Het mooie van de politiek is dat je nog eens ergens komt, waar je normaal gesproken niet gauw op bezoek komt. Een gesprek met Arend Eilander en de grijze massa begint dan weer te werken! Hoogeveen in 2050! Er zijn besluiten die we nu nemen waar we in 2050 nog mee te maken krijgen. Maar wat weten wij van Hoogeveen in 2050? Hierbij roep ik op tot een structuurvisie 2050 voor Hoogeveen!

Vandaag is het 20 februari 2015. We zijn in politiek Hoogeveen 11 maanden onderweg. Vorig jaar om deze tijd was ik druk met de ‘denk-tank-werk’. De ambitie om iets in de politiek te doen borrelde vooral op omdat er iets te doen was: een werkloos van bijna 15% (dus 1 op de 7 inwoners) was een uitdaging waar ik wel even de tanden in wilde zetten. En dat lukte met de hulp van de kiezer: voorkeurstemmen en op 20 maart 2014 was ik gemeenteraadslid van Hoogeveen. Een plaats midden op het kruispunt van wegen die naar de toekomst leiden. Besluiten die genomen moesten worden om die toekomst in te kleuren….zo zat ik in de raad in maart 2014. Ik moet bekennen dat in het eerste jaar daar maar bar weinig van terecht gekomen is! Je moet je realiseren dat net als bij iedere job ook in de raad zo is: operationele -, tactische en strategische zaken vechten om voorrang. Operationeel: jaarrekeningen, begrotingen, voorjaarsnota’s, najaarnota’s, zomer en winternota’s. Kortom het reguliere werk eet zo maar > 50% van de politieke tijd op. Dan tactisch: wel/niet investeren, wel/niet bezuinigen. Wel/niet goed aanbesteed? Wel/niet goede kwaliteit bij sociale dienst? Veel rumoer in de regio. Hoogeveners op de banken. Maar bijzonder is wel dat die banken ook zo maar weer opgeborgen zijn. De routine van de politiek en het bestuur overleeft al deze oproer en weet de gemeente (-raad) te overtuigen met argumenten.  Dan strategisch? Waar zijn onze plannen om werkgelegenheid te creëren, wat is de status? CDA Hoogeveen heeft daar in november uitgebreid vragen over gesteld. We waren toen 6 maanden onderweg, waar staan we? Veel plannen zijn gemaakt, denktanken gestart, vierkantvoorwerk loopt en in Den Haag rammelen we aan de poort. Zelfs Brussel is niet overgeslagen. Hoogeveen op koers. Toch heb ik als raadslid één ding vandaag dag 1 van de campagne voor de bril:

Economische groei is een zeer vertakt probleem

Hoe vergroot je economische groei? Dat kan m.i. alleen door een brede integrale aanpak. Kleine studie van rapport van ‘Centre of Cities’ uit 2012 leert echter: De economische gezondheid van steden op de lange termijn berust op investeringen in vaardigheden van burgers en beroepskwalificaties, volgens een gepubliceerd onderzoek naar de effecten van de 111 jaar naar de verandering in het stedelijke leven in Engeland en Wales. De gezondheid van de economie werd beoordeeld met behulp van een aantal factoren, waaronder de economische productie, groei van de banen in de particuliere sector, de werkloosheid en de lonen. Vaardigheidsniveaus in 1901 waren gebaseerd op aantallen werknemers in de vrije beroepen, zoals banken, verzekeringen, accountancy, evenals kooplieden, en de commerciële en zakelijke klerken.

