‘Brief’ in blogvorm aan Bas Knoop van FD. Na aanleiding van artikel over ‘hoe angst politici en accountants gegijzeld houdt’ en laat ik nu beiden zijn…

Aan Bas Knoop, redacteur Financieel Dagblad. Op 23 december schreef u in het FD een artikel onder de titel ‘Hoe angst voor de boze buitenwereld politici en accountants gegijzeld houdt’. Nu kan alleen voor mezelf spreken, maar ik herken me helemaal niet in uw tekst. En dan ben ik accountant én politicus. Op zich al een combinatie die niet getuigd van een angstige grondhouding.

Intro
Hoewel ik zo transparant mogelijk probeer te zijn door mij blog (www.kreuzeman.nl) toch even kort introductie. Medeaandeelhouder van Afier. Een Noordelijke accountantskantoor gericht op Noordelijke (familie-) bedrijven en vele maatschappelijke instellingen. Zie www.afier.com. Daarnaast naast sinds 13 september 2018 fractievoorzitter van CDA Hoogeveen. Zie daarvoor www.cda.nl/hoogeveen.

Toeval en angst
Accountants en politici lijken op elkaar met als verbindende factor: angst zo schreef u paginagroot in het FD. Wij zijn bang voor de toorn van de boze buitenwereld, uit vrees voor aantasting van onze machtspositie. U generaliseert wel volop en uw overgang van accountancy-redactie naar de politieke redactie (logisch met uw opleiding) lijkt er voor te zorgen dat u toevallig deze werelden aan elkaar koppelt.
Als accountant in de politiek (en andersom) kan ik ook wel een handje vol grote verschillen tussen politici en accountants bedenken. Het kost geen moeite om een artikel te schrijven waarin we deze verschillen analyseren. Maar zeer opvattend is het verschil in wat ik businesscase-denken zou willen noemen. Als we bij een politiek voorstel in lijn met de accountancy erg een businesscase (liefst gebaseerd op de maatschappelijke kosten-batenanalyse) van zouden maken dan zouden politici besluiten veel sneller kunnen en durven nemen. Accountants zijn gemiddeld genomen ook wars van proefballontjes of media-aandacht….maar mogelijk is dat iets voor een nieuwe blog.

Zijn accountants zo angstig? Zijn politici zo angstig? Ik zie ook wel dat accountants geweldig verdienen, zeker bij grote kantoren of bovenaan de apenrots, ik zie ook wel dat politici aandacht en invloed erg waarderen. Maar is de wereld zo ongenuanceerd te benaderen? Voordat ik mijn waarneming van mijn beide functies met u deel graag even aandacht uw slotwoord. Vooral omdat we het daar wel eens zijn.

Gemeenschappelijk verhaal
U eindigt met ‘proefballontje hier, proefballontje daar. Een gemeenschappelijk verhaal ontbreekt tot dusverre’. En daar wil ik graag met u in meegaan. Dat geldt voor politici en voor accountants. Waarom zijn wij hierop aarde of hoe maken wij dat wij ons tijd nuttig in zetten voor onze aarde en zij die daarop wonen. Bij CDA best mooi weergegeven in de slogan ‘voor een Nederland dat we door willen geven’. Daar zit heel veel in. Zelf heb ik ook ervaren dat een gezamenlijk doel in de politiek tot vereende krachten leid. In mijn eigen gemeenteraad zag je dat bij aanpak van werkloosheid in de crisis, de komst van een groot outletcentrum in nabijgelegen plaats of (hoe complex ook) het behoud van ziekenhuiszorg in de regio. Kunnen we tot gemeenschappelijk doel komen, dan wordt over liberale, sociale, christendemocratische, lokale of andere muurtjes heen samengewerkt. Hoewel ik ook weer veel zorgen heb over een raadsakkoord….het definiëren van één of enkele gezamenlijke doelen is wel een middel om minder angstig te zijn. Ook in de accountancy zou één gemeenschappelijk verhaal goed zijn. Kan dat? Als we terug gaan naar grondwaarden, kan dat wellicht. Natuurlijk zijn de internationale accountantsconcerns olietankers als ze van koers moeten veranderen, maar gelukkig zijn er ook vele slagvaardige kleine schepen in de vaart!
Maar de wens om één gemeenschappelijk verhaal en angst zie ik graag los van elkaar. Graag ga ik in op de angst of het ontbreken daarvan.

