Euromodel of Hoogeveense model? Ik schrijf dit blog na aanleiding van mijn bezoek aan Radio Hoogeveen. Steeds vaker wordt de vraag ‘moet dit zakencollege blijven zitten’ gesteld. Bij simpele vragen wordt ik wantrouwig. Op 10 augustus 2020 schreef ik een memo hoe het verder moest met een zakencollege na de GR22. Deze verkenning werk ik uit in een blogje. Het is een verkenning, d.w.z. zo zouden onderhandelaars na 16 maart 2022 het kunnen gaan inrichten. 

Radio Hoogeveen

Op donderdag 16 december 2021 mocht ik gezellig op bezoek bij Radio Hoogeveen, bij redacteuren Jan en Johan. Radiomakers die de politiek op de voet volgen. Kritische en gezellige radiomakers.  Na aanleiding van de brieven van de ‘gezamenlijke ondernemers’.  De hoofdvraag van hen was: ‘moet dat de raad niet dat zakencollege 1,5/2 jaar door laten gaan…..’. Een terechte vraag die bij vele kiezers leeft. Naluisteren kan, kies 16 december op deze pagina: Raadhuisplein & Omstreken – Radio Hoogeveen

Oud-politicus en radiomaker Jan M. in actie. 

Verantwoording

Vanaf moment A van de ‘bestuurlijke crisis’ in Hoogeveen tot moment Z ben ik betrokken geweest. Ik zou als moment A willen aanmerken de presentatie van het zomerakkoord/passend college op 30 juni 2020 in commissiekamer 1 en als moment Z de installatie van het ‘zakencollege’ op 8 oktober 2020. Onder druk van of op verzoek van de informateurs heb ik ook alle selectiegesprekken bijgewoond. Ik denk dat ik meer en meer een ervaringsdeskundige ben geworden. Meer dan mij lief is. Overigens wil ik mezelf eigenlijk corrigeren, het moment Z is eigenlijk de dag waarop dit zakencollege haar taken neerlegt. Dat zou de installatiedatum van nieuwe college in april 2022 kunnen zijn….maar dat hoeft niet. Kan dus ook halverwege 2024 zijn…?

Zakencollege

Het is december 2019 als bestuursrechtliefhebber Peter Koekoek op de proppen komt met een zeer goed uitgewerkt en doordacht essay rondom ‘toegevoegde waarde van een zakencollege’. Natuurlijk gemotiveerd door ontwikkelingen in Nederland. Een gemeente besturen blijkt dusdanig complex dat dit niet meer aan een ‘vrijwilliger van een partij’ overgelaten mag worden. Daarnaast zal de situatie in Hoogeveen Peter zeker niet minder gemotiveerd hebben gemaakt.  In de reacties komt hét dilemma van het zakencollege gelijk al bloot te liggen. Zie de paragraaf ‘dilemma’.

Overigens wil ik wel aangeven dat bij zakencollege ik vooral dacht aan zakenmensen in een bestuurlijke rol. Mensen die hun sporen verdient hebben in het zakenleven. Geen Heinsbroek zoals bij de LPF, maar wel CEO’s die Hoogeveen op de kaart zouden zetten. Inmiddels weet ik wel beter. Van de ruim 80 sollicitanten op de vacatures in het college van Hoogeveen hebben maar stuk of 6 een ondernemers achtergrond. En daarvan waren er volgens mij 3 die vooral hun geld verdiend hadden of hebben met een horecaonderneming in Hoogeveen. De stap van een café naar een gemeente van bijna 190 miljoen leek de deskundigen en de sollicitatiecommissie van de raad een stap te ver. Zie mijn eerdere schrijven als bijlage 3.

Voor en nadelen van een zakencollege (volgens het zakencollege zelf) zijn al besproken in blog van september 2021: Cijfers bijten niet – Kreuzeman. Let wel er werden 17 voordelen en 3 nadelen genoemd.

En het klopt het zakencollege doet het in Hoogeveen prima!

Dilemma

Het dilemma is dus wel hoe krijgen we de goede verhouding tussen het vinden van bestuurlijke zwaargewichten en de democratie haar werk laten doen. De keuze voor de bemensing van dit zakencollege is gemaakt door 8 fractievoorzitters met ondersteuning van een werving- en selectiebureau en een mini-adviesrol van de burgemeester. Dat komt ons niet zo democratisch over. In het stemhokje moet wat ons betreft gekozen worden voor een partij waarvan men zeker weet dat ze goede bestuurders levert. En partijen die dat zelf niet kunnen, die kunnen dan natuurlijk dan ook altijd met het huidige zakencollege op de proppen komen.  We zien dat bijvoorbeeld D’66 dat al aangegeven heeft.

CDA-visie

Zoals ik het beluister in het CDA is daar best animo voor een zakencollege, maar hebben zij zelf ook goede bestuurders klaar staan. En die namen kun je niet altijd communiceren, bijvoorbeeld omdat ze een baan hebben. CDA heeft op de lijst en buiten de lijst bestuurders die vanuit de verbinding met Hoogeveen en inhoudelijke kwaliteiten of specifieke deskundigheden goed werk in het college kunnen gaan doen. De kiezer weet m..i dat ze met een stem op het CDA goede bestuurders krijgt. Inhoud, diepgang en verbinding met Hoogeveen en ver daar buiten. En als de raad tot een voortzetting van het zakencollege beslist zal het CDA daar kritisch constructief mee aan de slag gaan.