Steden met de hoogste aantallen goed opgeleide bewoners in 1901 zijn 110 jaar later de best presterende plaatsen, terwijl die met de laagste vaardigheden in Edwardiaanse tijden de neiging hebben om de meest kwetsbare economieën zijn vandaag de dag te zijn. De onderzoekers dringen er bij de regering op aan om de investeringen te combineren. Dus investeren in rekenen en IT-vaardigheden maar ook investeren in technische opleidingen zoals engineering. Auteurs van het rapport geven aan dat het belangrijke implicaties voor beleidsmakers heeft en het “illustreert dat op korte termijn bezuinigingen op de uitgaven voor het beleid dat steden ondersteunen om vaardigheden te stimuleren, van onderwijs tot de vervoersinfrastructuur, waarschijnlijk resulteren in een problemen voor de overheid op de middellange langere termijn “. “De geschiedenis leert ons dat het niet investeren in de stadseconomieën effecten heeft op lange termijn voor de Britse economie”, aldus Alexandra Jones, chief executive van het Centre for Cities. “De overheid moet steden steunen om te groeien – het onderzoek blijkt dat vaardigheden en vervoer in het bijzonder de economische gezondheid van een stad kan vormgeven.  Het onderwijs bereidt kinderen voor op de wereld van het werk en deze kinderen zijn voor vitaal belang voor de toekomstige gezondheid van de Britse economie. ” Genoeg open deuren? Wel waar!

Gesprek met Arend Eilander

Dat een onderzoek van een ontwikkeling over meer dan 100 jaar dit bewijst onderstreept de stelling van Arend Eilander. De CDA fractie was bij hem op de koffie op woensdag 11 februari. Hij zei als bestuurder in het lokale onderwijs een aantal rake dingen! Hoogeveen en de politiek voorop moeten een stip op de horizon zetten. Net als het CDA Hoogeveen keek Eilander ook naar Rotterdam.  Terugknokken uit een achterstand is iets wat Rotterdammers volgens mij ook goed kunnen en hun Kind-zones-plan is daar een voorbeeld van.  Deze blog is niet de plaats om op het idee van de kind-zones verder uit te werken, maar wat kunnen we in Hoogeveen daar nog wel van opsteken? Concrete doelen stellen voor de lange termijn! Leest u maar even mee met de doelen die men  in Rotterdam gesteld heeft:

De Rotterdams doelen

Het doel van de Rotterdam Children’s Zone is dat de leerlingen in de zeven wijken in Rotterdam-Zuid in 2020 minstens zo goed presteren als in de rest van de stad. In 2030 doen zij het zelfs net zo goed als leerlingen in de vier grote steden van Nederland. Dat geldt voor zowel hun leerprestaties als hun sociaal-emotionele ontwikkeling. We kijken dan onder andere naar hun gezondheid, sociale vaardigheden, keuze van vervolgopleidingen en kansen op de arbeidsmarkt. De doelen concreet

  1. Leerlingen komen goed voorbereid van de basisschool. De ongewogen Cito-score stijgt van 527,8 (in 2010) naar 533 (in 2020) en 535,4 (in 2030).
  2. Meer leerlingen halen een diploma op hoger niveau. Het percentage leerlingen dat een diploma havo/vwo haalt, stijgt van 29% (in 2010) naar 31% (in 2014) en 39% (in 2020).
  3. Meer leerlingen worden trotse vakman of vakvrouw, vooral in zorg en techniek. Het percentage leerlingen in het mbo dat afstudeert in techniek of zorg stijgt van 23,7% (in 2010) naar 34% (in 2014) en 40% (in 2020).

Eilander en ambities

Nog een rake uitspraak: ‘de Hoogevener’ heeft te weinig ambitie. Eilander (we generaliseren hardop) constateerde (in mijn woorden) een soort psychologische leemlaag waar het moeilijk door heen komen is. We doen net of ‘de Hoogevener’ bestaat en constateren dan ‘doe maar gewoon dat is al gek genoeg’ of ‘wie voor een dubbeltje geboren is’ …..kortom: je steekt in Hoogeveen moeilijker boven het maaiveld uit. En als dat wel goed lukt? Blijf je dan in Hoogeveen? We komen daar bij de paragraaf over Silicon Valley op terug.  “Mien zune kan net goed an ’t wark als zien va’ hoorde Eilander nog wel eens zeggen….’of niet’ hoor ik iedereen denken. We hebben in Hoogeveen een unieke categorie inwoners: de vierde (!) generatie werklozen in een familielijn. Dus niet iedereen kan nog hetzelfde werk doen als zijn of haar voorouders.

