Een 2de blog over de Economy for the common goods. Vergelijking van het nieuwe beleid van VNONCW-MKB (verder VNO) en de methode van Economy for the common good. Het lijkt goed dat VNO deze methode ook ‘uitrolt’ in het Nederlandse bedrijfsleven.

Afgelopen begin februari 2021 lanceert nieuwe VNO-voorzitter Ingrid Thijssen het nieuwe beleid van VNO.  Vertrekpunt daarbij is dat VNO zich zorgen maakt over ondernemen op het Nederlandse deel van de planeet.

VNO schrijft dus volgende: Wij gaan dus naar een Rijnlands model 2.0. Daarin nemen ondernemers en ondernemingen de verantwoordelijkheid voor zowel de technische als de sociale duurzaamheid van hun bedrijfsprocessen en benutten zij hun relatie met hun leveranciers en klanten om ook hen daarin te stimuleren. Rijnlandse ondernemers zijn transparant over hun impact op de samenleving. Bovendien helpen zij actief met het oplossen van maatschappelijke vraagstukken in hun omgeving, op lokaal, regionaal en nationaal niveau.

Een nieuw Rijnlands elan vraagt ook iets van de overheid. Op dit moment is er enerzijds een roep om een sterkere overheid, maar is anderzijds ook zichtbaar dat de overheid is ‘overbelast’ in uitvoeringstaken. De afstand tussen beleid en uitvoering is te groot. We zien ook dat het de overheid door afslanking en decentralisaties aan kennis en stuurkracht ontbreekt.

Uitgangspunten

Dit zijn onze 10 uitgangspunten voor Ondernemen voor Brede Welvaart:

  1. Wij willen Nederland koploper maken in digitalisering en nieuwe technologieën.
  2. Wij kiezen voor een klimaat-neutrale, circulaire samenleving. Dit heeft topprioriteit.
  3. Wij zetten ons in om de Europese samenwerking te versterken en verder uit te bouwen.
  4. Wij willen dat het vestigingsklimaat van ons land excellent is door onze hoogopgeleide bevolking, onze tolerante maatschappij, onze uitstekende infrastructuur en financiële dienstverlening van wereldklasse.
  5. Wij willen dat Nederland een ondernemend land is. Nederland geeft daarom prioriteit aan de vorming en doorgroei van ondernemingen als motor voor economische groei.
  6. Wij kiezen voor een Nederland waarin iedereen zekerheid heeft over inkomen. Ook bij verlies van baan, arbeidsongeschiktheid en pensioen.
  7. Wij kiezen voor een land waarin iedereen kan mee doen en gelijke kansen
  8. Wij kiezen voor een Nederland dat haar ruimte verstandig gebruikt. Ruimte is ons meest schaarse goed.
  9. Wij willen substantieel investeren met het oog op de grote transities die voor ons liggen (digitalisering, nieuwe technologieën, duurzaamheid). Op deze manier dragen wij een land zonder milieuschulden over aan toekomstige generaties met uitstekende mogelijkheden om straks op een duurzame manier in hun brede welvaart te voorzien.
  10. Wij nemen als bedrijven verantwoordelijkheid voor zowel de technische als de sociale duurzaamheid van onze eigen activiteiten en benutten onze relatie met leveranciers en klanten om ook hen daar in te stimuleren. Wij zijn transparant in ons handelen, ook over onze belastingpositie, omarmen de SDG’s van de Verenigde Naties en de daaraan verbonden principes van UN Global Compact.

Wat willen de ondernemers in ieder geval

  1. Wij nemen op ons al onze werknemers bij te scholen tot een basisniveau van digi-vaardigheid en meer voor zover nodig. Daarmee worden alle werknemers van Nederland geschoold in plaats van ongeschoold in het tijdperk waarin men nu leeft. Dit is een kickstart voor levenslang ontwikkelen.
  2. Wij willen iedereen die een stageplek nodig heeft die ook bieden.
  3. Wij willen geen 100.000 maar 200.000 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in 2030 werk hebben geboden.
  4. Wij willen binnen een op te zetten van-werk-naar-werk-infrastructuur voor werkzekerheid bruggen bouwen tussen werkgevers waar banen verdwijnen en verschijnen, te betalen uit met name de O&O-fondsen.
  5. We willen voorspoed van bedrijven delen met onze werknemers, bijvoorbeeld met vormen van winst- en resultaatsdeling of met andere op ondernemingsniveau beter passende oplossingen en hanteren als principe gelijk werk is gelijk loon.
  6. Wij willen investeren in kennis en innovatie, verduurzaming en de digitale infrastructuur, en daarmee het niveau aan private investeringen ten minste zoveel verhogen als complementaire publieke investeringen (zie paragraaf 4.4).
  7. We willen de Bedrijfsgerelateerde Investeringskorting (BIK) vanaf 2023 beschikbaar stellen voor de financiering van onrendabele toppen van investeringen van bedrijven in verduurzaming, de circulaire economie en stikstofreductie.
  8. Wij omarmen beginselen van goed ondernemer- en werkgeverschap zoals deze ten grondslag liggen aan de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties.
  9. We willen transparant zijn in al ons handelen, negatieve externe effecten hiervan vermijden en hiervoor de Nederlandse Corporate Governance Code waar nodig aanpassen.
  10. We willen transparant zijn over onze belastingpositie en ontwikkelen daarvoor een Tax Governance Code.
  11. We willen beter laten zien wat bedrijven beweegt, wat ze maken, hoe ze produceren of diensten ontwikkelen, en wat ze bijdragen aan de samenleving. We staan midden in de samenleving, maar dat moet de samenleving wel zien en ervaren. Onbekend maakt onbemind.
  12. Wij willen de verbinding naar de samenleving op alle niveaus (lokaal, regionaal en nationaal) op alle mogelijke maatschappelijke thema’s uitbouwen door de opzet van een ‘bruginfrastructuur’ en een community van bruggenbouwers. Bruggen zijn te bouwen tussen bedrijven en samenleving, maar bedrijven kunnen ook de brug vormen tussen overheid en samenleving.

ECG-matrix

Voor degene die blog 1 niet gelezen hebben: er is dus een methode om verduurzaming transparant te maken. De ECG-balans. Deze kent 20 aandachtsgebieden. Door de 12 uitgangspunten van VNO daarin de plotten kunnen we zien hoe de aansluiting bestaat tussen ‘Brede Welvaart’ en ECG-balans.

Matching

Als we proberen de uitgangspunten en de doelstellingen te plotten dan kunnen we met beetje creativiteit kijken of deze passen binnen de ECG-matrix.  Hierbij is een poging gedaan. We kunnen dan zien dat de Economy for the common good als methode veel verder gaat dan de doelstellingen van VNO. Andersom kunnen we wel zeggen dat in hoofdlijnen er verbinding bestaat tussen de beleidsdoelen van VNO en ECG. Dat is hoopvol.