Politiek
Mijn ervaring na 5 jaar raadslidmaatschap is juist dat politici niet bang zijn. Eén klacht, één mail of één brief en wij gaan gelijk in gesprek met de burger. En als we één ding in de politiek goed kunnen en ook moeten kunnen is dat ‘nee zeggen’. En uitleggen waarom we dat doen. Overigens geldt dat ook voor ‘ja zeggen’, maar daarbij ontstaat vaak minder commotie. Een gemeente als Hoogeveen heeft jaarlijks 200 miljoen te verdelen. Ongeveer 100 miljoen gaat naar sociale doelen. Zaken die de burger direct raken. Door de grote decentralisaties van de rijksoverheid zijn de taken op dat vlak serieus uitgebreid en dienen (parttime) politici hele grote beslissingen te nemen. Beslissingen die niet altijd leuk zijn. Drie jaar na de decentralisatie staat namelijk bijna bij iedere gemeente met substantiële sociale uitgangen de exploitatie in het rood. Lekken eigen vermogensposities weg en komen gemeenten meer en meer in de problemen. Dat vraagt harde maatregelen. Veelal zie dan een Pavlov-reactie: de belastingen omhoog. In Hoogeveen heeft de raad dat op 8 november jongstleden tegen gehouden. Niet alleen omdat inwoners op andere fronten (klimaat, BTW, zorgpremie) veel voor de kiezen krijgen, maar vooral omdat de problemen zo groot zijn dat ze niet via paar % OZB kunnen worden opgevangen. Er moet fundamenteel ingegrepen worden. Dat vraagt veel moed omdat de politici die ik ken in de haarvaten van de samenleving zitten. Die komen mensen die ze ‘afknijpen’ dagelijks tegen op straat of in de supermarkt. Nog een (actueel) voorbeeld. Gemeenten hebben, terecht gezien de urgentie, klimaatdoelen gesteld. Velen hebben forse ambities omdat ze de gevaren of nadelen van fossiele brandstoffen zien. Wij zijn recent als raad gaan kijken naar de gevolgen van gaswinning in Noord-Groningen of naar de ontwikkelingen van energievoorziening in Eemsmond en boven Schiermonnikoog. Wat een impact. In Hoogeveen hebben we daarom ruimte voor zonneweiden gemaakt. Dit maakt veel los en vraagt ook heel zorgvuldig beleid. Toch heeft de raad van Hoogeveen 5 plannen voor deze initiatieven goed gekeurd. Inhoudelijk zeg ik d’r niets over, maar de raad is in het licht van het gemeenschappelijk duurzaamheidsverhaal niet bang geweest. Volle tribunes, spandoeken langs de wegen, stukken in krant en media. En persoonlijke contacten van tegenstanders met raadsleden. Toch hebben (de meeste) raadsleden voet bij stuk gehouden. Angstig die politici? Nog een voorbeeld. In Hoogeveen is de nodige overlast van (kansloze) asielzoekers, maar ondanks nare berichten en zelfs bedreigingen, hebben politici zich herhaalde uitgesproken voor goede opvang van opgejaagde mensen in onze plaats. Zelfs actie gevoerd voor schrijnende gevallen (mensen die 15 jaar in een procedure zitten bijvoorbeeld) en daarin dus geen angst getoond. Kortom graag citeer ik Ruud Lubbers uit zijn biografie ‘persoonlijke herinneringen’: politiek is niet voor bange mensen. Voor Ruud Lubbers gold dat als politicus. Denk aan zijn toespraak ten tijde van Anti-neutronenbom-demonstratie, maar zeker ook na zijn carrière als politicus. Zijn inzet voor de UNHCR of andere maatschappelijke doelen. In zijn grote verhaal spreekt me erg aan dat hij beïnvloed is door Pierre Teilhard de Chardin. Een voorbeeld voor politici. Geïnspireerd door een groter verhaal. Maar ook zoals je kunt lezen in zijn boek en interviews of de Herzberglezing van 2006 van binnen wel angstig, maar door bijzondere kracht, naar buiten toe daadkrachtig. Hij liet zich inspireren door grote Christelijke denkers, maar het gebeld gaf hem kracht. Misschien moeten politici op zoek naar hun grote verhaal, meer bidden of mediteren…?
https://www.trouw.nl/home/god-werd-steeds-meer-mijn-stille-geliefde~ae03c98c/

Accountants
Dan mijn beroep. De angstige accountants. Iedereen is bang iets te verliezen. Laten we daarmee beginnen. Alleen waar houdt je aan vast? Wat zijn de belangrijke waarden die je sowieso wilt behouden? Waar je zelfs op de laatste dag van je leven geen afscheid van wilt nemen? Als we die vraag stellen, dan komen vast niet op status, aanzien, vermogen, vastgoed bezit, beleggingsfondsen, autobezit of zeggenschap in de board of directors of zo.