Onderzoek heeft laten zien dat er een samenhang is tussen de onderwijspositie van ouders en hun kinderen. Zo hangt het behaalde onderwijsniveau van een kind voor een deel samen met dat van de ouders. Naarmate de ouders een hoger onderwijsniveau hebben, heeft het kind dit ook. Deels zal dit een directe, genetische oorzaak hebben. Daarnaast is er echter ook sprake van andere mechanismen waarlangs onderwijssucces kan worden overgedragen van ouders op kinderen. Zo speelt onder andere cultureel kapitaal een rol (Traag, Valk et al. 2005). Kinderen die opgroeien in cultureel meer ontwikkelde kringen vinden het later makkelijker om zich zelf in dit soort kringen te begeven, wat het makkelijker zou maken om een hoog onderwijsniveau te voltooien (Bourdieu en Passeron 1977). Daarnaast speelt ook economisch kapitaal een rol: als ouders meer geld te besteden hebben, dan maakt dat het voor hen makkelijker om hun kind een goede opleiding te laten volgen (Traag, Valk et al. 2005). Voor de onderwijsrichting blijkt er vooral een samenhang te zijn tussen vaders en hun zonen en moeders en dochters. Zo vader zo zoon, zo moeder zo dochter? Zo heet een onderzoek naar de intergenerationele overdracht van onderwijsniveau en –richting. Sociaaleconomische trends, 4e kwartaal 2011 uitgegeven door het CBS. We moeten dus een iets van de historie van ‘de Hoogevener’ doorbreken. Het zou voor het psychologische effect goed zijn om die Hoogeveners die nationaal of internationaal succesvol zijn of zijn geweest als rolmodel voor de Hoogeveense jeugd te portretteren. Niet alleen Erik Dekker, Rob Houwer, Vivianne Miedema. Maar juist Hoogeveners die bedrijven starten, (internationale) managementposities betrekken, succes hebben in wetenschap. De doorzetters die niet in de spotlight van de camera staan. Zijn het er weinigen? Hoe zit dat eigenlijk met de historie van Hoogeveen? Laten we dus nog even stil staan bij de historie van ons Hoogeveen. Wie zijn geschiedenis niet kent, kent zijn toekomst niet?

Hoogeveen ‘Dynamische kern van Drenthe’

In de periode 1800-1900 was Hoogeveen een dorp met kanalen en teerde het op de veenarbeiders. Enkele grondbezitters ver weg en natuurlijk de handel en het vervoer wat met de verveners meekwam. Het Kruis (centrum van Hoogeveen) groeide daardoor. Om Hoogeveen heen was er de nodige (kleinschalige) landbouw. Een veenkolonie met handel zou je kunnen zeggen. De veehandel groeide ze richting de 2e W.O. en er was een bloeiende veemarkt. Uit de agrarische wereld groeien coöperaties als de DOC.  In 1924 kwam de ‘blikfabriek’, later onderdeel van Thomassen en Drijver. Die leverde de verpakking voor de tuinbouwproducten, zoals die vanaf 1929 werden verwerkt bij de Kennemer Conservenfabriek Lukas Aardenburg, later onderdeel van de IGLO (Unilever). De eerste industrie. Na de 2e W.O. gooit Hoogeveen het nog meer over de industriële boeg. Standard Electric, Fokker en Philips komen naar Hoogeveen. De stad Hoogeveen wordt een bloeiende en groeiende industriestad. Zelf noemden ze het ‘de Dynamische kern van Drenthe’.  H.J. Stuvel schreef er in 1963 een boekje over. Uitgever van dat boekje: de gemeente Hoogeveen. Hoogeveen was in die periode namelijk de sterkst groeiende stad van Nederland. Mogen we achteraf zeggen dat men toe op lauweren gerust heeft? Nee, men heeft hard doorgewerkt aan de verdere ontwikkeling van Hoogeveen als industriestad. Voor iedereen toen betrokken, was daar niets mis mee. Wijk naar wijk werd aan Hoogeveen gebouwd. Vanaf 1948 (Tuindorp) tot in de jaren 60 werden negen wijken bijgebouwd. Planologen hadden meerjarenplannen met een groei over de 100.000 inwoners. Hoogeveen ging inzetten op hoogbouw. In 1974 werd de Arend gebouwd….Eind jaren 70 startte met de nieuwe woonwijk de Weide (over de A28). Vanaf de jaren 70 zien we een omslag in de economische ontwikkeling. De groei van TVM (gestart in 1962) of de komst van Unigarant in 1977.  De jaren 80 en 90 zijn de jaren van de ‘efficiencybeurs’, in de dienstensector komen computers. Philips groeit in 1971 met 500 banen en in 1989 heeft men zelfs meer dan 1.000 man aan het werk. Dan komt de omslag. In 1997 en 2001 gaan grote afdelingen naar Polen en in 2004 wordt de laatste afdeling opgeheven. Kortom we moeten op zoek naar de uitdagingen voor de toekomst. Industriestad blijven? Inzetten op dienstensector? Agri-business? Dat kan allemaal als we de juiste drivers maar hanteren!

