij van zijn vader over. Een ambachtelijk dorpsbakker. Zeg maar een kleinbedrijf onder de bakkers. Wel een bakker met trots. Op een smakelijk en ambachtelijk product, maar ook trots op zijn prijzen die hij won met zijn bruidstaarten. In het dorp was inmiddels de kruidenier een supermarkt geworden. In de naast gelegen plaats was een grote bakkersfranchiseformule gestart. Neef Henk startte 6 dagen per week om 3 uur ’s nachts om zijn klanten aan goed brood te helpen. Natuurlijk moest hij voldoen aan diverse regels van voedsel en waren autoriteit, aan regels als de HACCP en nog meer. Praktisch voldeed hij daaraan, bakte goed brood en had vele tevreden klanten. Vulde hij checklists in? Nee, hij bakte samen met zijn vader al vanaf 1976 goed en gezond brood op de menselijke schaal van een prachtig Drents dorpje. Hij legde trots in zijn werk. Helaas moesten zij op 30 december 2000 de bakkerij sluiten. Ambachtsman zijn was niet genoeg. De tijd vroeg om een ‘ondernemer-ambachtsman’.
Een ondernemer-ambachtsman is in mijn ogen ook wat de MKB-bedrijven door de jaren heen van hun accountants verwachten. Iemand die met een ambacht op zak ook als ondernemer kan denken. Dus goed op de hoogte van fiscale en verslaggevingsregels, maar ook signalerend en adviserend op het vlak van de groei en bloei van het MKB. In een markt die gezamenlijk wel werd overzien. Daarnaast zijn er door geprofessionaliseerde en geïnstitutionaliseerde grote en grotere accountantskantoren. Als MKB-bedrijf, middelgrote of kleine stichting of vereniging ben je er een van velen. Is je contactpersoon in beweging (management development) en is de gemiddelde relatie met hem of haar een jaar of 5. In 2006 veranderde er nog meer. Door vele grote schandalen van verslaggevings- en/of directiefraude werd de accountantscontrole internationaal onder het vergrootglas gelegd. Overigens veelal bij klanten van grote of grotere kantoren. Dat bij kleine kantoren dit ook gebeurde valt niet te ontkennen. Alleen de schaal en de (publieke) impact is minder groot geweest. De (politieke) reactie is dus niet meer aandacht voor het ambacht van accountants. De inhoud van het vak. Maar meer regels. Eerst vooral via de AFM. Later ook afgeleid via (inmiddels ontstane) NBA of partijen als SRA.
MKB en menselijke economie
Nog even terug naar het MKB. De motor van de Nederlandse (maar ook Europese) economie. Wij zeggen niets geks als we zeggen dat 80% of meer van de werkgelegenheid zich in het MKB bevindt. Bij kleinere en middelgrote bedrijven, vaak met een familie of een (pionierende en inspirerende) DGA aan het hoofd. De afgelopen decennia is gewerkt aan veel regels voor het MKB. Tegenreacties als ‘de paarse krokodil’ of ‘meldpunt onnodige regels’ werden het gevolg. Met zaken als wet werk & zekerheid is dat in de afgelopen kabinetsperiode niet minder geworden. En dat terwijl de mens schreeuwt om de warmte en veiligheid van de ‘menselijke maat’. Meer dan rendement of (financieel) resultaat. En waarom is de rol van het midden- en kleinbedrijf in de ontwikkeling van een economie waarin werkelijke aandacht voor mens, dier en aarde centraal staan zo essentieel?
Omdat kleinere ondernemingen flexibel zijn, weinig afstand kennen tussen leiding en medewerkers, meer open staan voor innovatie en creativiteit en niet vast zitten aan gevestigde belangen of onnodig gevangen willen zijn in regelgeving.
Bovendien is het MKB de kraamkamer voor nieuw ondernemerschap. Vrijwel alle startende ondernemers beginnen klein. In veel gevallen zijn het de beginnende ondernemers die met baanbrekende en gedurfde initiatieven komen. Ook zij kunnen snel groeien en dienen dan ‘door te professionaliseren’.
