Een blog over wat te doen als je als bedrijf geen CSRD-plicht hebt en je toch wilt werken aan MVO-transparantie? Hierbij mijn gedachten over wat een ‘impact accountant’, ludiek een Good Audit Company genoemd, dan kan doen….

Er is veel te doen om de invoering van de verplichte CSRD[1] (Corporate Sustainability Reporting Directive). De EU-richtlijn voor transparantie ten aanzien van duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en dergelijke. Dit vaak afgekort met ESG (environment, social, governance, ook wel milieu, sociaal en bestuur).  Een richtlijn die is uitgewerkt in een boekhoudstandaard: de ESRS (European Sustainability Reporting Standaard).  Belangrijk kenmerk van de ESRS is dat daarin gewerkt wordt met zelf beoordeelde belangrijkheidsanalyse (dubbele materialiteitsanalyse) en keteninvloeden (scope 1, 2 en 3 rapportage).

Op basis van CBS Q1-2024 cijfers zijn er in Nederland (met > 2 medewerkers) 457.085 bedrijven ingeschreven. Daarvan hebben er 3.270 meer dan 250 medewerkers en komen vermoedelijk in aanmerking voor de verplichte CSRD.  Dit is 0,72% van de Nederlandse bedrijven. De keten-aanpak van CSRD (en natuurlijk de verplichtingen uit de niet aangenomen CSDDD) zorgen er voor dat deze 0,72% grote invloed heeft op alle 457.085. Maar als we echt iets willen doen aan ESG-aspecten (vaak populair verpakt in de SDG’s) dan zouden de andere 453.815 bedrijven ook aan de slag moeten en dan niet alleen omdat ze een vragenlijst (portal) krijgen van één of meer van de 3.270 grote bedrijven….in deze blog ga ik in op onze (Afier Impact Accountants) visie op de markt en de middelen van deze 453.815 bedrijven.

Geen verplichtingen?

Ondanks dat een MKB-ondernemer (kleiner dan 25 miljoen balanstotaal, minder dan 50 miljoen omzet en minder dan 250 medewerkers) vaak niet verplicht is om een CSRD-rapportage (o.b.v. ESRS) op te maken, kan het toch interessant zijn om te werken aan een duurzaamheids-rapportage en de daarachter liggende transformatie van een onderneming. Er zijn de volgende redenen om toch te starten met gestructureerde duurzaamheidsverslaggeving.

  1. U bent intrinsiek gemotiveerd om tegen klimaatverandering en onrechtvaardigheid te strijden en om SDG-doelen na te streven en zoekt daar een goede methode voor;
  2. U groeit door en komt in de buurt van de CSRD-grenzen en u wilt voorbereid zijn wat dan verplicht gaat worden;
  3. In uw keten zijn afnemers of toeleveranciers die u (overladen) met ESG-vragen en dat betrekken in hun aankoopbeslissing;
  4. Oproepen van klanten, stakeholders of actiepartijen om meer duurzaam te werken;
  5. Versterking van de concurrentiepositie (onderscheidend vermogen door ESG);
  6. Benutten fiscale – en subsidiemogelijkheden om bedrijf te verduurzamen en verder te transformeren;

Waar moet je beginnen?

Maar waar kun je dan beginnen en wat kan daarbij helpen? Inmiddels zijn er veel consultants beschikbaar en zijn er tientallen normenkaders dus doet zich de vraag voor wat kan ons helpen om gestructureerd en integraal te werken aan het transformatieproces.  Wat voor u bruikbaar is hangt samen met omgeving en ambities van de organisatie. Als we dat in een model zetten dan kunnen we bedrijven indelen op verhouding met externe druk (horizontale verdeling) en natuurlijk met welke strategie meen nastreeft. Dat zetten we op de verticale as.

 

In deze indeling spelen dus 2 elementen een bepalende rol:

  • Is er externe druk of is er geen externe druk?
  • Is men gericht op meervoudig of enkelvoudige waardecreatie?