Accountants in een kramp
U schrijft in uw artikel: accountants vreesden radicaal ingrijpen in hun verdienmodel die hun machtspositie zouden aantasten. Accountants schoten in een kramp. U schrijft over accountants die geobsedeerd raakten door regels en afvinklijstjes. U generaliseert wederom, maar heeft ook wel een beetje gelijk. Niet gedocumenteerd is niet gecontroleerd werd het adagium in het beroep. Het ontdekken of meedenken werd ondergeschikt aan het goed op schrijven. Toen ik in 1996 in het accountantsvak startte werd daar overigens ook helemaal niet moeilijk over gedaan. Ik vroeg, waarom moet ik dat alleemaal opschrijven? Dat noemen wij hier CMA-notes werd mij gezegd. Waar staat dat voor? Cover My Ass zo werd me lachend uitgelegd. Het was dus een cultuur die door het beroep heen en door de jaren heen van toepassing was. Zorg voor rugdekking. Helaas niet helemaal zo’n gewenste intrinsieke motivatie om vooral je werk goed te willen doen. Inhoudelijk goed. Dus door de klant goed te kennen, innovaties toe te passen of bij te dragen aan de toegevoegde waarde van accountantscontroles.

Machtspositie
U geeft aan dat accountants strijden voor het behouden van hun machtspositie. Ik neem aan dat daarmee niet doelt op het aanzien in de lokale samenleving. Op golfclub, rotary of lions…maar dat u doet op de wettelijke of juridische controleplicht? Als de accountant afhankelijk is van de flinterdunne legitimatie vanuit wet- of regelgeving dan vraag ik me inderdaad af of dit duurzaam is. Iedereen weet dat de politiek wispelturig is. Niet iedere politicus is angstig (naar buiten toe) maar velen zijn wel voor hun herverkiezing afhankelijk van hun score op de publiciteitsmeters van hun fractie of partij….’u was niet voldoende politiek zichtbaar’ is een (zeer verkeerd) angstbeeld van veel beroepspolitici. Daarom moeten accountant hopen en bidden voor politici als Ruud Lubbers, maar ook op hun qui-vive zijn als het om de politiek gaat. Veel beter kan hun ‘machtspositie’ door de maatschappelijk erkenning van hun toegevoegde waarde versterkt worden. De wereld van 2019 en de komende decennia hebben transparantie, ook in economische verkeer, hoog op de agenda staan. De economische bijdrage van een onderneming of instelling zal niet losgezien worden van de ‘true value’ die een onderneming levert. Dat op waarheidsgetrouwheid controleren, daar ligt de toekomst van techniek en automatisering, maar daarnaast ook van een objectieve derde die dit regisseert. Die derde partij zal de accountant kunnen zijn!

Verdienmodel
Veel discussie is al gevoerd over het verdienmodel van de accountant. Steeds maar denk ik dan aan de wijze waarom de accountant beloond wordt. Niet de tonnen die vennoten van Big4 al dan niet terecht verdienen, maar daarvoor: de wijze waarop de accountant zijn nota mag opstellen voor de door haar/hem verrichte werkzaamheden. Vroeger was dat uren maal tarief of zelfs niet eens zo iets: ‘voor u verrichte werkzaamheden’ met een (flink) bedrag d’r achter. Reeds sinds de start van ons kantoor in 2004 breek ik mijn hoofd over de vraag: hoe kan de klant nu eerlijk zijn of haar accountant voor zijn of haar diensten belonen? Vaste aanneemsommen en open calculaties worden door ons kantoor al jaren gebruikt. Natuurlijk stuiten we daar op het probleem van de wederzijdse afhankelijkheid. We vergeleken dat vaak met bouwprojecten. Een bouwer gaan een huisbouwen, maar het fundament wordt door de klant of door een derde gelegd. Wat nu als dat fundament voorafgaande of nog veel erger tijdens de bouw niet sterk genoeg blijkt. In de bouw wordt gelijk alles stilgelegd en vind er (spoed-) bouwoverleg plaats. In de accountancy hebben velen gedacht, ach dat los ik wel even op en dan stuur ik (onverwacht) wel een meerwerknota. Mijn werk wordt zo gewaardeerd, dat dit altijd wordt betaald. Het adagium ‘een tevreden klant betaald alles’… Moeten we niet fundamentelere hiernaar kijken? Wat bepaald de waardering van het werk van de accountant en hoe wordt men beloond. Gezien de uitdagingen in de sector (politiek, toezicht, arbeidsmarkt) zou dat best veel transparanter mogen plaatsvinden. Hoe kan een opdrachtgever nadrukkelijker in de business van zijn accountant kijken? Hoe een beeld krijgen dat hij/zij haar geld waard is? Door aandeelhouder te worden van de accountant? Of in de RvC te gaan zitten? Kortom dat is geen begaanbare route?