MKB en de accountant
Bestaat er in de accountancy ruimte voor bedrijven, voor ondernemingen waarop de bovenstaande vet gedrukte zinssnede van toepassing is. Regelgeving is van alle tijden, accountants verdienen aan regelgeving, helpen bedrijven er mee. Zouden zij dan zelf regelgeving-avers zijn? Maar er staat ‘onnodige regelgeving’. Dat is een stelling. Daarover valt te twisten. De tijdgeest van tax-shelters, BV-constructies, faillissement- en boekhoudfraudes tot op hoogte concernniveau, vraagt om oplossingen. De Pincoffs-gerelateerde start van de accountant maakt dat men natuurlijk bij deze beroepsgroep uitkomt. En dan blijkt er onvoldoende (controle-technische) deskundigheid in het beroep te bestaan. En volgen er maatregelen. Veelal procedurele of formele. Gaandeweg probeert de AFM in haar toetsingen vooral op materiële zaken in plaats van formele zaken toezicht te houden. Men probeert in te zoomen op de zaken die er werkelijk toe doen. De zaken die in een ambacht centraal staan. Waar een ambachtsman trots op is. Hoe komt het dan dat al die dossiers in toetsingen inmiddels worden afgekeurd omdat de ambachtsman de onderneming goed doorziet, duidelijk de critical-friend van de MKB-er is, geen fouten in de jaarrekening zijn te ontdekken, de ambachtsman zelfs inhoudelijk probeert te innoveren (data-analyse, procesmining en IT-auditing) en zijn mensen de liefde voor het vak bij probeert te brengen. De waarom vraag bij controles te stellen. En de controle tot toegevoegde waarde te laten zijn. Namelijk een controle welke de beheersing van het bedrijf vergroot, bijdraagt aan betere besluitvorming, kans op fraude verkleind en zelfs de waarde van een bedrijf vermeerderd. Dat zijn zaken waar het MKB zijn (controlerend) MKB-accountant voor in wil huren.
Het vacuüm van 2016 en de CEA-eisen
En naast of vanwege al die vakinhoudelijke (interne) ontwikkelingen is de markt ok nog eens in beweging. Er ontstaat een bepaald vacuüm. In dit jaar wordt duidelijk dat de Big4, maar ook de middelgrote en de kleine specialist de ‘middenmarkt’ om verschillende redenen verlaten of niet (kunnen) betreden. Big4 verlaat om rendementsredenen de klanten met een auditfee van minder dan 50k of 35k. De middelgrote bedrijven en kleine specialisten vormen spoorslags klantenstops in omdat hun kwantiteiten en daarmee ook kwaliteiten deze aanwas niet aankan. In het ‘kleine gemeenten-dossier’, wat redelijk breed in de media komt, geven hoogleraren aan dat de opdrachtgever zelf de veroorzaker is. Ze betalen te weinig om genoemde kantoren gemotiveerd te houden. Dan volgen de krantenberichten rondom de sluimerende problemen inzake opleidingseisen. Noodzaak om meer te specialiseren. Ontmoediging van ‘gemengde praktijk’ roept SRA. En daarmee een flinke krimp in de MKB-controle-markt. In een reactie daarop geeft NBA aan ‘het inleveren van de controlevergunning door diverse kantoren is beslissing van de vergunninghouder en zeker geen doel van de NBA’. En ‘het doel van de NBA is immers dat de kwaliteit echt verbetert’. Daarbij geeft men in de laatste alinea van hun reactie aan: ‘het is van belang dat de sector concurrerend en divers blijft, waarbij de grootte van een kantoor niets zegt over de kwaliteit’. Het is van groot belang dat we in dit verband kwaliteit definiëren. Het ware waarschijnlijk beter geweest als men gesproken had van zichtbare of geregistreerde kwaliteit. Want als we dus kijken naar de adviezen van de MKB-accountant, de diepgang van de management letter, de (verslaggeving technische) kwaliteit van de jaarrekening, het aantal gevallen van fraude signaleren of ontdekking, het aantal goedkeurende verklaringen gebaseerd op goede methodiek en onderbouwing (mondeling en schriftelijk) dan heeft niemand er moeite mee. Maar dossier worden nu afgekeurd op zaken als het niet begrijpen van de verhouding tussen financial en IT-audit, inzet van audit-tools die (nog) niet begrepen worden, bullits en vinkjes die externe accountants moeten zetten in een tool, opdrachtbrief die na 15 jaar samenwerken een keer niet in het controledossier zit, datum van een verklaring die op vrijdag geprint is terwijl de OKB op zaterdag binnen komt en alle stukken maandag worden verstuurd. Formeel erg onjuist. En ja, wat is dan kwaliteit. Controleteams worden NVCOS-juristen die vooral erg veel notuleren en registeren. Een onderzoek naar de werkzaamheden van de gemiddeld assistent-accountant anno nu, zou een mooi afstudeertraject op een HBO of uni, zijn. De mannen zijn blij als ze weer eens gewoon mogen nadenken over een opdracht. De blijdschap om ingezet te worden op bijzondere opdrachten waarbij van kop tot staart moet worden nagedacht, ontwikkelt en uitgevoerd, motiveert de jonge mannen en vrouwen enorm. Specialiseren is niks mis mee. Maar wel vanuit de motivatie een vak goed te willen beheersen, vanuit liefde voor het vak. Is dat er nog wel genoeg? Op zoek naar de bruidstaart. Het accountants-ambacht te ambiëren en daarin ook nog als ondernemer of ondernemend persoon te opereren. Dus door CEA-eisen wordt het lastiger voor kleine kantoren om controles te doen. Op basis van bovenstaande betoog denk ik zeker dat de interesse voor het vak ook een duit in het zakje doet. Het type jonge accountancystudent dat het MKB op zoekt heeft andere ambities dan de Big4-gedreven afgestudeerde. De MKB-accountant wil de ondernemer/bestuurder in de ogen kijken, zijn of haar reactie ervaren op het accountants werk, het bedrijf of de instelling waar de accountant voor werkt zien groeien en bloeien. Dé uitdaging van het in control krijgen van een MKB-bedrijf is groot. Vooral omdat we daarmee de waarde voor DGA, zijn familie en medewerkers vergroten. Eigenlijk zou iedere MKB-jaarrekening middels een gemeenschappelijk model, verrijkt moeten worden met een waardebepaling. Dan weten we allemaal waar we voor werken.