Externe druk

Onder externe druk verstaan we impliciete en expliciete opdrachten om aan duurzame en sociale doelen te voldoen. Impliciet vraagt meer onderzoek en marktkennis van bedrijven als de expliciete druk.  Dat wordt vrij concreet opgelegd en is gedocumenteerd. Impliciete of zelfs semi-impliciet druk vraagt dat je als onderneming onderzoekt wat doen mijn concurrenten, wat nemen mijn klanten mee in hun aankoopbeslissing of wat vragen actiegroepen van ons als bedrijf. Explicieter zijn aanbestedingsregels, bancaire voorwaarden of ketenuitvragingen van toeleveranciers of afnemers. Dus hoe werkt dat in de praktijk?

# Bron van externe druk Gevolg
1 Concurrentie Onderneming zal moeten proberen goed te monitoren wat de concurrentie voor stappen zet t.a.v. ESG
2 Klanten Onderneming zal proberen zo expliciet mogelijk te maken welke elementen een rol spelen in de koopafweging.
3 Actiegroepen Onderneming zal in contact moeten komen met partijen die op voorhand geen natuurlijk bondgenoot lijken te zijn. Maak van kritiek een oorzaak van verandering. Zie het als lange termijn strategisch advies.
4 Aanbesteders/inkopers Vaak zien we, zeker in overheidsland, in toenemende mate dat ESG-aspecten in de tenders of inkoopvoorwaarden wordt opgenomen. Hierop kan een onderneming zich expliciet voorbereiden
5 Banken en financiers Banken moeten zich aan de SFDR houden. Daarmee komen ESG-vereisten in de financiersvoorwaarden te staan. Bij overige financiers hangt er sterk vanaf wat voor ‘funding’ zo’n financier heeft. Is sprake van overheidsfondsen dan zullen ESG-vereisten ook sneller spelen. Bij crowd funding zal het ook snel een rol spelen. Maar bij private equity of family fondsen c.q. particuliere investeerders zien we het minder voorkomen. Dat ondanks dat die de levensvatbaarheid van een bedrijf negatief kan beïnvloeden
6 Toeleveranciers (voor in de keten) Ondernemingen kunnen, als onze toeleverancier wel CSRD-plichtig is of anderszins over scope 3 emissies moet of wil rapporteren, vragen krijgen over onze ESG-prestaties. Grote ondernemingen werken dan met portals waar periodiek de uitgevraagde informatie moet worden aangeleverd.
7 Afnemers (achter in de keten) Bij afnemers geldt eigenlijk hetzelfde als voor toeleveranciers. Alleen zien we bijvoorbeeld in de retail dat grote CSRD-plichtige ketens scherpe uitvragingen doen. Bedrijven moeten CO2 uitstoot volgens SBTI-normen aanmelden of werkomstandigheden en arbeidsvoorwaarden volgens UN-ILO-normen. Dit zijn zware en specifieke normen waardoor ondernemingen vrijwel net zoveel inspanningen moeten doen als de CSRD-plichten.

 

Als u met één van deze 7 bronnen van druk wordt geconfronteerd is het zaak deze goed te analyseren en te betrekken in de keten- en/of stakeholderanalyse. Dergelijke analyse is volgens ons een must voor iedere bedrijf of organisatie.

Meervoudige waardecreatie

Dit proberen we zo simpel mogelijk aan te vliegen. Indien exclusief op #1 het financieel rendement staat spreken we van enkelvoudige waardecreatie. Alles moet hiervoor wijken. Op voorhand lijken bedrijven daar niet openlijk voorstander van. Echter het gaat natuurlijk om de morele afweging in de praktijk. Er zijn overigens ook andere enkelvoudige doelen. Denk aan de overdracht van het familiebedrijf. Een verplichting om koste wat het koste een bedrijf in de familie te moeten houden kan aanzetten tot het daaraan ondergeschikt maken van sociale – of milieu-waarden.

