Op vrijdag 23 januari 2015 mocht ik met mijn dochter Julianne afreizen naar het Herinneringscentrum Kamp Westerbork te Hooghalen. Als vrijwilliger mocht ik met 5 andere Afieristen (medewerkers van accountantskantoor Afier) de namen van vele overledenen voorlezen.

Het was zeer indrukwekkend. Op de laatste van mijn 7 pagina’s stond de naam Sima Rijwka Dziubaltowski-Mijsliborski, veertig jaar. Tientallen malen heb ik deze namen geoefend. Zou ze weten dat iemand 72 jaar nadat ze vernietigd was door de waanzinnigen zo zou studeren op haar naam. Zal ze dat ooit weten? Deze vrouw ging me bezig houden. Wat zou ik op een besneeuwde zaterdag van haar kunnen achterhalen?

 

Pistrlow, West-Polen

In deze Poolse plaats wordt Rijwka (spreek je uit als Riefka) op 2 maart 1902 geboren. Ook haar man Michael wordt daar geboren.  Pistrlow is bekend als woonplaats van veel joden. In de eeuwen 1500-1700 mochten de toch al zo vervolgde joden daar onder bescherming van de Poolse koning wonen. In de crisisjaren woonden er 50.000 mensen in Pistrlow en daarvan bijna 17.000 joden. Het is niet duidelijk waarom Rijwka en Michael in 1932 de wijk naar Nederland hebben genomen. We weten ook niet of ze al zwanger is als ze aankomen in Heerlen of dat de hele zwangerschap in Heerlen plaatsvond.

Heerlen 1932

In Heerlen wonen ze aan het Tempsplein 19. Een woning met beneden praktijkruimte en een bovenwoning. Op dit adres wordt naar alle waarschijnlijkheid Julian geboren. Bijzonder dat ik met mijn bijna even oude Julianne ook de naam van deze jongen voorlees. Hij komt ook op 7 december 1942 om het leven, 10 jaar oud. Daarover zo meer.

Het Tempsplein is een mooi plein in Heerlen, woningen om een parkje gebouwd. Om de familie Dziubaltowski’s wonen diverse andere Joodse families. Volgens de verhalen van overlevende is het er gezellig met de familie Hertzdahl en Bloemgarten.  Hadden ze familie? Werden ze opgenomen? We weten dat er 125 Joden in Heerlen woonden en dat er een kleine synagoge was.

 

tempsplein

Tempsplein 19, nu de vestigingsplaats van Fysiotherapie Tempsplein

Maastricht 25 augustus 1942

Dus nog voor z’n tiende verjaardag ontvangt Julian met zijn vader Michael en moeder Rijwka een oproep om zich op 25 augstus 1942 te melden in Maastricht. Op de oproep luidt ‘arbeitsinsatz’ en omdat de Duitser geen barbaren[1] waren mochten moeder en zoon ook mee reizen met vader. Naast hen werden nog 53 Joden voor deze datum opgeroepen. Van de 56 personen die een aanzegging hadden gehad om zich te melden om met de eerste bus vanaf station Heerlen naar Maastricht te reizen, verschenen er zeventien niet, en 27 werden vrijgesteld wegens ziekte van henzelf of een familielid. Uiteindelijk werden er maar twaalf overgedragen aan de gemeentepolitie van Maastricht. Daarbij onze familie Dziubaltowski. Waarom? Konden ze nergens heen? Wilden ze wel vluchten, maar kregen ze geen hulp? Of dachten ze niet het ondenkbare?

In totaal ongeveer 580personen gingen er  van Maastricht naar Westerbork. Van deze zijn er ongeveer driehonderd daadwerkelijk op station Hooghalen aangekomen.  Het is gelijk de grootste deportatie uit Limburg . Uit de hele provincie hadden ze zich moeten verzamelen in een schoolgebouw aan de Professor P. Willemstraat te Maastricht. De op naam gestelde oproep, die afkomstig was van de Zentralstelle für Jüdische Auswanderung Amsterdam, was op 22 en 23 augustus aan de betreffende personen uitgereikt door een locale politieambtenaar, en bevatte de volgende tekst: “U moet zich voor eventueele deelname aan een, onder politietoezichtstaande werkverruiming in Duitschland voor persoonsonderzoek en geneeskundige keuring naar het doorgangskamp Westerbork, station Hooghalen, begeven. Daartoe moet U op 25 augustus 1942 om 20 uur op de verzamelplaats School Prof. P. Willemstraat, Maastricht, aanwezig zijn. […]”.

