Dit blogje gaat over de 6 archetypen of grondhoudingen die je terug kunt vinden in verkiezingscampagnes. Al jaren ben ik betrokken bij campagnes en bedenk ik, samen met collega’s, manieren om (potentiële) kiezers te overtuigen dat het stemmen om ‘mijn’ partij een goede zaak is.

Verkiezingscampagnes

Ja, ik vind verkiezingscampagnes leuk. Het is een tijd waarin iedereen in een partij harder gaat lopen. Naast regulier werk, politiek werk, moeten we ook in de slag om het vertrouwen in het stemhokje te verdienen. Natuurlijk op basis van de werkzaamheden, resultaten en feiten van de afgelopen 4 jaar, maar toch, je moet in dat hokje wel een vakje vullen van een persoon die bij een partij is aangesloten. Grote saamhorigheid, tijd ook van creatieve gedachten. Nu is het wel een grote opgave gebleken. Neem bijvoorbeeld de GR22. CDA Hoogeveen durfde na jaren van grote financiële verliezen een nieuwe aanpak (nieuw leiderschap kenden we nog niet) voor te stellen en zelfs haar eigen positie op te geven. Haar wethouder met andere wethouders te confronteren met deze uitdaging en indirect daarmee (tijdelijk? Dus niet!)  naar huis te sturen. In de politieke historie van Nederland kwam niet veel voor…Dat door CDA Hoogeveen werd ingegrepen werd door de coalitie-collega’s niet echt gewaardeerd. Achteraf was wellicht het zittende college met de Haags rugwind ook wel op koers gekomen, maar dat wisten we toen natuurlijk niet. En we hadden er ook geen geduld voor. In de verkiezingscampagne GR22 hebben we getracht te werken aan verbinding, maar de kiezer heeft die beide acties niet overladen met waardering. CDA verloor (weer) zo’n 2500 stemmen en zakte naar 6 zetels.  Dus echt succesvol in campagnes hoef je ondanks dit soort grote stappen en historische acties niet te worden. Kiezers hebben moeite dat te zien. Een fietspad in het dorp, nieuwe sporthal, kunstgrasveld of rondweg doen het veel beter.

Campagnes

Zelf constateerde ik dat ik toch al wel vele campagnes heb mogen meemaken. Ik zet dit even op een rij:

  1. TK02 Tweede kamer verkiezingen net nadat Fortuyn werd doodgeschoten; CDA haalt 44 zetels…ik volg het op de voet. Politieke belangstelling groter geworden.
  2. GR02, bescheiden rol in campagne van CDA Hoogeveen;
  3. TK03 Tweede Kamerverkiezingen nadat LPF implodeerde. Nog steeds 43 zetels.
  4. GR06, eerste keer als penningmeester van het bestuur betrokken bij campagne. Vaak bij Hetty Bouius met ontbijt, Henk Reinders als lijsstrekker.
  5. TK06 Tweede Kamerverkiezingen met nogmaals JP Balkende. CDA haalt 41 zetels. Bescheiden rol.
  6. GR10 als bestuurslid betrokken bij verkiezingen. Moet nog wel wat plooien gladstrijken. Ben als penningmeester bezig met het sturen van campagnebudget.
  7. TK10 Verkiezing met grote verlies (van 41 naar 21 zetels) en aftreden JP Balkende. Eerste keer in raadhuis met groot aantal stemmenverlies. Nederland gaat voor paars. Ik heb vrijwel geen rol.
  8. TK12 Sybrand, CDA nu als oppositiepartij. Nederland kleurt weer paars. Agnes Mulder uit Assen in de TK gekozen. Meegedaan o.a. Jan Kees de Jager naar Hoogeveen gehaald. Ben weer actief geworden. Bentinckspark is (zo goed als) klaar…
  9. GR14, eerste campagne als zelf verkiesbaar raadslid. Met Anno Wietze Hiemstra
  10. PS14 Provinciale staten verkiezingen, CDA niet in coalitie.
  11. PS15 met Henk Reinders als Hoogeveense kandidaat
  12. TK17 Sybrand Buma, ook in Hoogeveen. Agnes Mulder herverkiezing.
  13. GR18, als campagneleider met Erik Giethoorn als lijsttrekker zeer intensieve campagne met CDA-winkel in Hoogeveen;
  14. PS19, ook met Henk Jumelet als lijsstrekker; Zelf campagne gevoerd met ‘Stem op Henk en Bert’.
  15. TK21, met alle problemen rondom Omtzigt, de Jonge, Hoekstra midden in corona-tijd;
  16. GR22, als campagneleider met Annette Jansen als frisse nieuwe lijsttrekker voor CDA Hoogeveen. Nog deels in corona-lockdowns. Uitslag viel nogal tegen, aantal zetels was best goed;
  17. PS13, Henk Jumelet als lijsstrekker, Wij staan voor Drenthe! Als lid van het kern-campagneteam en ‘campagne-hoofd Hoogeveen’ of course.