Meervoudige waardecreatie is een strategie waarbij een organisatie zich laat leiden door waardecreatie op alle relevante beleidsterreinen. Dit betekent dat een organisatie niet uitsluitend stuurt op financieel-economische waarde, maar ook op sociale en ecologische waarde. Dit doet een organisatie in nauwe verbinding met stakeholders in de omgeving. Het concept van meervoudige waardecreatie kan ook worden toegepast op andere entiteiten, zoals een regio, een bedrijventerrein of een wijk. Ook hier geldt dat sturen op meerdere waardedisciplines moet leiden tot een balans in financieel-economisch, sociaal en ecologisch opzicht. Daarmee biedt het de beste garantie op toekomstbestendigheid volgens het centrum voor meervoudige waardecreatie van de HAN.

Indeling in 4 type bedrijven

Volgens deze indeling gaan we dan uit van 4 type bedrijven. Deze zien ESG allemaal op een verschillende manier. We hebben de bedrijven een kleine (generaliserende) typering gegeven (tegen de klok in):

  • Nalevers,  waarbij meervoudig waardecreatie wordt ingegeven door externe druk. Men wil daarom voldoen aan de regelgeving;
  • Doelgerichten, meer efficiency en financieel gedreven. ESG is een instrumenteel hulpmiddel om vanwege externe druk te gebruiken en primair om financiële waarde te genereren.
  • Klassieken. Financieel gedreven en geen externe reden om aan transformatie te denken;
  • Vernieuwers, de bedrijven die aan meervoudige waardecreatie doen zonder dat ze aan externe regels hoeven te voldoen.

Voor deze vier type bedrijven zijn verschillende hulpmiddelen beschikbaar.  Wij denken dat de volgende hulpmiddelen (niet uitputtend) per type beschikbaar zijn:

We geven graag per categorie bedrijf een toelichting op deze hulpmiddelen. Onder hulpmiddelen verstaan we methode om in de meervoudige waardecreatie de transparantie te vergroten. We zullen zien dat er verschil in holistisch of integraal aanpakken van de uitdagingen.  We kiezen bij ieder één methode die ons het beste bevalt. De rest kan ook van toepassing zijn of bied ook alternatieve mogelijkheden. We schetsen een beeld van van een scherp onderscheid, in de praktijk zullen bedrijven ook wel op scheidingen geplot kunnen worden. Bijvoorbeeld een doelgericht bedrijf wat toch tot integraal naleven van ESG-regels op weg is of een Klassieke financieel gedreven onderneming die met veel moeite probeert meer doelgericht of zelfs vernieuwer te worden. Dat alles komt voor. Maar voor de duidelijkheid gaan we uit van een zwart-witte-situatie. We lopen ze alle 4 ‘met u door’ (en ook weer tegen de klok in).

 

Nalevers

Linksboven zien we bedrijven die vooral op naleving gericht zijn. We hebben hiervoor de externe  druk beschreven op basis van 7 bronnen. De nalevers hebben deze 7 bronnen allemaal goed in beeld en weten waaraan ze moeten voldoen om daarmee ook te werken aan meervoudige waardecreatie. Zij streven dus door de externe druk echt meervoudige waardecreatie na. Als een externe bron haar richtlijnen of verplichtingen wijzigt zal ook het bedrijf wijzigingen moeten doorvoeren of de bronnen moeten wijzigen. Als dat laatste al kan. Let wel nalevers zijn geen bedrijven die een verplichte CSRD-rapportage hoeven te maken. Door ketendruk staan ze echter van alle bedrijven wel het meest dichtbij de CSRD-plichtigen.

De vereenvoudigde ESRS-standaarden zijn een aangepaste versie van de originele ESRS. Ze erkennen de unieke uitdagingen waarmee kleinere bedrijven worden geconfronteerd bij duurzaamheidsrapportage en bieden een beter haalbare aanpak zonder afbreuk te doen aan de kerndoelen van transparantie en verantwoording. Deze aanpassingen zorgen ervoor dat MKB-bedrijven effectief kunnen deelnemen aan duurzaamheidsrapportage, in lijn met bredere milieu- en sociale doelen. Laten we eens kijken naar de belangrijkste elementen van deze vereenvoudigde standaarden.