60a227bed82d4054c12575060049043c_wpicture1_1 (1)

Drivers of innovation

De toekomst van bedrijven worden bepaald door twee ‘drivers’ zo sprak Adjiedj Bakas op 11 november 2014 in de Tamboer van Hoogeveen:

  • Duurzaamheid
  • ICT

Deze thema’s zijn bepalend voor de toekomst! Daarop moet

silicon

Hoogeveen zich richten? Industie, Dienstverlening, Agri of Zorg? We moeten ons aansluiten bij ‘Smart Industry’ en worden tot een smart city! Ik ga daar graag in apart blog op in ….anders wordt deze blog zo lang…J

Silocon Valley ligt onder San Fransisco

Het was lang een armoedige regio dat Silocon Valley. Er was een – koude – oorlog voor nodig om de basis te leggen voor de smeltkroes van kennis, ambitie en ondernemerschap die het vandaag de dag is. Hoogeveen ligt vlak onder Groningen (en boven Enschede) en ja, we hebben geen universiteit, maar Stanford ligt ook niet in Silocon Valley…! Dus is het bepalend of we….

…. de wetenschap als ondernemer naar Hoogeveen weten te krijgen!

Voor de productie van de vindingen moesten in het USA van de koude oorlog in rap tempo nieuwe bedrijven uit de grond worden gestampt, maar tot dan toe was er nog geen elektronica-industrie van belang. Daarom werd vanuit Stanford een nadrukkelijk beroep gedaan op studenten. De grote aanjager achter dit compleet nieuwe fenomeen: decaan Fred Terman, de leider van Harvards geheime r&d-club. Hij maakte Stanford tot een broedplaats van ondernemerschap en sloeg de brug tussen de kennisontwikkeling binnen de Alma Mater en de buitenwereld. Professoren gingen bedrijven adviseren, bedrijven kregen de kans om met patenten aan de slag te gaan; de ondernemende universiteit was geboren.

De sleutel tot dit succes? Das Venture Capital…

Vanaf de jaren negentig in 19de eeuw was er een inspanning van Stanford (universiteit) en andere instellingen om ‘een eigen industrie’ te scheppen. Wat ook meehielp was dat de overheid er defensiedollars ging besteden. Vanaf de jaren veertig en vijftig van de 20ste eeuw bracht het de eerste serie fameuze startups voort. De bekendste was die van Stanfordstudenten William (Bill) Redington Hewlett and David (Dave) Packard. Zij richtten het technologiebedrijf Hewlett-Packard op. Het gebied toonde zich instaat zichzelf (steeds!) te vernieuwen. Het begon allemaal met de lampenbuizen, later werden het de chips en halfgeleiders. In de jaren zeventig en tachtig wist de regio een leidende rol te claimen in opkomst van de personal computers. In de jaren negentig werd het de bakermat van de internetindustrie. Een hausse aan halfgeleiderbedrijven bezorgden de Silocon Valley zijn huidige naam. Maar nog steeds kwam een derde van Stanfords onderzoeksbudget uit werk voor defensie en ruimtevaart, terwijl ook de bedrijven in de omgeving dreven op de overheid als klant. Een volgende innovatiepush vond plaats, toen de financiële wereld de high-tech ontdekte en de spin-offs van universiteiten niet langer voor hun funding afhankelijk waren van defensie en grote bedrijven. Een nieuw type investeerder verscheen: venture capital zorgde vanaf toen ervoor dat ideeën en talent in aanraking kwamen met kapitaal. En, ook belangrijk: de banden met defensie werden losser, producten werden voortaan meer en meer voor de zakelijke en consumentenmarkt ontwikkeld.