Dus in concludeer dat ik inmiddels 17 keer en steeds intensiever aan het campagnevoeren ben geweest. Elke keer weer met andere, soms compleet nieuwe, CDA-ers….maar altijd weer uitgedacht.

Persoonlijkheid

Volgens het online systeem om je persoonlijkheid te bepalen is mijn persoonlijkheid zelfs één die zich goed vertrouwd voelt bij campagnes. In 16personalities.com ben ik de persoonlijkheid ‘campaigner’.  Ook in mijn werk voel ik veel voor het campagne voeren. Het brengt energie naar boven. Het is competitief. Het zoekt nieuwe zaken op en het is een manier om je verhaal te vertellen. Dat laatste zit in je DNA maar kan ook door je opvoeding komen. Mijn intensieve Gereformeerde opvoeding speelt ook op als het gaat om ‘het grotere verhaal’ vertellen. Enige evangelisatie is mij niet vreemd.

Archetype verkiezingscampagnes 

  1. Rosegarden-strategie
  2. Whistlestop-tour
  3. La Force Tranquille
  4. Keine Experimente
  5. Labour isn’t working
  6. Yes we can!

 

  1. Rosegarden-strategie

Uitstralen dat je als zittende bestuurder bezig bent met landsbelang, veelal te voeren vanuit het Witte Huis, Katshuis of zo. En dan bij de USA-president gaat het dan specifiek om te werken vanuit de Rozentuin achter het Witte Huis waar de president ook wel persconferenties houdt. Zichzelf neerzetten als de staatsman die niet te veel in campagnes wil doen omdat er een grote belang gediend moet worden is de grondhouding. Het ‘gebruiken’ van de persconferentie die een premier elke vrijdag geeft is ook zo’n bijvoorbeeld. Veel beelden van president in actie in de oval office is wat in de USA veel gebeurd. Anderen  ook wel substitutes[1] genoemd, doen dan het campagnewerk en prijzen de #1 aan.

Kenmerken:

  • Kandidaat onttrekt zich aan de strijd
  • Initiatieven vanuit de oval office, katshuis e.d. doen
  • Regeren i.p.v. de markt op / de zaaltjes in
  • Campagne voeren is in deze strategie later beginnen dan de rest
  • ‘Wereldleiders’ ‘ondersteunen’ het beeld van de staatsman. Dus kopstukken ontvangen voorafgaande aan de verkiezingen werkt erg goed;
  • Je dwingt tegenstanders op jouw punten te regeren en bepaalt de agenda

Kortom er is bij deze strategie een zekere tegenzin om campagne te voeren omdat er andere belangrijke (regeer-) punten te doen zijn. De laatste paar dagen dan wel interview geven of op TV komen. Dan nog even terugkomen op goede regeerwerk wat je gedaan hebt terwijl de rest aan het ‘ruzie maken was’

Voorbeelden:

  • Frankin D. Roosevelt in 1936 en 1940
  • President Ford
  • Monsieur Mitterand
  • Marc Rutte (laatste keer, bord van karton)
  • Joe Biden (als niet zittende president, maar wel als oud-vice-president. Hele goede substitutes o.a. Harris of Buttigieg. En Obama! Ook door inhoudelijk af te zetten tegen over Trump. Alle substitues met hun eigen aanhangers/doelgroepen. Steeds subsititutes inzetten om Trump aan te vallen/verhalen onderuit te halen. Biden doet dat zelf dus niet. Obama valt Trump herhaaldelijk aan. Tactiek is dus ‘harde tackles’ niet door kandidaat laten doen, maar door substitutes).

Gevaar:

Let op een ‘fake Rosegardenstrategie’ kan door de kiezers doorzien worden als de kandidaat in die periode niet goed als staatsman (vrouw) heeft kunnen optreden danwel als de problemen groter en groter worden. Je moet dan ook echt wel.

Bord is erg slim, Mark is te druk met besturen. Topvoorbeeld van Rosegardencampagne.

 

Ook een voorbeeld van Rosegarden-strategie (ook wel La Force Tranquille)

  1. Whistlestop-tour

De kandidaat gaat heel veel plaatsen bezoeken. Plaatselijke kopstukken in beeld met de kandidaat. Openlijke steun door lokale kopstukken. Daarbij ook aandacht voor grotere lokale onderwerpen. En voor deze onderwerpen ook oplossingen of aanpak noemen. Vooral alle kleine dorpen bezoeken. ‘Kandidaat komt naar je toe deze campagne’.  Daarmee kun je ook (onverwachte) doelgroepen motiveren. Deze strategie staat tegenover de Rosegarden-strategie.