  • Focus op materialiteit: MKB-bedrijven hoeven alleen te rapporteren over duurzaamheidskwesties die van wezenlijk belang zijn voor hun bedrijf.
  • Vereenvoudigd rapportageproces: De standaarden begeleiden het uitvoeren van een vereenvoudigde materialiteitsbeoordeling..
  • Minder rapportageonderwerpen: In tegenstelling tot de uitgebreide lijst voor grote bedrijven, hoeven MKB-bedrijven minder onderwerpen te behandelen.
  • Gemakkelijk te volgen formaat: Het rapportageformat is ontworpen om eenvoudig en gemakkelijk te implementeren te zijn voor ondernemers.

De VSME-standaard bestaat uit drie modules:

  • de basismodule,
  • de module Narrative Policies, Actions and Targets (PAT) en
  • de business partner-module.

Op basis van de MKB-specifieke activiteiten die niet in de lijst zijn opgenomen, zal aanvullende informatie (maatstaven en beschrijvingen die niet in de norm zijn gespecificeerd) nodig zijn om algemene sectorspecifieke kwesties aan te pakken. Ten slotte moet het duurzaamheidsverslag informatie bevatten die relevant, waarheidsgetrouw, vergelijkbaar, begrijpelijk en verifieerbaar is.

Wij denken dat de nieuw uitgebrachte (november 2023, draft) ESRS voor vrijwillige deelname een goed methode kan zijn om sturing en verantwoording mee in te richten. Deze ESRS-VSME is gedacht door EFRAG (europese organisatie voor verslaggevingsrichtlijnen) juist voor MKB-bedrijven.  Binnen deze methode zijn ook nog weer de nodige keuzes te maken.

MKB-bedrijven krijgen de mogelijkheid om hun duurzaamheidsrapportage in te richten volgens de VSME-standaard door te kiezen voor specifieke modules die zijn afgestemd op hun strategische doelstellingen. Er zijn 3 modules en dus vier verschillende opties voor deze bedrijven:

  1. Optie A: Deze vereenvoudigde selectie richt zich op de basismodule
  2. Optie B: Voor een uitgebreider verhaal combineert deze optie de basismodule met de verhalende module en behandelt beleid, acties en doelen (ook wel PAT-module genoemd). Deze optie introduceert met name een dubbele materialiteitsbeoordeling
  3. Optie C: Deze optie richt zich op het onderhouden van transparante zakelijke relaties en omvat de basismodule met de zakenpartnermodule. Het integreert ook een dubbele materialiteitsscore.
  4. Optie D: De meest uitgebreide optie omvat alle modules – Basic, Narrative en Business Partners. In combinatie met de dubbele materialiteitsanalyse biedt deze optie een grondige en goed afgeronde benadering van duurzaamheidsrapportage.

Daarnaast moeten niet-beursgenoteerde mkb-bedrijven op grond van de VSME ook aangeven of hun duurzaamheidsverslag informatie bevat van dochterondernemingen (geconsolideerd) of dat het individueel is opgesteld

Basismodule

De basismodule schetst relevante vereisten en kengetallen die zich richten op milieu-, sociale en zakelijke gedragsaspecten van het niet-beursgenoteerde MKB-bedrijf. Vergelijkende informatie met het voorgaande jaar is vereist en begint in het tweede jaar van rapportage. In het bijzonder is een materialiteitsanalyse niet vereist om deze vereisten te specificeren. Hieronder vindt u een gedetailleerde lijst met openbaarmakingen en statistieken die door de basismodule worden opgelegd.