Het vacuüm aan de aanbodzijde zorgt ook weer voor nieuwe dynamiek. Er zijn partijen die al dan niet voorzichtig in het gat inspringen. Neem in het gemeentedossier en collega’s van Vallei Accountants. Dat lijken me ondernemende ambachtslieden in de accountancy. De gevestigde orde kijkt met belangstelling. Gaan ondernemende ambachtslieden ook de ‘race on forms’ (vrij vertaald de wedstrijd van het formulier) bijhouden? Of gaan ze waarde toevoegen aan de interne beheersing en transparantie van de BMWE-gemeenten (480 km v.v.) in Noord-Groningen.
Trots op bruidstaarten
Controlerend accountant in het MKB zijn is zo iets als een goede broodbakker die daarnaast prachtige bruidstaarten kan bakken. Prijswinnaar op bakkerswedstrijden. Zo u wilt bedrijven die de slagroom op de taart van de MKB-accountancy zijn. Is het nog mogelijk om bruidstaarten te bakken? Taarten die door de jury worden goedgekeurd op basis van smaak, kleur, samenstelling en zelfs creativiteit. Taarten waarbij natuurlijk HACCP regels zijn toegepast, maar waar dat vooral blijkt uit het product en niet uit de afgetekende checklist. Waarbij tijd en ruimte ontstaat voor het leren van het ambacht van bakker of zo u wilt accountant. Leerling-gezel verhoudingen. In alle facetten van het vak. En daarmee creëren we mensen die trots zijn op hun vak. Allemaal volgens prachtige Rijnlandse begrippen.
Aan de slag met bruidstaarten!
Het beroep is zelf (nogmaals) tot de conclusie gekomen dat het op 53 redelijk formele punten en vanuit het oogpunt van publiek belang anders moet. Honderden heb plechtig de eed afgelegd. Zelf heb ik op een regenachtige woensdagmorgen in de kelder van een nabij gelegen hotel met 76 andere AA en RA’s de eed afgelegd. In hoog tempo. Namelijk 17 minuten werd het klusje geklaard en het werd afgesloten met een toch wat vreemd ‘applaus voor jezelf’ moment. Slechts 2 accountants hadden een familielid meegenomen. Eén omdat hij moeilijk kon rijden de ander omdat het zoontje anders in de voorjaarsvakantie alleen thuiszat. In de zaal zaten maar 10 vrouwen. En daarbij waren in het gehele gezelschap maar 14 personen (inclusief ondergetekende) die het ‘zo waarlijk helpe mij’ uit spraken. Overigens heb ik de moderne versie gebruikt ‘zo waarlijk helpt mij God almachtig’ daaruit sprak volgens mij meer vertrouwen. Ik ben er zeker van dat ik God om hulp mag vragen om al mijn werk te doen. ‘Helpe’ klinkt zo vragenderwijs. Kortom ik heb voor de twee belangrijkste taken (in april 2014 voor de gemeenteraad) en op 22 februari 2016 voor het ambt van ‘openbaar accountant’ de hulp van de Heer ingeroepen….voor met name het bakken van bruidstaarten! Met liefde voor het vak! Nu maar hopen dat wij van de regelgevers weer echt aan het bruidstaarten bakken mogen slaan…! Zouden afgestudeerden dan ook niet over die 1500 uur heen kunnen stappen?!
In diepe eerbiedigheid (ogen gesloten) stond ik daar: een beëdigd accountant, bijna 29 jaar nadat ik mijn diploma van Prof. K.P.G. Wilschut mocht krijgen is het dan toch zover…..