Zijn er nu nog alternatieven? Moet het of zakencollege of lokaal-coalitie-college worden? En kan de route naar een nieuw college ook nog invloed hebben? Daarom heb ik een suggestie. Ik noemde dit het ‘Hoogeveens model’ en is gebaseerd op het ‘euromodel’.

Fenomeen al aangekaart

Het is dus december 2019/januari 2020 als fractielid en bestuursrechtdeskundige Peter Koekoek zijn essay ter aanbeveling van zakencolleges in concept naar Bert en naar mij stuurt. Zoals hij later ook zal publiceren in Binnenlands Bestuur en Trouw schrijft Peter dat de tijd rijp is voor zakencolleges. Een van die artikelen heb ik als bijlage bij deze notitie gevoegd. Wij hebben in zomer 2020 in Hoogeveen een zakencollege aangesteld volgens het volgende patroon:

  1. Profiel in brede zin opgesteld. Er is niet op vaktechniek geworven, wel geselecteerd.
  2. Selectie is begeleid door professioneel werving en selectiebureau met de nodige invloed.
  3. Bureau heeft breed en gericht geworven
  4. Selectiegesprekken zijn binnenskamers en geregisseerd verlopen
  5. Iedere partij werd vertegenwoordigd door één fractielid (uiteindelijk verplicht de fractievoorzitter) en in de eindronde is gewerkt met iedereen vier stemmen. Ongeacht grote of omvang van de partij.

Hierbij is invulling geven aan het doel om het zakencollege een college voor en van iedereen te laten zien. Bij de stemming hebben overigens uiteindelijk 2 leden van de SP i.t.t. hun fractievoorzitter tegen de komst van dit college gestemd.

Grondwaarden

Voor mij zijn de volgende grondwaarden bij selectie van wethouders van belang:

  1. Kwaliteit/inhoud/bestuurlijke ervaring gaan voor alles;
  2. Ook bestuurders dienen democratisch gelegitimeerd te worden;
  3. Partijen moeten kwaliteit leveren met hun kandidaten of geen kandidaten leveren;
  4. Wethouders zijn bestuurders voor de gehele raad/gemeente;
  5. Wethouders moeten door de raad verkozen worden (niet nieuw);
  6. Solliciteren kan uit hoofde van privacy maar in bepaalde mate openbaar;

Noodgreep of niet?

Het zakencollege is dus voor mij een noodgreep voor de periode 2020-2022. Ik wil dat best nu evalueren en gooi de deur voor zakencollege of collegeleden van buitenaf voor 2022 e.v. in dit kader niet dicht. In het zakencollege-model (zo reageerde ik ook al in februari naar Peter) is mijns inziens de democratische legitimiteit een issue. De vrouw of man in het stemhokje kan niet stemmen op een toekomstige wethouder of kan bij haar of zijn stem geen rekening houden met de (kwaliteit van) de kandidaat-wethouder, dat vind ik eigenlijk jammer en dus afbreuk doen aan de democratische legitimatie van de wethouder. Als kiezer zou ik willen weten wie (als ik op die partij stem) de kandidaat-wethouder is.

Daarbij is lijsttrekker niet perse no. 1 wethouderskandidaat, de partijen moeten dan de kandidaat op de lijst zetten en deze kan losstaan van (de top van) de lijst, maar moet bij voorkeur wel als zodanig bekend worden gemaakt. Helemaal van buiten halen zonder daar de kiezer daar zicht op te geven vind ik ongewenst ….daar moeten als CDA (en dan als raad) verder over spreken. Ik realiseer me dat doordat goede kandidaten waarschijnlijk ook een (goede) baan hebben dat openbaar gaan met kandidaten bezwaarlijk kan zijn. Daarom zou het geen harde verplichting moeten zijn.

Waar een kandidaat ook vandaan komt, op één of andere manier moet bepaalde (politieke en/of inhoudelijk) screening op kwaliteit vooraf worden gedaan. Uiteindelijk is de raad het orgaan wat hierover de beslissing moet nemen. Bij het huidige zakencollege is de (minder zichtbare) adviesrol van het wervings- en selectiebureau m.i. als positief ervaren.

Hoe nu verder, met de  Hoogeveense methode?