Nu is het de beurt aan bijvoorbeeld de social mediabedrijven. Wat veel ondernemers zeggen is dat de drempel er laag is. Je kunt er als starter makkelijk netwerken, er gaan eenvoudig deuren open. De ondernemers die er rijk worden steken hun dollars vervolgens weer in de nieuwe generatie startups. Zo blijft de startup-cultuur er levend. Venture capital is vervolgens gekomen als opvolger van defensie. Daar moeten zeker met zo’n belangrijke speler als Fokker ook op inspelen. En dat is geen regiopolitiek, maar verder kijken dan de regio. Daarvoor moeten we in Den Haag of juist wel in Amsterdam (de beurs?) zijn!

silicon 2

 

Bill en Dave van Hoogeveen?

De heren Bill Hewlett en Dave Packat beginnen in een garage een bedrijf wat anno nu ongeveer 350.000 man personeel over de hele wereld heeft. Hoe krijgen we in Hoogeveen wetenschap en ondernemerschap aan elkaar gekoppeld. Mooi dat CDA deze week ook op bezoek was bij het Alfa College waar de technische MBO’s direct gekoppeld worden aan de ondernemers in een branche. Een start zou ik zeggen, maar ik heb meer ambities. Hoogeveen als broedplaats van innovatie en entrepreneurship. Dat zouden we moeten willen. We liggen tussen RUG en TU Twente in. Maar afstanden of geografische ligging zijn niet doorslaggevend. Zeker niet in de periode 2050 en verder. Ruma Rubber is een voorbeeld hoe dat met de LU Wageningen kan en moet plaatsvinden! Zo moeten er toch meer te vinden zijn? Onderstaande: de schuur waar HP begon…die hebben we in Hoogeveen ook wel..!

hpgarage1

 

 

Chareloi als tweede voorbeeld?

Het putje van economisch europa zou zou je de Belgische plaats wel kunnen noemen. Maar hoe komt men daar tot een opmerkelijke revival? Ook dit bewaren voor een afzonderlijke blog!

Rapport ‘The Netherlands of 2040’

‘The Netherlands of 2040’ brengt in vier scenario’s de toekomst van de Nederlandse economie in beeld. Deze toekomst staat of valt met slimme mensen en sterke steden. Beleidsmakers staan voor strategische keuzes om de Nederlandse economie klaar te stomen voor de toekomst.

Een van de meest betrouwbare voorspellende factoren voor stedelijke groei in de afgelopen eeuw is het opleidingsniveau van een stad. Ja, dat wisten we al uit 111 jaar ontwikkeling van Engelse steden. Maar goed, nog een voorbeeld: Boston. Door de aanwezigheid van de hier van oudsher gevestigde topuniversiteiten (Harvard, MIT) blinkt Boston uit in technologie, hoger onderwijs en financiële diensten. Hoe kunnen scenario’s laten zien dat mensen en steden belangrijk zijn, en dat ze samen nog belangrijker zijn? Om een antwoord op deze vraag te kunnen geven, moeten we kijken naar mogelijke toekomstige technologische veranderingen en de richting waarin de technologie zich ontwikkelt. De stand  van zaken in Hoogeveen is juist daarom zo dramatisch. We staan ruim achter, minstens zo erg als Rotterdam-Zuid zou ik zeggen.

Smart Cities 2050

Tegen het jaar 2050 zal de wereldbevolking bestaan uit negen miljard mensen. De vraag of er voldoende  hulpbronnen in de wereld zijn is zeer ernstig. Maar de weg van nu af aan is niet somber – er is veel activiteit in het proberen om een ​​pad te definiëren naar een toekomst vol mogelijkheden, van geweldige mensen en met buitengewone projecten. De concepten voor 2050 uitgewerkt voor reizen zijn fascinerend.  Sommige design studio’s zijn begonnen met het visualiseren van de woningbouw, de mobiliteit 2050 en de groene stad. Een presentatie van een aantal intrigerende mogelijkheden en een aantal revolutionaire ideeën! Laat de ontwerpen maar eens op u inwerken. En dan zouden we dat in  Hoogeveen moeten visualiseren! Het kan!