  • Openbaarmaking B1 – Basis voor voorbereiding
  • B2 – Praktijken voor de overgang naar een duurzamere economie
  • B 3 – Energie en broeikasgasemissies
  • B 4 – Verontreiniging van lucht, water en bodem
  • B5 – Biodiversiteit
  • B 6 – Water
  • B 7 – Gebruik van hulpbronnen, circulaire economie en afvalbeheer
  • B 8 – Beroepsbevolking – Algemene kenmerken
  • B 9 – Beroepsbevolking – Gezondheid en veiligheid
  • B 10 – Beroepsbevolking – Beloning, collectieve onderhandelingen en opleiding
  • B 11 – Veroordelingen en geldboeten wegens corruptie en omkoping

De basismodule schetst relevante vereisten en kengetallen die zich richten op milieu-, sociale en zakelijke gedragsaspecten van het niet-beursgenoteerde MKB-bedrijf. Vergelijkende informatie met het voorgaande jaar is vereist en begint in het tweede jaar van rapportage. In het bijzonder is een materialiteitsanalyse niet vereist om deze vereisten te specificeren. Hieronder vindt u een gedetailleerde lijst met openbaarmakingen en statistieken die door de basismodule worden opgelegd.

Informatieverschaffing voor de verhalende PAT-module
Openbaarmaking

  • N 1 – Strategie: bedrijfsmodel en duurzaamheidsgerelateerde initiatieven
  • N 2 – Materiële duurzaamheidskwesties
  • N 3 – Beheer van materiële duurzaamheidskwesties
  • N 4 – Belangrijkste belanghebbenden
  • N 5 – Governance: verantwoordelijkheden met betrekking tot duurzaamheidskwesties

Modules voor zakenpartners

Deze module specificeert gegevenspunten die moeten worden gerapporteerd naast de openbaarmakingen in de basismodule, die waarschijnlijk zullen worden opgenomen in gegevensverzoeken van de kredietverstrekkers, investeerders en zakelijke klanten van het bedrijf. Een materialiteitsanalyse is nodig om inzichtelijk te maken welke duurzaamheidsaspecten relevant zijn voor de bedrijfsvoering en organisatie van de onderneming.

Bijvoorbeeld de meer algemene duurzaamheidskwesties zoals aanpassing aan klimaatverandering, luchtverontreiniging en waterverbruik tot de meer niche-onderwerpen zoals woestijnvorming, uitputting van mariene hulpbronnen en bodemafdekking. Als het bedrijf ook de Narrative Module (PAT) voorbereidt, worden de materiële feiten slechts één keer openbaar gemaakt. Hieronder vindt u de informatie die nodig is om de Business Partner module in te vullen.

  • BP 1 – Inkomsten uit specifieke sectoren
  • BP 2 – Verantwoordelijkheden met betrekking tot duurzaamheidskwesties
  • BP 3 – Doelstelling voor de vermindering van broeikasgasemissies:
  • BP 4 – Transitieplan om de klimaatverandering te beperken:
  • BP 5 – Fysieke risico’s van klimaatverandering
  • BP 6 – Verhouding tussen gevaarlijk afval en radioactief afval
  • BP 7: Afstemming op internationaal erkende instrumenten
  • BP 8: Processen voor het monitoren van de Naleving en mechanismen Overtredingen
  • BP 9 – Schendingen van de OESO-richtlijnen voor multinat.ondernemingen of de UN Guiding
  • BP 10 – Balans tussen werk en privéleven
  • BP 11 – Aantal stagiairs

Doelgerichten

Om handel te kunnen drijven en financieel resultaat te behalen zijn deze bedrijven doelgericht en gefocust bezig met verduurzaming, sociale rechtvaardigheid en andere ESG-doelen. Doelgericht wil echter ook zeggen ‘niet-integraal’.  ‘Slechts’ doelgericht. We hebben in het plaatje enkele kleine en grote certificaten opgenomen. We schatten dat er per branche of productgroep zeker twee certificaten zijn waar een onderneming aan moet voldoen.  In totaal in Nederland zien we 80-100 van dat soort certificaten.