Het ‘Hoogeveense model’ is gebaseerd op o.a. het Europese model met solliciteren door kandidaat eurocommissarissen.  Dit model met als titel ‘hoe kun je op democratische gronden een kwaliteitscollege vormen’, ziet er schematisch als volgt uit:

 

De bronnen voor deze opvattingen zijn verschillende. Natuurlijk de notitie van Peter Koekoek, de ervaringen uit Hoogeveen van de afgelopen 1,5 jaar, de ervaringen uit andere gemeenten en de werkwijze die ik zag bij TK en zeker ook bij het EU-parlement. Vooraf wil ik waarschuwen het is een mix van oude – en nieuwe methoden. Waarom niet helemaal vernieuwd? In de bestaande politieke processen gaat ook veel goed en ik ben overtuigt pleitbezorger van partijpolitiek en representatieve democratie als het gaan om grote, algemene en maatschappelijke thema’s. Bij partijpolitiek doel ik dan wel op de partijpolitiek die een visie heeft op het algemeen belang en werkt aan de zogenaamde ‘bonne commune’. En niet de partijpolitiek gericht op één of enkele thema’s. Ik licht graag de 6 stappen toe:

  1. Informatieronde

Nadat de verkiezingen zijn afgerond en de (voorlopige) uitslag bekend is zal de grootste partij een informateur benoemen. Deze persoon dient bewezen bestuurlijke ervaring te hebben en heeft een aantoonbaar algemeen profiel. Het is een optie om twee informateurs te benoemen.

De informateur(s) maken een analyse van de verkiezingsprogramma’s en brengen in kaart wat de rode draad in de programma’s is en waar op inhoud partijen elkaar in Hoogeveen zouden kunnen vinden. Deze grootschalig gedeelde opvattingen vormen het fundament onder een ‘Hoogeveens Akkoord’.  De gedeelde opvattingen zijn niet perse meerderheidsstandpunten. Informateurs hebben daarin ruimte om voorstellen te doen.

Daarnaast is het mogelijk dat de informateurs gremia uit de samenleving uitnodigen om hun input voor het ‘Hoogeveens akkoord’ te verzamelen. Instellingen kunnen hun input ook sturen naar de informateurs.

  1. Akkoord

De partijen gaan 1 of enkele vergaderingen in debat om het ‘Hoogeveens Akkoord’ aan te scherpen. Dit kan bijvoorbeeld op enkele zaterdagochtenden. Grote programma’s krijgen daarbij meer aandacht en daarom kan dit mogelijk niet in één avond/dagdeel worden georganiseerd. De bijeenkomsten zijn openbaar, maar daarbij is voldoende ruimte om (informeel) elkaar te spreken in pauzes en schorsingen.

Deze fase wordt afgesloten met een besluitvormende vergadering waarbij het ‘Hoogeveens Akkoord’ wordt vastgesteld door de raad.

  1. Formatie

Net als bij de informatie wordt ook nu weer in de raad een formateur benoemd. De formateur onderzoekt of 3-4-5 wethouders en met welke taakomvang nodig of gewenst zijn in Hoogeveen. Op basis van de (openbare) bijdragen aan voorgaande debatten en de verkiezingsprogramma’s kan de formateur kijken welke partijen mee willen doen in het college. De formateur spreekt met de partijen om te kijken welke partijen een wethouder kunnen en willen leveren om het ‘Hoogeveens Akkoord’ uit te voeren. De formateur heeft ruimte om partijen te vragen en kan werken meerderheids- en minderheidscolleges. Formateur dient alle grondwaarden goed te bewaken.

  1. Sollicitaties

4a. Kandidaatstelling

In deze fase zal de formateur (met hulp van HRM-specialisten) onderzoek doen naar de (complementaire) kwaliteiten van deze kandidaat-bestuurders die door de partijen uit fase 3 worden voorgesteld. Deze fase zal zich buiten de openbaarheid spelen omdat kandidaten mogelijk ook andere belangen (nog) hebben. De formateur kijkt naast naar de kwaliteiten ook naar de teamsamenstelling. Natuurlijk vinden ook integriteitschecks plaats in deze fase.

De formateur stelt uiteindelijke aan de raad 4 kandidaat-wethouders voor. Kandidaten 5, 6, 7 en 8 blijven anoniem, maar blijven wel beschikbaar. Overige kandidaten worden bedankt en blijven natuurlijk ook anoniem.

Advertentie van D’66 Enschede

 4b. Openbare sollicitatie

Op basis van het ‘Hoogeveens Akkoord’ hebben partijen (in meerderheid) een opdracht geformuleerd en zij kunnen nu kijken welke personen volgens hen het beste invulling kunnen geven aan de opgaven uit het akkoord. De kandidaat-wethouders solliciteren individueel bij de raad. In een openbare raadsvergadering worden kandidaten één voor één door de raad bevraagd. Iedere avond kunnen 2 kandidaten aan bod komen. Partijen kunnen kiezen voor acceptatie of extra ronde. Kandidaten doen uit de doeken hoe men invulling wil geven aan de opgaven uit het akkoord. Daarbij is natuurlijk extra/specifieke aandacht voor onderwerpen uit de geambieerde portefeuille.

Kandidaten die geen raadsmeerderheid ontvangen krijgen een tweede ronde. Dit kan er toe leiden dat kandidaten zich terugtrekken, maar in de tweede ronde kan op basis van kritische vragen/reacties de kandidaat zich herpakken en de raad alsnog overtuigen.

In het openbare debat is sprake van enige regulering. Fractievoorzitters voeren het woord en kunnen partijen maximaal 3 vragen stellen aan de kandidaat. Er is geen sprake van een debat tussen partijen, er is meer sprake van een hoorzitting die lijkt op de ‘sollicitatiegesprekken’ voor EU-commissaris. Daar komt de link met de eurocommissarissen naar voren.