Pictures of the Future

Towns of Talents

In het kader van  toekomstige scenario’s in ‘The Nethderlands 2040’ is het één scenario wat volgens mij Hoogeveen goed zou passen: Talent Towns, het scenario waarin arbeidskrachten zich specialiseren en de omvang van de steden relatief klein is. Voor de andere scenario’s verwijs ik naar dit onderzoek. De economie ontwikkelt zich naar een takeneconomie waarin arbeidskrachten één of meer taken uitvoeren en niet meer één of enkele producten vervaardigen. Dit betekent dat arbeid anders verdeeld moet worden. Er zijn twee mogelijkheden. Als eerste de vorm waarin arbeidskrachten zich specialiseren en excelleren in één of enkele taken. Ze werken in teams van gelijksoortige specialisten; deze teams kunnen virtueel of internationaal zijn. De mate waarin bedrijven en steden zich kunnen specialiseren wordt bepaald door de kosten van het coördineren van de taken. Voorbeelden van gespecialiseerde steden zijn Detroit – gespecialiseerd in de productie van auto’s – en Eindhoven, dat bekend staat om zijn consumentenelektronica. En ten tweede de vorm waarin arbeidskrachten manusjes-van-alles zijn, die vooral voor de lokale markt produceren. De generalistische werknemers kunnen probleemloos worden ingezet voor allerlei banen. Ze gebruiken input uit de wereldwijde kennisvoorraad en importeren onderdelen. Ook hier straalt het karakter van het beroep.

Stelt u zich een wereld voor met relatief kleine steden (100.000 tot 200.000 inwoners) en gespecialiseerde werknemers en bedrijven. Communicatietechnologie (CT) stelt gespecialiseerde werknemers in staat om in virtuele teams samen te werken, vooral in de dienstverlening. Het is niet altijd nodig dat mensen elkaar in persoon ontmoeten om met succes nieuwe producten te ontwerpen, productieprocessen te verbeteren of marketingcampagnes te bedenken. Bijgevolg nemen bedrijven specialisten van over de hele wereld in dienst.

Specialisten hebben baat bij persoonlijke interacties met hun medespecialisten en dat bepaalt hun keuze van vestiging. Persoonlijke ontmoetingen geven de mogelijkheid om de ontwikkelingen op hun gebied in de gaten te houden, ideeën uit te wisselen of reputaties te bespreken. Daarnaast kiezen ze hun woonplaats op basis van de aantrekkelijkheid van de leefomgeving en de beschikbaarheid en kwaliteit van consumentenvoorzieningen zoals restaurants, theaters, kinderopvangcentra, scholen enzovoort.

Synthese

Dus hoe brengen we Eilander, Hoogeveen Dynamische kern van Drenthe, Silicon Valley, Smart Cities, Towns of Talents bij elkaar? Hoe maken van deze informatie nu een flow voor Hoogeveen. Hoe maken we dat we weer kunnen zeggen ‘Hoogeveen is Heavy’.  The place to be. Een van de beste plaatsen om op te groeien, te wonen en te ondernemen/werken? Dat kan alleen integraal! Dus bedrijven, onderwijs, politiek, culturele sector, bouwers en ontwerpers, ICT-ers alles grijpt in elkaar!

Oproep

CDA Hoogeveen zou niet moeten starten met een denktankwerk, een kerntakendiscussie, maar met een een visie 2050! Waar we nu aangaan werken (komende 3 jaar) moeten we zien in het perspectief van wat er moet staan in Highmore Town of Talents in 2050. Mensen dat is over nog maar 35 jaar….okay, je kunt zeggen dan ben ik al 14 jaar met pensioen (bestaat dat dan nog?) of ’t zal mijn tijd wel duren, maar dat is niet het rentmeesterschap van het CDA!  We kijken goed en lang genoeg vooruit. En 35 jaar dat is maar 9 collegeprogramma’s verder! Dus vandaag nog beginnen. Ik hoop in 2018 te kunnen zeggen: we zijn begonnen aan een plan van 35 jaar ontwikkeling van Hoogeveen tot Town of Talents! Daar wil ik wel voor gaan! Stuur mij uw ideeën voor Hoogeveen 2050….

smart cities

 smart city 2050 mangrove-torens met veel groen!

smart cities 2

smart cities 3