Prijst niet den wind, maar den goeden koers was een gezegde wat ik zelf bedacht toen ik de jaarrekening van 2020 van Hoogeveen las. Het zakencollege is maar tijdelijk, echter ook in 2021 en na maart 2022 is het zaak om koers te houden. 

Dit kwam bij mij boven toen ik de jaarrekening van de gemeente Hoogeveen mocht lezen. In het jaar 2020 is veel gebeurd. Als we terugkijken, kunnen we voor 2020 zeggen: de verandering heeft bittere wortels, maar haar vruchten zijn zoet (vrij naar Socrates). Kortom financieel is het beter gegaan en het ingrijpen in zomer 2020 heeft iets opgeleverd. Er moesten bittere beslissingen worden genomen, maar het resultaat €  97.000 verlies terwijl het oude college nog met een begroting van 3,6 miljoen negatief moest doen. En terwijl we in 2019 wij nog bijna 4 mln en in 2018 zelfs 9 mln verlies leden. Ook was over 2020 een negatieve reserve van 2,5 mln verwacht en we blijven op 1 mln positief staan. We zijn in Hoogeveen langs de rand van de financiële afgrond gelopen, maar er niet is ingevallen. Er moest in 2020 iets gebeuren, CDA heeft daar haar nek voor uitgestoken en we zijn dan ook blij dat het financieel nu goed gaat. Maar ondanks deze financiële uitkomsten zijn we er als CDA niet gerust op.

Daarom deze titel. Prijst niet den wind, maar den goeden koers. De winden zijn buiten de invloedsfeer van de schipper. De koers bepaald de schipper zelf. Het college heeft vanaf 8-oktober-2020 een koers uitgezet en dat zorgt voor een financieel beter resultaat. Echter in 2020 hebben wij vele miljoenen mogen ontvangen die onverwacht waren en nog erger, die incidenteel zijn. In het sociaal domein tellen we al bijna 3 mln van dit soort gelden. Kortom onze zorg zit er in dat we in 2020 duidelijk de wind meegehad hebben, maar niet zeker zijn of de ‘financiële lekkage’ nu opgelost is. De verwachtingen zijn dat ook voor de komende jaren de wind uit Den Haag goed staat. Gezien de formatie redelijk ongewis dat wel, maar de zogenaamde meicirculaire gaf redenen om nog meer voordelen te verwachten. Hoogeveen komt volgens de planning zelfs op een algemene reserve van zo’n 26 mln in plaats van de verwachte 19 mln…..daarbij geldt wel: als we de juiste koers weten te houden.

We hebben dit college bij haar start gewezen op de problemen die wij constateerden t.a.v. de financiën in Hoogeveen. Het sociaal domein, vooral jeugdzorg (of jeugdhulp) is ons probleemkind. Als we dieper in de jaarrekening 2020 duiken dan komen er meer en meer zorgen aan de oppervlakte. Dan hebben we het dak nog niet dicht zitten. Bij jeugdhulp werd in jaarrekening en ook nader onderzoek door CDA duidelijk dat niet alleen de huisartsen over ons budget beslissen, maar inmiddels ook de VNG (bijvoorbeeld door het zorgakkoord) en de jeugdzorgregio. Daarin de gemeenten uit Zuid-Drenthe die gezamenlijk beslissingen nemen over een deel van ons budget. Het is dan ook des te zorgelijk dat als we de incidentele gelden niet meetellen en we ondanks groei van budget van 16 naar 20 mln voor jeugdhulp er nog 1,6 mln tekort is. Dan is de ombouw van de jeugdhulp niet gereed. Op maandag 6 september voelde de CDA-fractie daar het college over aan de tand. Ten Kate gaf aan dat we in Hoogeveen nog dagelijks leren en steeds beter de financiële gevolgen van handelen in de jeugdzorg in beeld krijgen, beter onderzoek doen naar oorzaken en afwijkingen. Dat hij verwacht dat door regionale samenwerking de invloed niet groter zal worden maar daarmee meer druk op (vooral grote) aanbieders kan uitoefenen. Tenslotte dat Hoogeveen gewoon net als andere gemeenten een taak verkregen van het rijk dient uit te voeren. Echter dat hij komende jaar 5 miljoen extra verwacht voor Hoogeveen op dit dossier. Het gaat niet snel, maar dat stelde de CDA-fractie enigszins gerust.