4c. Extra ronde

Mochten er nog punten niet goed op niet voldoende behandeld worden dan kan de raad kiezen voor een extra ronde.

  1. Besluit en benoeming

Na de sollicitaties en de hoorzittingen zal in de (openbare) raad besluit worden genomen over de benoeming van de wethouders.

  1. College en collegeprogramma

Het college gaat aan de slag met het ‘Hoogeveens Akkoord’, maar werken dat uit in een SMART-college-programma wat de doelen voor de komende 4 jaar definieert. Dit programma is jaarlijks het vertrekpunt voor de kaderbrief, daarmee geeft het college aan waar men staat met de uitvoering van de doelen voor deze 4 jaar.

Alternatieven

Het is dus niet de keuze tussen ‘coalitie-wethouders’ die het verdienen op basis van jaren flyers rondbrengen of ‘zakencollege’. Er valt best meer over te zeggen. Je zou zelfs op een alternatief uit kunnen komen. Een college met mensen met verschillende achtergronden.

Het is al zomer 2020 als ik met de CDA-ers in Bergen op Zoom (BoZ) volop contact heb. Daar is ook een zakencollege gevormd. Wel een hele andere route naar een zakencollege, maar toch met hetzelfde doel. Daar heeft men gekozen voor een mix. Er zijn 2 senior wethouders van de grootste en een na grootste partij gekozen en 3 wethouders zijn op basis van complementaire deskundigheden daar aan toegevoegd. Overigens op geen enkele stoel zit een CDA-er. Dat kan verkeren, zullen we maar zeggen.  Als er geen goede CDA-ers beschikbaar zijn of CDA komt niet aan de tafel dan is dat ook democratie.

 

Zal binnenkort eens met collega Verroen van CDA BoZ evalueren…..

 

=========================================================================================

Bijlage 1

Het is tijd voor zakencolleges

VNG Magazine nummer 14, 25 september 2020

Auteur: Peter Koekoek | Beeld: Martine Sprangers

Het systeem met coalitiecolleges loopt vast en het gemeentebestuur verzandt in politiek gekibbel, stelt Peter Koekoek, de laatste tien jaar actief in het lokaal bestuur. Hij pleit voor herwaardering en professionalisering van zowel college als raad.
Het huidige systeem van meerderheidscoalities vormt een bron van frustraties. Coalitiefracties en wethouders zijn gebonden aan coalitieakkoorden. Oppositiefracties hebben slechts marginale invloed. In veel raadsdebatten is daarom een alternatieve agenda merkbaar: los van de inhoud, de coalitie beschermen dan wel beschadigen.
Bovendien zit het systeem kwaliteit in de weg. Begrotingen van honderden miljoenen worden beheerd door wethouders zonder bestuurlijke ervaring. Dit alles ziet de samenleving ook; inwoners haken af door politiek gekrakeel en zichtbare incompetentie. Dat kan beter.
Het huidige systeem wordt in geen enkele wet voorgeschreven. De wet geeft raden juist veel vrijheid voor wethoudersbenoemingen. Wat als de raad deze vrijheid zou pakken? Wat als de raad, los van partijbelangen en coalitieonderhandelingen, op zoek zou gaan naar de beste persoon voor de functie? Precies zoals dat ook gebeurt bij bijvoorbeeld burgemeesters- en griffiersbenoemingen?

Nieuwe vrijheid

Wanneer een knip wordt gezet in de band tussen partijen en wethouders krijgen zowel wethouders als fracties meer vrijheid om vrijuit te spreken en hun rol goed in te vullen. Er ontstaat een opener debat met meer ruimte voor inhoud, zonder alternatieve agenda’s en met meer kansen voor alle fracties om mee te doen en zich te profileren. Ik ben ervan overtuigd dat deze nieuwe vrijheid en het wegnemen van de bron van veel frustraties de onderlinge verhoudingen in veel raden sterk zullen verbeteren.
Uiteraard gaat meer vrijheid, zoals altijd, gepaard met meer verantwoordelijkheid. In het huidige systeem kunnen oppositiefracties bijvoorbeeld tegen een gemeentebegroting stemmen om een signaal af te geven; de meerderheidscoalitie zorgt er wel voor dat de begroting wordt vastgesteld. In een systeem zonder coalitiemeerderheid kan een begroting daardoor ‘per ongeluk’ worden weggestemd. Zonder automatische meerderheid zijn alle fracties medeverantwoordelijk voor het vinden van meerderheidsbesluiten om het bestuur niet vast te laten lopen.

Het afschaffen van coalities maakt veel nieuwe vormen mogelijk

Geen technocraat

Naast vrijheid en verantwoordelijkheid maakt de nieuwe werkwijze ook een kwaliteitsslag mogelijk. Wethouders kunnen puur op basis van kwaliteit
of specifieke kennis worden benoemd. Wethouders worden gedwongen tot kwalitatief goede en politiek haalbare voorstellen. En fracties worden gedwongen tot beter inhoudelijk debat en goede samenwerking.
Wat mij betreft is een zakencollege trouwens geen zakelijk college. Een goede wethouder is geen technocraat, maar een bevlogen bestuurder met een eigen overtuiging en een visie op wat goed is voor de samenleving. Daarop kan een raad wethouders selecteren. Sterker nog: een raad kan zelfs wethouders selecteren op belangrijke waarden in plaats van inhoud en zo een waardencollege instellen. Het afschaffen van coalities maakt veel nieuwe vormen mogelijk.