Klanten van ons die bijvoorbeeld in interieurbouw actief zijn moeten werken volgens BREAM-standaarden, met FSC-hout, volgens circulaire principes als cradle2cradle en de R-ladder, verbieden chemicaliën (volgens de zogenaamde List of Banned Chemicals) en verminderen Co2-uitstoot door te werken met Environmental Product Declaration (EPD) of Life Cycle Assessment (LCA). Er zijn dus veel verplichtingen die relatief minimalistisch of op zich zelf staand worden aangepakt.

Als je dergelijk voorbeeld bekijkt zien we dat, opgeteld, een onderneming ook al vrij gemakkelijk de stap naar meer integraal en meervoudige waardecreatie kan maken. En daarmee ook gemakkelijker een integraal duurzaamheidsrapport kan opstellen. Graag zijn wij van Afier Impact Accountants behulpzaam bij het maken van die stap. Daarmee kan een ‘doelgerichte onderneming’ minder verkokerd werken en de stap naar meer holistische transistie maken en daarvoor dan ook transparant rapporteren. Of in ons model gesproken doorschuiven naar ‘nalever’ of ‘vernieuwer’ of zelfs een combinatie van beiden. Hierbij een niet uitputtend onderzoek van labels/keurmerken al dan niet bewaakt door onafhankelijke en objectieve instanties:

 

Klassieken

In onze benadering zijn klassieke bedrijven nog niet (bewust) bezig met wat aan externe druk op hen afkomt en zijn ze primair op financieel resultaat gericht. Zij zullen wellicht het eerste overstappen naar een ‘doelgerichte benadering’  als hun afnemer of eindklant daarom gaat vragen. Ook zijn bijvoorbeeld fiscale maatregelen (VAmil, MIA, etc.) van grote invloed. Tenslotte hebben (lokale) regels als CO2-neutraal autoverkeer in binnesteden grote invloed.

Ook omdat het dan direct het financiële resultaat raakt is men bereid om aanpassingen te doen.  Uit verschillende onderzoeken blijkft dat zo’n 80-85% van de bedrijven in deze categorie verkeren.

Afier Impact Accountants zal via voorlichting, informatie en risicoanalyse deze bedrijven op kansen en bedreigingen wijzen.

 

Vernieuwers

De laatste categorie zijn bedrijven en organisaties die uit eigen beweging vinden dat ze ESG integraal moeten aanpakken. Hun missie & visie heeft meervoudige waardecreatie als centraal thema. Het zijn niet alleen USP’s van het bedrijf, het is het fundament onder het bestaansrecht. Natuurlijk hoeft men dergelijke doelen niet via een label, keurmerk of certificaat zichtbaar te maken, maar men wil dat toch graag uitstralen. Wij zien in de markt op volgorde van de mate waarin deze in Nederland gebruikt (inschatting Afier) worden de volgende integrale methoden:

Afier kan bij het toepassen van al deze methoden u ondersteunen.

Naast deze methode zijn er diverse software annex consultancybureaus die applicatie op de markt brengen met één of andere methode of richtlijn daarin verwerkt. In onze ECG-software onderzoek zullen we daar afzonderlijk over rapporteren.  U moet dan denken aan voorbeelden als:

  • Eevery
  • Beezzz
  • Planet Yes

Afier heeft zelf gekozen voor Economy for the common good (ECG) met de common good balans. Dit is een Rijnlandse methode die internationaal steeds meer voet aan de grond krijgt. Omdat het een holitische benadering is, door ieder bedrijf of instelling gratis te gebruiken is en omdat het gemakkelijk te gebruiken is. Daarbij ervaren veel deelnemers dat het ook helpt bij bewust worden van de verbeterpunten die een organisatie nog heeft op ESG-gebied.

Wat is de ECG?

In de ECG deelt iedereen in de resultaten, niet alleen de aandeelhouders, bestuurders en investeerders. De ECG helpt organisaties daarom met verantwoord management en ondernemerschap en maakt hun bijdrage aan de samenleving zichtbaar in meer waarden dan geld alleen. Er zijn dus ook grote overeenkomsten met het zogenaamde stewardownership.