Toch is het minimale verlies over het boekjaar 2020 van 97.000 een positief bericht.  De ambtelijke organisatie en de bestuurders hebben hard gewerkt om grip op de financiën te krijgen en wij als raad hebben in 2020 alle discussies aan de kant gezet en doorgepakt als het ging om bezuinigingen.  Een zakencollege werd als noodgreep ingevoerd, daarom mogen we blij zijn dat dit alles, ondanks de corona-pandemie, toch op financieel vlak tot betere resultaten dan verwacht heeft geleid.

Echter als we terugkijken op het dubbel crisisjaar 2020 dan zien we ook dat we nog steeds niet ver verwijderd zijn van de financiële afgrond:

  1. Ons weerstandsvermogen is nog steeds negatief. Met voorgenomen omzettingen nog steeds 4 mln.  Negatief. Met name onze financiële risico’s op de verstrekte geldleningen vallen bijna 1 mln slechter uit dan verwacht.
  2. Het resultaat van 97k negatief wordt grotendeels veroorzaakt door incidentele meevallers. Bijna 3 mln in totaal, waarvan 2,3 mln door transisitiefonds jeugdhulp, waarvoor we nog middelen van andere gemeenten hebben moeten reserveren.
  3. Ondanks dat we jeugdhulp over 2020 van 16,4 naar 20,1 mln hebben bijgesteld hebben we toch nog 1,6 mln meer uitgegeven. Daarbij moeten we de komende jaren 6 mln ombuigen op deze post. Zijn we wel op koers met deze post? Of betalen we nog steeds voor onnodige zorg, voor niet bewezen zorg, voor hoger winstmarges bij zorgaanbieders en kosten controles en overhead ons vele miljoenen. We hebben 12 opdrachten meegegeven (zie bijlage). Deze moeten we bewaken.

Kortom ons financiële herstel is fragiel. Financiële wethouder Reneman zei het anders ‘we zijn net klaar met de heipalen en moeten nog beginnen aan de bouw van het huis. We zijn de bocht in de tunnel genaderd, maar zien het licht nog niet. Kortom ook hij waarschuwde voor te grote verwachtingen. Hij sprak zelfs een winstwaarschuwing uit rondom de komende bezuinigingen op het sociaal domein. De begrote 8,5 mln in de jaren 2022, 2023 en 2024 lijken erg moeilijk haalbaar. Een tanker van koers te laten veranderen is lastig. Beter nieuws had wethouder Tabak die aangaf dat van de in 2019 verwachte bezuiniging op WMO-indicaties er in 2021 zo’n 1,2 mln wordt gerealiseerd. Door herindicaties hebben namelijk niet alleen tot verlagingen van kosten, maar tot meerkosten geleid. Men kijkt echt wat nodig is, niet wat in de regelgeving staat. Ook dat is een hoopvol bericht.

Zelf vind ik dat we moeten doorzetten met aanpassingen in organisatie en kritisch zijn op onze plannen en ambities (er komt nog een blogje over de gemeentelijke organisatie, als ‘organisatie-adviseur’ is de gemeente een intrigerende organisatie…). Wij zijn positief over de verbeteringen in de jaarrekening, licht en schaduw worden steeds duidelijker, maar willen graag koers houden, ook na de verkiezingen 2022. Dat vraagt om daadkrachtige bestuurders die dichtbij de Hoogeveners staan.  Maar met 200 mln begrotingstotaal, met 760 ambtenaren en 6,5 mln investeringsbudget kunnen we Hoogeveen toch verder helpen. Er is nog veel te doen de komen tijd. Deels door deze steeds minder verdeelde raad, deels door de nieuwe raad.

Om in de sfeer van spreekwoorden en gezegden te blijven. “Het einde bekroont het werk”.  Volgens het boek Latijnse uitspraken (vertaald in 1755) wordt dat als volgt uitgelegd: ”Het is een groote zaek, dat men wel heeft begonnen; maer als men wel voleindt, dan heeft men het gewonnen”. Of bekender wellicht: men moet de dag niet prijzen vóór het avond is. De avond van 6 september kende ook een tweede deel. Partijen vroegen hoe het zakencollege zelf terugkeek op afgelopen periode. Ze waren onverminderd positief over hun werk. Dat kwam mij toch wel een beetje over als ‘wat vindt u als HZVV-supporter van HZVV’ maar toch…er gloort hoop, we zijn langs de afgrond gereden en we zijn weer op weg naar voldoende geld in de spaarpot om te investeren en om tegenvallers op te vangen. Kortom er moet nog veel gebeuren. De start over 2020 geeft ons goede moed. Het is zaak om op de verstandige koers te blijven….Daar zal op 16 maart 2022 een besluit over worden genomen. Tot die tijd hebben we alle vertrouwen in het reorganiserende zakencollege.