Kenmerken:

  • Bezoek plekken waar je niet verwacht wordt, win de harten van mensen op onverwachte wijze;
  • Ga naar ‘ieder’ huis in een dorp/gehucht
  • Breng een boodschap van redding van hét probleem
  • Gebruik de ‘kleine media’
  • Neem die (lokale) journalisten mee op je tour (niet de grote journalisten en dat in combinatie met planning per te bezoeken locatie);
  • Op weg naar de mensen, weg van het regeercentrum. Dichtbij de kiezers.
  • Geen ‘Haags gedoe, aan de slag in Ermelo’
  • Bezoekers aantallen groeien naar mate je meer stops hebt en communicatie (vooraf en achteraf) goed verloopt.
  • Substitutes doen (met groot gezag) de punten in het regeercentrum

Voorbeelden: 

  • Harry Truman (geen TV etc. dus de treintour haalde de lokale kranten)
  • Jimmy Carter
  • Bill Clinton
  • John Major (zeepkist-campagne, tour door het land, afstand nemen van London, naar de mensen)
  • Willem en Maxima doen het ook….zou je kunnen zeggen…

Gevaar:

Een te versnipperd beeld in de media. Tegenwoordig is met social media en veel mediapartijen een bericht sneller over het hele werkgebied verspreid (ook een kans) en grootste risico is wel dat er vanaf het bordes of de zeepkist vooral informatie ‘gezonden’ wordt.

John Major op de zeepkist. Kostentechnisch ook makkelijk 

Carter spreekt de mensen toe 

Carter heeft zelfs de whistlestop op zijn trein staan 

Truman als eerst met de trein op pad 

En reed door het land 

  1. La Force Tranquille

De kandidaat wordt als ‘vader des vaderlands’ gepresenteerd. De letterlijke vertaling is

‘stille kracht’. Deze stille/rustige kracht gebruiken we om de kandidaat goed neer te zetten. Prestaties uit het verleden zijn dan wel van groot belang. Een leider die boven het gedoe/populisme staat. Kandidaat is een zwaargewicht. Trackrecord moet evident zijn. Eigenlijk zegt de campagne: ‘Wie anders?’ De sfeer in de campagne is wel anders. Minder aanvallend en vooral ‘mild en vaderlijk’.

Kenmerken:

  • Kandidaat moet uitstraling hebben en betrouwbaarheid zijn;
  • Geen jolige campagne. Serieus en op inhoud.
  • Essay of boek met visie op het land (bijvoorbeeld de Paradiso-rede van Joop den Uyl, Balkende in Dudok bij CDA-dertigers. Dit ging over een andere multiculturele samenleving, maar ook Hoekstra met Humbolt-rede leek zo’n optie)
  • Opponenten vrijwel negeren en/of opponent in het mes laten lopen, klaar staan met staatsmanachtige reactie. (Voorbeeld Reagan in debat geconfronteerd met ‘u stemde tegen gezondheidszorg’. Reactie: ‘There you go again’….wij hebben betere oplossing ingebracht. Te veel in de aanval door opponent)
  • Substitutes kunnen de aanvallen wel doen (Ed van Thijn jegens Terlouw bijvoorbeeld) maar mogen niet daarmee de partijlijn doorbreken. Niet erg in beeld komen, camera naar kandidaat laten richten.
  • We gaan het samen doen past bij de ‘staatsman-houding’. Geen polarisatie. Iedereen doet mee. Ook andere partijen. Fouten maken we allemaal…
  • Appel: schenk mij uw vertrouwen.
  • Geen felle campagne door kandidaat

Voorbeelden:

  • Francoise Mitterand (zeer doordachte strategie in 1981, hij was nog geen president! Toch neergezet als staatsman).
  • Ronald Reagan (1980 en 1984, ervaring uit verleden meenemen in vakbond en gouveneur van California.
  • Mark Rutte in 2012 (Na CDA en PVV-gedoog. Land in problemen. Wilt u het land laten regeren door Dion Grausz….CDA ligt met zichzelf overhoop. Dus VVD is stabiele factor).
  • Jan Luc de Haene, ‘hoge bomen hebben diepe wortels’. Kortom diepgang/inhoud.
  • Hoekstra: de dubbele verantwoordelijkheid. Eigen omgeving, maar ook je samenleving, je land zelfs de EU. (let wel hij heeft dit niet doorgezet maar ging voor ‘doorpakken’ door alle affaires kon de strategie La force Tranquille paste niet meer, dus opletten op veranderingen).

Gevaar: 

De houding als staatsman (of vrouw) moet wel solide zijn. Indien daar ‘gaten in geschoten kunnen worden’ werkt de strategie contraproductief.

Helemaal niet veel tekst. Wel Franse sfeer! Wel uitstraling. Wie anders (ondanks dat hij nooit president was geweest).

