Ammar Fakkas Albeed (16)  ‘Hier ben ik op een andere planeet terechtgekomen’ (indrukwekkend interview uit Trouw van zaterdag 27 december 2014).

Ik kan slecht tegen het geluid van vuurwerk. Als ik dat hoor is het of ik terug ben in Syrië en komt de angst weer boven. De angst voor bommen, voor lawaai. het gevoel dat je nergens veilig bent. De beschietingen gingen altijd door en ze werden steeds erger. Ook ’s nachts. Daardoor sliep ik slecht. Als ik wel sliep had ik vaak een nachtmerrie over soldaten die met geweren ons huis binnendrongen en mijn vader arresteerden. Ik kon niets doen.

oor de oorlog hadden we een gelukkig leven in Aleppo. Mijn vader werkte als advocaat, mijn moeder was docent Engles. Toen de oorlog uitbrak merkten we daar in het begin niet zoveel van, voro ons het ver weg. Maar in 2012 bereidde de oorlog zich uit en kregen wij er ook mee te maken. Je zag tanks, vliegtuigen en gewapende mannen in de stad. Er was een tekort aan voedsel en water. Op een gegeven moment konden we niet meer naar school. In het gebouw moesten mensen worden opgevangen van wie het huis verwoest was. Mijn vrienden zag ik niet meer, ook al woonden we in dezelfde stad. We zaten gedwongen thuis want het was levensgevaarlijk om de straat op te gaan. Onze auto is bij een bomexplosie vernietigd. De tijd bracht ik door met lezen en ik probeerde te leren met behulp van mijn schoolboeken. Eind 2012 zijn mijn ouders, mijn zusje en ik naar Egypte gevlucht, we konden bijna niets meenemen. Anderhalf jaar hebben we een huis gehuurd in Zes Oktober. Een stad in de buurt van Caïro. De eerste maanden droomde ik opnieuw geregeld dat mijn vader werd meegenomen door soldaten of dat er een bom op ons huis viel en wij allemaal gelijk dood waren. Het was een moeilijke tijd, de school die ik bezocht was een teleurstelling. We kregen slecht onderwijs en waren vaak geen leraren. Ik ben blij dat we zijn weggegaan en in Nederland konden gaan wonen.

Hier ben ik op een andere planeet terecht gekomen. Nederland is rustig en veilig. De mensen respecteren elkaar en hebben ons verwelkomd. Mijn leven is totaal veranderd. Ik ga op de fiets naar school. Ik zit in een speciale klas met allemaal met buitenlanders en vluchtelingen.  Het eerste jaar krijgen we alleen Nederlandse taal en wiskunde.  De eerste twee weken verstond ik niets, nu gaat het beter, al maak ik nog wel heel veel fouten. Ik mis mijn land en mijn vrienden erg, maar ik kan niet meer terug.

Toch ben ik optimistisch. nachtmerries heb ik niet meer. Ik slaap veel beter en droom ’s nachts weer van toekomstdromen: dat ik school af mag maken, naar de universiteit ga en succesvol wordt als IT-programmeur. Ik hoop daarmee later iets terug te kunnen doen voor Nederland dat ons zo geholpen heeft” <einde interview>

aleppo