Beter lokaal bestuur

De afgelopen tien jaar heb ik vanuit veel verschillende functies het lokale bestuur geobserveerd en steeds dezelfde frustraties gezien. Mijn pleidooi is om in 2022 het lokaal bestuur te verbeteren. Daarvoor hebben we geen nieuwe wetten nodig, maar de wil om te veranderen en ander gedrag, andere denkwijzen en andere werkwijzen.

Bijlage 2

Bergen bezuinigt bikkelhard

wo 27 mei 2020, 9:18

BERGEN OP ZOOM – Het zat er al lang – al héél lang – aan te komen, maar nu weten we het zeker. De gemeente Bergen op Zoom gaat bikkelhard bezuinigen om de enorme schuldenlast onder controle te krijgen.

Met een door tien fracties gedragen focusakkoord onder de arm gaat het nieuwe college aan de slag, en de boodschap is helder: alles wat luxe is, staat ter discussie.

Het nieuwe “zakencollege” van de gemeente Bergen op Zoom bestaat uit “oudgedienden” Patrick van der Velden en Barry Jacobs, die de portefeuille fysiek domein delen en respectievelijk de portefeuilles cultuur en sport onder hun hoede nemen. Wethouder Jeroen de Lange draagt zorg voor de portefeuilles sociale zaken, economie en handhaving, Petra Koenders krijgt jeugd, financiën, onderwijs en duurzaamheid onder haar hoede en Mignon van der Zwan wordt wethouder van USD, gemeentelijke organisatie, WMO en onderwijs.

Hun belangrijkste opgave is – naast het bewerkstelligen van een cultuurverandering, en het verbeteren van de kwaliteit van de organisatie – het reduceren van de schuldenlast. Daarvoor is een jaarlijkse besparing van tenminste 15 miljoen euro nodig. Het focusakkoord is een akkoord op hoofdlijnen, waarin veel nog niet zeker is, maar waarin ook talloze suggesties staan die duidelijk maken dat er van taboes nauwelijks nog sprake is.

Gemeentelijk vastgoed wordt afgestoten, bedrijventerreinen worden geprivatiseerd en aan de fanatieke citymarketing van de stad komt een einde.

Zorg wordt teruggeschroefd tot het wettelijke minimum, en ook het onderhoud van de openbare ruimte wordt teruggebracht tot een minimum, zonder de leefbaarheid in gevaar te brengen.

Maar ook de ozb en andere belastingen gaan omhoog, terwijl de hondenbelasting niet wordt afgeschaft. Zelfs over het invoeren van parkeerbelasting in het Halsterse dorpshart of bij Fort de Roovere wordt gedacht.

“We moeten in dialoog om verder te komen dan waar we nu staan. We nemen zaken niet klakkeloos over, maar wegen de voors en tegens zorgvuldig af. We zullen altijd de dialoog zoeken, maar zeker is dat we zware besluiten moeten nemen”, zegt de nieuwe wethouder van financiën, Petra Koenders. Haar ervaren, Bergse collega Barry Jacobs verwoordt het beter: “Het wordt een hell of a job.”

Bijlage 3

Bestaat een zakencollege?

September 2020

In Hoogeveen staan we aan de vooravond van een historische verandering. We gaan 1,5 jaar werken met een zakencollege. Een experiment in de praktijk van grote financiële tekorten. Bestaat dat echt een zakencollege? De term suggereert een bestuur van een plaats gevormd door zakenmensen. Door ondernemers. Nu dat is vrijwel niet. Het zijn beroepsbestuurders en vaktechnisch deskundigen.

Wat is de definitie van een zakencollege? Een zakencollege is een college waarbij de wethouders gekozen worden door de gehele gemeenteraad op basis van hun kennis van zaken (nos.nl 27-3-2018). We zien echter dat in Bergen op Zoom de wethouders door de fractievoorzitters werden gekozen. In Smallingerland door een wervings- en selectiebureau. Dus in de praktijk komen verschillende vormen voor. Wat is de gemene deler:

  1. Er is een raadsakkoord. In mijn beleving een akkoord dat door een meerderheid of een brede meerderheid wordt gesteund. Voor mij is prima om dat te definiëren als meerderheid + 1 partij. Een opdracht voor het ‘zakencollege’ die door een brede meerderheid wordt gesteund en dus het zakencollege een opdracht geeft;
  2. Alle partijen kunnen mensen verzoeken te solliciteren;
  3. Wethouders worden gewogen met hulp van wervings- en selectieprofessionals;
  4. Wethouders hebben (van hun mogelijke portefeuille) aantoonbare kennis van zaken;
  5. Wethouders hebben geen primair partijkleur en dienen geen partijbelang;
  6. Wethouders kunnen van buiten komen;