Daarna volgde een opsomming van mee te nemen goederen en over strafmaatregelen in geval van niet gehoorzamen.  De concrete voorbereidingen voor de eerste grote deportatie uit Limburg begonnen in juni 1942. Via de Beauftragte für die Stadt Amsterdam ontving het Gewestelijk Arbeidsbureau van Amsterdam op 15 juni de opdracht tot “Einstellung der Erfassung (registratie) der 16-40 jaehrigen Juden fuer die Judenlager in der werkverruiming”. Op 10 juli werden de leeftijdsgrenzen via dezelfde weg verruimd tot de groep van 16 tot 60 jaar.  Dit zou het uitgangspunt worden van de grote deportatie van 25 augustus. Met één verandering nog: op die datum werden niet alleen de mannelijke joden van 18 tot 60 jaar gedeporteerd, maar ook hun vrouwen en kinderen.  De Limburgse politie moest de joden overdragen aan de Duitsers…In de school verzamelden zich honderden mensen. Zij werden er geregistreerd, en kregen van de Joodse Raad wat spullen mee voor onderweg.  Midden in de nacht (24.00 uur) ging de hele stoet op weg naar het station. Deze  gebeurtenissen zijn op een zeer indringende wijze beschreven door een anonieme medewerkster van de Joodse Raad van Amsterdam.

dziubaltowski

 In 2012 werden 3 stolpersteinen in Heerlen in de weg aangebracht

Westerbork naar Auschwitz, augustus tot december 1942

Het is dus 25 augustus als de familie in Westerbork aankomt. De spoorlijn had in die dagen nog geen aftakking naar het Kamp Westerbork. De mensen moesten in de vroege ochtend van 26 augustus naar het kamp lopen. Allen waren jonger dan zestig jaar. Ongeveer tweehonderd van hen bleven slechts twee dagen, de familie Dziubaltowski niet. Zij worden in een barak ondergebracht. De grootste groep reist echter direct door in het transport van 28 augustus richting Auschwitz. De reis ging toen nog per personentrein, waaraan een goederenwagon was gekoppeld voor de bagage. De reis verliep redelijk comfortabel. “Iedereen was opgewekt en vrolijk”. Aan die vrolijkheid kwam een abrupt einde, want op 29 augustus in de late namiddag stopte de trein in Kosel, een werkkamp ongeveer een uur rijden vóór Auschwitz-Birkenau. De trein was de eerste die bij dit kamp halt hield. Alle mannen tussen 18 en 50 jaar, die tot dat moment nog de illusie hadden dat zij in een ver werkkamp, maar verenigd met hun gezinnen, zouden moeten werken, werden met geweld gescheiden van vrouw en kinderen. Zij waren verbijsterd dat de trein zonder hen verder reed. 158 mannen begonnen aan hun Odyssee langs tientallen werkkampen, waarbij de meesten de dood vonden, ‘ergens in Midden-Europa’.   De 125 vrouwen, kinderen en de mannen van 50 tot 60 jaar die de trein niet hadden verlaten, vonden allemaal de dood in Auschwitz, 117 van hen op 31 augustus in de gaskamer.

Zo moet gegaan zijn in december met de familie Dziubaltowski. Na 3 maanden in kamp Westerbork komt ook voor hen de oproep. Volgens de transportlijst moeten ze vertrekken op 4 december naar Polen. Op slechts 170 kilometer van hun geboortegrond en na jaren van relatieve veiligheid in Nederland, komen ze op 7 december 1942 weer aan in Polen, nu in de plaats Auschwitz-Birkenau. Michael moet naar alle waarschijnlijkheid ook eerder uitstappen. Rijwka en hun lieve Julian reizen nog even door. Bij aankomst in Auschwitz op 7 december worden de vrouw van 40 jaar en de jongen van 10 jaar gelijk vergast. De vader Michael leeft nog 2,5 maand, tot 26 februari 1943. Ook hij vindt dan de dood in Auschwitz.

Zo eindigde het leven wat ik op vrijdag 23 januari 2015 namens velen kort mocht herdenken.



[1] Want, aldus Generalkommissar Fritz Schmidt, de vertegenwoordiger van de NSDAP in Nederland, tijdens de feestrede die hij op 2 augustus 1942 mocht houden bij het tienjarig bestaan van de Nationaal-Socialistische Ortsgruppe in Waubach: “Wir sind keine Barbaren. Wir wollen auch den Juden ihre Familien mitgeben”.

O ja, d’r was ook nog een andere lezer, de heer W. A. van Buren uit Den Haag….

wa van buren