Of kunnen we een universeel model voor vergoeding van accountantswerkzaamheden bedenken. Zo danig dat daarmee een maatschappelijk acceptabel budget berekenbaar wordt? Een budget wat bijvoorbeeld AFM kan meenemen in haar toetsing. Wat zouden ingrediënten kunnen zijn:
• Omvang onderneming
• Nationaal of internationaal karakter
• Typologieën
• Staat van automatisering
• Belastingtechnische positie
• Maatschappelijk bijdrage
• Score volgens meters als:

  1. Kwaliteit AOIB
  2. Kwaliteit P&C-cyclus
  3. Kwaliteit financiële functie (controller en afdeling P&C)

Natuurlijk blijft daar het probleem van verhouding bestek en oplevering fundament een rol spelen….maar het vertrekpunt is vooraf duidelijk. Accountants met lager uurtarieven kunnen meer toegevoegde waarde binnen het budget leveren. Cruciaal is de correlatie tussen beloning accountants, mate van in control zijn en state van maatschappelijke bijdragen van een onderneming. Als we daar de juiste triggers voor weten te bedenken dan kunnen we voorkomen dat accountants denken ‘minder in control is meer omzet’ of ‘minder maatschappelijke bijdrage is makkelijker (lees minder risicovol) te controleren’. Het zit dus in het model van beloning….daar moeten knappe koppen van de universiteiten, Nemacc, NBA, e.d. toch een oplossing voor kunnen vinden….
Nu is er een kantoor wat daar inmiddels een alternatief voor de verdienmodel/governance-discussie gevonden heeft: Manifesto. Het is een coöperatie (of eigenlijk zelfs meerdere) waar een klant lid van kan worden. Bij een coöperatie is de klant ook gelijk de eigenaar. Nu moet gezien de ViO waarbij, zeker bij controlewerkzaamheden, ook weer voorzichtig opgetreden worden. Iets met slagers en eigen vlees keuren. Immers als de (controlerend) accountant dient te luisteren naar zijn algemene ledenvergadering, dan kan hij/zij druk ervaren rondom oordeelsvorming. Daar zijn maatregelen voor te nemen. Uit oogpunt van transparantie is de rechtspersoon echter niet alleen bepalend. Via een Jaar-fair-slag kan ook een NV of BV inzage bieden. Echter het model van een coöperatie is wel het onderzoeken waard. Immers de leden bepalen het verdienmodel. Of moeten we nog en stapje verder gaan. Het ‘waardenmodel’. Het gaat bij een coöperatie immers niet persé om alleen het netto rendement na belastingen. Een coöperatie dient een gezamenlijk, coöperatief doel! Dat is prachtig: vooraf worden dus de waarden gedefinieerd. Manifesto noemt dat haar principes. Ze staan vooraan op hun site. Laten we eens kijken of Manifesto of Afier in de buurt komen van een waardenmodel wat op dit moment maatschappelijk verantwoord genoemd mag worden. Eerst staan we stil bij Manifesto.

Kenmerken van Manifesto.
Eind november verschijnt er in Trouw een interview met Erik Friedeberg van accountantskantoor Manifesto. Manifesto is dus een coöperatie uit Amsterdam. Inmiddels ook één Breda voor Nederland. Erik is mijns inziens de eerste (slagvaardige) accountant die Trouw heeft gehaald met zijn ‘grotere verhaal’. Het spreekt mij en volgens ook veel bedrijven en minstens zo belangrijk ‘werkzoekenden’ erg aan. Veel belangrijker nog is de missie die Manifesto is gestart dat wij alleen bedrijven niet alleen financieel moeten waardering, maar deze meer langs de meet van significantie moeten leggen. Wat deze scale of significance precies is, daar wordt nu aan gewerkt. Mooi suggesties zijn op de dag van de scale (7 december zie andere blog) gedaan. Hoopvol, veel enthousiasme en geen spoortje angst.

Hoe ziet een waardenvol accountantskantoor d’r uit?
Omdat verdienmodel beter waardenmodel genoemd kan worden leek het met goed om een lijstje met ‘wenselijke waarden’ op te stellen en twee mooie voorbeelden van niet-angstige accountants langs dit lijstje te leggen. Voor beiden maak ik gebruik van publieke informatie, dus moet ik soms aangegeven dat ik iets niet weet…transparantie is nog wel iets… (beetje ruzie met tabellen in wordpress).
Kortom er zijn kantoren die niet angstig zijn. Net als dat er politici zijn die niet angstig acteren. Er is hoop voor de toekomst. Al zijn (controlerend) accountants op dit vlak nog niet zo scheutig met hun eigen hoofdproduct: transparantie….!
Groet,
Erik-Jan