Veel zakencolleges zijn gevormd doordat de raad versplinterd was. In Bergen op Zoom zijn 12 partijen op 33 zetels. Daarvan zijn 6 (50%) lokale partijen. In de top 3 zit lokale partij, dan VVD dan weer een lokale partij. Kortom we zien wel dat de opkomst van de lokale partijen veel meer de vorming van zakencollege heeft gestimuleerd. In Hoogeveen is de versplintering niet echt aanwezig. De 9 partijen zijn maar 1 partij boven het landelijk gemiddelde. Wel heeft Hoogeveen voor het eerst een lokale partij als grootste partij. Vanuit mijn perspectief duidelijk hardwerkende en betrokken wethouders. Wel wethouders met een stevige en complexe opdracht. Zeker als je vooral gewend bent om ‘het burgers naar de zin te maken’…iets wat nu moeilijker dan ooit kan. In Hoogeveen komt het zakencollege door de mix van een college wat moeite heeft gehad om de raad in een juiste positie te houden en door een raad dat moeite had om constructieve politiek te bedrijven. Het zakencollege in Hoogeveen wordt ook gezien als oplossing voor een crisis. Een financiële crisis. En het is de vraag of dat gaat werken, echter de alternatieven zijn nog minder aantrekkelijk. Het zittende college laten voortgaan was bij meerdere partijen geen aantrekkelijke optie. Daarom is gekozen voor een ‘zomerakkoord’ waarbij de raad tussentijds een nieuwe richting aangeeft. CDA heeft daarbij gehamerd op ‘nieuw sociaal’. De opdracht dat Hoogeveen haar sociale beleid en voorzieningen opnieuw tegen het licht houdt. Omdat de financiële opdracht groot is, wordt ook gekeken naar de (financiële) invulling van andere programma’s. De uitvoering van deze ‘financiële en bestuurlijke reorganisatie’ moet naar mijn mening gedaan worden door wethouders die dat kunnen. Daarom is de aanwezigheid van veranderingmanagementskills ook zeer belangrijk. En moet een college een afgewogen groep zijn, met de juiste chemie. Chemie die kan groeien.

In het verleden hadden de ‘traditionele partijen’ veel meer bestuurlijke politici. Ook wel negatief regenten genoemd. Deze hadden ervaring opgedaan met bestuurlijke processen bij kerk, in de gemeenschap of bij de vakbond. Daarnaast hadden ze opleiding en ondersteuning van wetenschappelijke instituten, bestuurdersverenigingen en landelijke partijapparaten. Dat gaf wellicht steviger bestuurders dan momenteel in versnipperd Nederland.

Wethouders die onafhankelijk zijn al dan niet met een partij-achtergrond moeten onderwerp voor onderwerp een meerderheid vinden. Daarbij hebben ze steun aan het raadsakkoord wat hun richtsnoer moet zijn.

De vraag van dit artikel is ‘bestaat een zakencollege’.  Want één ding is niet veranderd: de lokale overheid wordt meebestuurd door een gekozen raad. Dus een zakencollege opereert in een politieke omgeving. Zoals gezegd hebben ze raadsmeerderheden nodig. Dus het vergelijk met een onderneming waar een Raad van Bestuur haar beleid uitvoert en periodiek aan de RvC verantwoording aflegt gaat enigszins maak. De RvC heeft ook wel met stakeholders rekenschap te houden en zelfs in een RvC kan gestemd worden, maar dat is in consensus-Nederland vaak niet aan de orde. Polderen en schaven zodat het vaak voor iedereen acceptabel is. Werkt dat niet dan zie je nog wel eens een RvC-lid opstappen. Synchroon lopen wel taken als de ‘controlerende taak’ en ‘het budgetrecht’.  De raad, hoewel vertegenwoordiger van 55.000, heeft echter ook te maken met een directe achterban. Een achterban die na 4 jaar ook gaat beslissen welke rol een raadslid (of wethouder) gaat krijgen. Een achterban die veeleisender zijn geworden. Soms keihard op de lijn ‘what’s in it for me’ zitten. Positief wordt gesproken over de ombudspolitiek, de schaduwzijde van die politiek (zeker als deze alleen voor een selecte groep wordt uitgevoerd) is dat deze belangpolitiek word. We zien het landelijk met partijen als 50Plus, Denk, PvD en andere partijen die primair een belang of een belangengroep dienen.

Mijn conclusie is ‘een 100% zakelijke college kan niet’.  In het zakencollege zal aandacht en ruimte zijn voor de politieke context waarin men moet opereren. Het is, ook in de komende 1,5 jaar in Hoogeveen, een vooruitgang dat er op inhoud politiek moet worden bedreven. Dat kan ook met partijgebonden wethouders, maar we proberen het nu met ‘onafhankelijke spelers’. Powerplay van een coalitie is even weg. Iedere partij draagt meer bij dan eerder. Let wel m.i. iedere ‘constructieve partij’, want er blijft wel gewoon een meerderheidspolitiek. Er zal ook meer dan ooit overlegt moeten worden. Een slim college zal ook meer dan vorige college (ondanks goede wil) overleg voeren met partijen om te kijken hoe een debat zal lopen. Waar het ‘constructieve midden’ (meerderheden zijn alleen via de middenpartijen te vinden) zich bevindt. Gezien de aantallen kan daarbij een 1-mans-partij zelfs het verschil maken. Als je uitgaat van een meerderheid + 1 partij dan is dat nog eerdere aan de orde. Profilering van CDA-gezicht zal dan ook uit de inhoud moeten komen. En dat bevalt ons eigenlijk best. Dus kwaliteit = inhoud. Dus we zouden beter kunnen spreken van een vakcollege, een college gekozen op inhoud. CDA kan daar vaak goed in mee komen dus voor ons is dit dan ook weer een kans. Over bestuurlijke kwaliteiten en politieke sensitiviteit hebben we niet te klagen gehad.