De Common Good Balans bevordert bedrijfsgroei op basis van ethische normen en transparante communicatie. Consumenten kunnen zo de bijdrage die bedrijven leveren aan de samenleving transparant vergelijken.  De Common Good Balans bevordert bedrijfsgroei op basis van ethische normen en transparante communicatie. Consumenten kunnen zo de bijdrage die bedrijven leveren aan de samenleving goed vergelijken. Verschillende hogescholen en universiteiten geven gespecialiseerde cursussen in common good economie, seminars, lezingen en workshops. Onderwijsinstellingen stellen hun eigen Common Good Balans op en geven zodoende een goed voorbeeld.

Common Good gemeenten, steden en regio’s stellen hun eigen Common Good Balans op. Zo bevorderen zij een economie die zich richt op het belang van de hele samenleving. Het economisch doel komt op democratische wijze tot stand en is verankerd in de Grondwet. Het juridische kader voor een succesvolle economie stimuleert het gemene-goed als doelstelling in plaats van winst. De Economy for the Common Good zorgt voor economische, politieke, èn sociale verandering. Economisch en sociaal leven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Alleen wanneer de kern van economische activiteit een goed leven voor iedereen is, kunnen alle mensen aanspraak maken op dezelfde rechten, vrijheden en kansen. De ECG helpt bedrijven, organisaties en overheden daarom met verantwoord management en ondernemerschap en maakt hun bijdrage aan de samenleving zichtbaar in meer waarden dan geld alleen.

Dat doen we met behulp van een Algemeen belang Balans die de impact van de organisatie bij haar stakeholders laat zien aan de hand van vier kernwaarden:
•    menselijke waardigheid
•    solidariteit & sociale rechtvaardigheid
•    ecologische duurzaamheid
•    transparantie en medezeggenschap

Dat bedrijven winst moeten maken stelt ECG niet ter discussie. Maar het is voor de principes van de ECG wel van belang hoe die winst wordt gemaakt en wat er mee wordt gedaan. Dat winst niet leidt tot oneindige groei, en dat die winst tot stand komt in samenwerking, in plaats van concurrentie.

Onder welke omstandigheden werken de medewerkers? Biedt de organisatie gelijke kansen aan iedereen ongeacht gender, leeftijd, etnische achtergrond of sexuele geaardheid? Hoe worden beslissingen genomen – van boven af of met inspraak? Hoe kiest het bedrijf haar leveranciers – geeft alleen de laagste prijs de doorslag? Hoe gaat de organisatie met het milieu en duurzaamheid om? Is de marketing eerlijk en klantvriendelijk, of agressief en misleidend? Werkt een overheid ook echt in het belang van haar burgers?

Deze en andere gedragingen laten zien of een bedrijf alleen maar bestaat om zoveel mogelijk geld te verdienen, of een organisatie alleen bestaat om haar eigen invloed te vergroten, of dat ze meer waarde willen bijdragen aan de samenleving, het Algemeen belang.

Een belangrijk hulpmiddel van de ECG is de Common Good Balans, een instrument dat organisaties, bedrijven en overheden helpt om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te onderzoeken en te nemen. Het evalueert en meet de impact van de organisatie op mensen, milieu en samenleving en het laat de resultaten helder, transparant en op een onderling vergelijkbare manier zien. Een instrument dat de financiële balans aanvult met overzicht van duurzame waarden.

Bedrijven en organisaties die een Common Good Balans willen opstellen, laten beoordelen en waarderen kunnen de hulp inroepen van  erkende coaches, die daarvoor speciaal zijn opgeleid.

Afier helpt u graag met de ECG-balans en verwijst naar haar ECG-balans:

Afier Duurzaamheidsverslag 2022 preauditversie 05dec23

Samenvatting

Afier heeft naast de verplichte CSRD-servicelines ook drie servicelines voor niet-verplichte CSRD-rapportages. Samengevat in één model ziet dat er als volgt uit:

Op deze manier wil Afier het label verdienen:

 

[1] Let wel er is inmiddels ook een vrijwillige CSRD.