  1. Keine Experimente

Kiezers overtuigen dat het beter is om de bestaande koers vast te houden.  Alternatieven willen allerlei nieuwe zaken gaan invoeren, maar de mensen zijn daar aan toe? Is dit de tijd om allerlei vernieuwingen door te voeren? Dit zou je een defensieve strategie kunnen noemen.

Kenmerken:

  • Alternatieven deugen niet
  • Bestaande lijn doorgaan
  • Subsitutes mogen geen nieuwe ideeën brengen. Behoud goede plannen die we al doen.
  • Geen nieuwe coalitie
  • Met één mond spreken

Voorbeelden:

  • Konrad Adenhauer (1953, 1957, 1961, 50% stemden toen CDU. Bedenker van deze strategie pur sang)
  • De Gaulle (1965, herverkiezing, toespraak via TV. Niet vragen om stem. Samen Frankrijk vooruit, vasthouden aan de goede koers.
  • Willem Drees (geen PvdA thema’s, maar vragen om vertrouwen van Drees, Tranquille en Keine Experimente).
  • Thatcher (1983, 1987, herverkiezing naar Falklands, Labour is toch wel een experiment. U wilt toch niets anders dan Thatcher. Iron Lady was spottend door Kremlin, maar Thatcher gebruikte dat direct
  • Rutte (2017, Keine experimente-campagne, door vluchtelingencrisis leek PVV te gaan winnen. Maar ‘midden Nederland’ aanspreken of men echt met PVV aan durfde te gaan als regeringspartij.
  • Lubbers (1986, wilt u terug naar Den Uyl? 1989, is Wim Kok d’r wel)
  • Helmut Schmidt (Stauss was onrustig, doordacht, geen experiment met Straus)

Gevaar:

Het gevaar van deze strategie is dat door geen enkele vernieuwing daarmee geen jongere of nieuwe kiezers geworven zou worden.

  1. Labour isn’t working

Je kunt het land niet overlaten aan de andere (lees ook nieuwe) partijen is de insteek van deze strategie. Dit kan dus ook gebruikt worden op niveau van provincie of gemeente. Het is een aanvallende strategie. Oproep om de kandidaat (nogmaals) het mandaat te geven. De kandidaat kan het wel en die moet je vertrouwen geven. Het moet niet nog een keer op z’n manier.

Kenmerken:

  • Aanvallende strategie;
  • Hard op de tegenstander;
  • De tegenstander kan het niet;
  • Goede intenties tegenstander benoemen, maar argumenteren dat het niet gaat werken;
  • Substitutes moeten aanvallen / hakken op opponenten zelfs;
  • Bij voorheen verlies: wij hebben les geleerd, maar de andere partijen gaan maar door, niet goede / fatsoenlijke oplossingen.

Voorbeelden:

  • Thatcher als bedenker van ‘de PvdA werkt niet’’ Don’t hope for a beter live, vote for it. De tegenstander is hele gek geworden…
  • Lyndon B. Johnson (Vietman hard aanpakken)
  • Helmut Kohl (1982. Zij SPD kunnen het niet)
  • ‘De VVD werkt’ als slogan (cement-emmer met spatel etc. Bolkestein: dé VVD is de partij van de arbeid, nadat Paars afgedaan had)
  • Yves Leterme (B). Veel kritiek Vlaams blok etc. Antwoord: ach wie geloofd die mensen nog…

Gevaar:

Het is een strategie die negatief ageert tegenover de tegenstander. Dat moet je echt willen.

  1. Yes we can

Vernieuwing moet op dit moment. Wat moet het dan met onze kinderen. Hebben wij stappen gemaakt?

Kenmerken:

  • Vernieuwing moet voor het land; Bijvoorbeeld ‘voor land wat we door willen geven’
  • Of Obama die stelt: Reclaim ‘the american dream’
  • Samen zijn we één
  • Geen politiek met kleine P, alleen grote thema’s
  • Opponent niet veel aandacht geven, alleen aanspreken op grote thema’s
  • Nieuwe groepen aanspreken
  • Substitutes: 1. Klassieke kiezers behouden (bindend en geruststellend) en 2. Spijkerharde aanvallen op de tegenstanders.

Voorbeelden:

  • Obama natuurlijk in 2008.
  • John F Kennedy (1960, Sinatra ‘High Hopes’)
  • Willie Brand
  • Bill Clinton (don’t stop about tomorrow)
  • Kaag met Nieuw leiderschap in 2021.

Gevaar:

Vernieuwing moet wel doorgezet worden, kan dit wel waargemaakt worden en gaan mensen daar op voorhand niet over twijfelen.

Bron: podcast ‘Betrouwbare bronnen #165

[1] Ook vaak inzetten op delen van electoraat