Over blijft de vraag: hoe voorkomen we dat er een té vaktechnisch college komt, een college wat ook de band met de raad in no time verloren heeft.

Het model Bergen Op Zoom lijkt daarom zo interessant. 2 wethouders uit de (lokale) politiek die openlijk het vertrouwen hebben gekregen van de raad en 3 wethouders op inhoud, drive en verandering aangetrokken. Allen 80% zodat het qua kosten in de pas loopt. Natuurlijk geen deeltijders, maar wel mensen die er zonder hoge beloning voor willen gaan. Vanuit inhoudelijke drive en passie.

In Hoogeveen staan we nu op een punt dat we maximaal 4 wethouders gaan krijgen. De profielen zijn bepaald. Het zou dus goed zijn om mensen (zeker 1 of 2) met bestuurlijk/politieke sensitiviteit in het college te krijgen. Ervaring, aanzien en vertrouwen van brede meerderheid. Zeker van het constructieve midden.  Dus….Hoe gaan we dat doen?

EJK

Artikelen over zakencolleges in andere plaatsen:

I. Veel interesse in Zwijndrechts ‘zakencollege’

In verschillende gemeentes in ons land wordt overwogen om een college van B&W te vormen volgens een “Zwijndrechts model”. Er wordt dan geen coalitie gesmeed door een paar partijen, maar een Raadsprogramma gemaakt.

“Ja, er is veel belangstelling. Ook vanuit de media. Iedereen wil weten hoe het werkt”, zegt een lachende Fred Loos. De partijleider van Algemeen Belang Zwijndrecht (ABZ) heeft er al acht jaar ervaring mee.

In veel gemeentes, waaronder Vlaardingen en Gorinchem wordt serieus gedacht aan het maken van een Raadsprogramma. Ook in Rotterdam en Dordrecht is het al geopperd als oplossing voor de versplintering.

Niks in te brengen

Als de zetels in een gemeente over veel partijen verdeeld zijn, is het lastig om een traditionele coalitie te vormen. “Dat is zo, maar dat was voor ons, VVD en ABZ, acht jaar geleden niet de aanleiding om een nieuwe weg in te slaan”, zegt Loos.

“Wij zaten acht jaar in de oppositie en hadden niks in te brengen. Toen wij de grootste partij werden dacht ik, dat moet toch anders kunnen. Laat iedereen meedoen, zet andere partijen niet buitenspel.”

Met alle partijen

Zo ontstond zowel in 2010 als in 2014 een zakencollege in Zwijndrecht. Loos: “Je maakt met alle partijen in de gemeenteraad samen één programma voor vier jaar en dat is de basis waarmee de wethouders moeten werken.”

De wethouders worden weliswaar door partijen naar voren geschoven, maar niet vanwege hun lidmaatschap van een partij, vertelt Loos: “ze moeten affiniteit hebben met hun takenpakket. Deskundige mensen dus.”

Eigen standpunten

Als grootste partij van Zwijndrecht (ABZ won drie zetels en heeft er nu acht van de 27) zou Loos veel ‘macht’ kunnen krijgen: “maar dat is nou juist wat we loslaten. Soms krijg je je zin niet, omdat een raadsmeerderheid iets anders wil.”

Hij noemt dat “hartstikke goed, want op die manier kan elke partij altijd voor z’n eigen standpunten op blijven komen en ben je niet gebonden aan een voorgebakken compromis.”

Mooie van dit model

Kritiek, dat wethouders steeds moeten lobbyen om een raadsmeerderheid te vinden voor hun voorstellen, weerlegt hij: “Da’s onzin, elke wethouder krijgt vooraf kaders gesteld door de Raad en weet dus wat er verlangd wordt.” Het mooie van dit model, zo zegt Loos, “is dat de gemeenteraad écht de baas is. En in alle openheid. Elke partij kan z’n kiezers vier jaar lang laten zien; kijk, ik doe wat we beloofd hebben, maar soms wil een meerderheid iets anders.”

II. Gemeenten overwegen wethouders met kennis van zaken

Nu de verkiezingen achter de rug zijn, begint het besturen. De nieuwe gemeenteraden starten deze week met het vormen van een college van burgemeesters en wethouders. Traditioneel kiest een coalitie van een aantal partijen de wethouders, maar het kan ook anders.

De verkiezingen van vorige week leverden in veel plaatsen zetels op voor tal van partijen. Die versnippering maakt het vormen van coalities ingewikkeld.

Om met al die fracties toch tot een werkbaar gemeentebestuur te komen, wordt in sommige gemeenten een zogenoemd zakencollege overwogen. Dat is een college waarbij de wethouders gekozen worden door de gehele gemeenteraad op basis van hun kennis van zaken.

In de 335 gemeenten waar verkiezingen zijn gehouden, zijn in totaal 2551 fracties met minstens een zetel. Een stijging van 161 fracties ten opzichte van de vorige verkiezingen. Een gemeenteraad in Nederland heeft gemiddeld bijna acht fracties.

Om zo’n zakencollege te laten slagen moet het raadsprogramma door alle partijen samen worden opgesteld en niet enkel door een coalitie van de winnende partijen, vertelt Dominic Schrijer, de burgemeester van Zwijndrecht in het NOS Radio 1 Journaal. In zijn stad in Zuid-Holland is al acht jaar zo’n zakencollege.

III. Alle partijen mogen hier kandidaten aandragen voor het college.

Dominic Schrijer, de burgemeester van Zwijndrecht

“Alle partijen mogen hier kandidaten aandragen voor het college, dat wordt gekozen door een selectiecommissie. Daardoor heb je geen coalitie en oppositie meer in de raad, maar de hele raad werkt aan één programma en de gekozen wethouders moeten het uitvoeren”, zegt Schrijer.

Een goede zaak, want samenwerken is de kracht van de lokale democratie, zegt Han Polman, voorzitter van de Raad voor het Openbaar bestuur en commissaris van de koning in Zeeland. Hij is voorstander van het zakencollege in gemeenten waar het past.

“Als de versnippering in een gemeente groot is, kan een zakencollege bijdragen aan de vraag: wat zijn belangrijke onderwerpen in onze gemeente, wat is onze werkwijze, hoe houden we koers?”

Wethouders van buiten

Toch heeft een zakencollege niet alleen maar voordelen. Besturen kan namelijk wel wat trager gaan, erkent burgemeester Schrijer. “Het college moet meer in overleg doen, maar dat creëert dan wel meer draagvlak.”

Kenmerk van het zakencollege is niet alleen dat de kandidaat-wethouders door iedere partij naar voren kunnen worden geschoven, ze kunnen ook partijloos zijn of niet binnen de eigen gemeente wonen.

Zo komen in Zwijndrecht twee van de wethouders ‘van buiten’. Dat ze nooit op de kieslijst hebben gestaan en dus niet direct konden worden gekozen, is volgens de burgemeester geen probleem. “Het zoeken buiten de gemeente maakt de vijver waaruit je vist groter, maar er moet altijd een goede balans zijn van mensen van binnen en buiten, anders wordt het wel erg experimenteel”, zegt hij.

IV. In het college moet je gewoon goede bestuurders hebben.

Han Polman, voorzitter van de Raad voor het Openbaar bestuur

Goede bestuurders zijn inderdaad het belangrijkste en niet altijd gemakkelijk te vinden, zegt Polman. “Dat de gemeenteraad wethouders benoemt die de raadsleden competent achten is formeel gewoon democratisch. In het college moet je gewoon goede bestuurders hebben.”

In Zwijndrecht wordt door de nieuwe gemeenteraad opnieuw een zakencollege overwogen. Trouw schrijft vandaag dat het zakencollege, of een vergelijkbaar alternatief, ook wordt overwogen in de gemeenten Almelo, Castricum, Heerhugowaard, Utrechtse Heuvelrug, Bergen, Vlaardingen, Gorinchem en Etten-Leur.

In Zwijndrecht is dankzij een van de voormalige oppositiepartijen jaren geleden het college open geselecteerd is en dat is uniek, zegt Schrijer. ‘Er waren vier wethoudersposities en alle partijen konden kandidaten aanleveren.’ Een selectiecommissie deed de sollicitatiegesprekken en de rest is geschiedenis.

Geen coalitie, geen oppositie

Zo hoeft een partij niet de verkiezingen te winnen om in het college te komen en is er ook nooit meer sprake van een coalitie of een oppositie. ‘De voorstellen van het college worden door de raad bekeken of er meer of minderheden voor zijn. Of je nou een wethouder levert of niet, de fractie is vrij om voor of tegen te stemmen voor het voorstel. Dan zit de politiek in de raad en tussen coalitie en oppositie.

Het is wel de bedoeling dat er jaarlijks wordt gekeken naar de voortgang en er meetbare doelen zijn. ‘Zodat je tussentijds kunt volgen of het college levert.’ Dus je kunt niet meer politiek pootje haken, want er is nooit een crisis in de coalitie en wethouders stappen niet meer tussentijds op, zegt Schrijer.

Stel: je wil een zakenkabinet, hoe pak je dat aan?

Dat het proces voor een zakencollege open moet zijn, staat buiten kijf. Maar denk ook over andere aspecten na als gemeenteraad als je dit model wil invoeren, zegt Schrijer: ‘Betrek alle fracties erbij, denk na over iemand die procesbegeleiding af en spreek een proces af zodat iedereen weet wat op welk moment gebeurt.’ En last but not least: ‘Laat een selectiecommissie voor wethouders extern ondersteunen door mensen die er verstand van hebben.’