‘Waarom nog CDA-lid’ is een blog over waarom ik nog lid ben. Afgelopen zaterdag werd ik namelijk wederom aangesproken op het feit dat ik (nog steeds) CDA-lid ben. Ik dacht daar ga ik eens een blogje over schrijven.
Waar staan we nu?
CDA is weer een regeringspartij in een Rutte-kabinet. Een premier die over zijn houdbaarheidsdatum heen lijkt te zijn. Overigens kan de staatsman Rutte dat sentiment nog wel eens doen omslaan…de omgekeerde vlaggen doen niet vermoeden dat dit snel gaat gebeuren. Daarnaast lijkt D’66 een groen liberaal geluid succesvol in (groot stedelijk) Nederland te verspreiden. En ja, het CDA is partner van deze twee liberale premiers. Het CDA heeft 14 zetels (15 minus 1 van Pieter) en een kopman die heen en weer pendelt tussen Kiev, New York, Tubbergen of Odiliapeel. En een CDA wat op een peiling van 9 zetels staat. Een partij die ooit 50 (Lubbers) of 42 (Balkenende) had…een CDA wat zelf afgelopen jaren geroepen heeft onder de 20 zetels kun je niet meer van invloed zijn….
Het CDA worstelt (zogenaamd meloen door slikken) met stikstof, maar kent nog meer moeilijke dossiers. Wat te denken van de asielcrisis die door sluitingen van AZC’s onder leiding Rutte-kabinetten hebben plaatsgevonden. Of de groeiende armoede onder hardwerkende Nederlanders. De arbeidsmarktproblemen of de effecten van de oorlog in Oekraïne zoals de gasprijs. En dan heb ik de naam van Siewert van Lienden nog niet genoemd. En als we even terug gaan in de tijd dan kun je nog het beleid van Maxime Verhagen met het gedogen van PVV, de CDA-gedeputeerden in Limburg, De CDA-ers die in Brabant met FvD aan de slag gingen en dan doen we nog als laatste het vertrek van ‘onze Pieter’ d’r bovenop….
Onze Pieter?
Het vertrek van Pieter en de situatie daaromtrent deden diverse CDA-ers opstappen. In het CDA-ledensysteem klikken deze mensen dan op het vinkje bij ‘oneens met de koers’. Natuurlijk was dat voor mij ook een moeilijke zaak. In gesprekken met Kamerleden, CDA-bestuurders en het uitgebreid bestuderen van de stukken van Pieter zelf heb ik mijn vertrek juist niet aangekondigd. Wat ik wel heel jammer vond was het feit dat Pieter op geen enkele van mijn vragen of mails gereageerd heeft. Net zo goed als hij nooit op mijn eerdere vragen rondom de pensioenproblematiek, zeker bij zware beroepen, heeft gereageerd. Ook geagiteerde verzoeken aan zijn vrouw, mijn collega, die als fractievoorzitter in Enschede acteerde, werden nooit beantwoord. Jammer. Blijf hopen dat Pieter Omtzigt zijn Christendemocratisch hart laten spreken en nog weer terug komt? Dat hij zich realiseert dat het CDA meer gaat om al die CDA-ers in het land dan om enkele bestuurders die (tijdelijk!) het CDA-besturen. En wellicht mijn 5 redenen meeweegt….ik geloof echt dat in een CDA-fractie Pieter zijn effectiviteit zou verbeteren. Hij kan zich dan weer focussen op de terreinen waar hij goed in is. Ik heb nu toch het gevoel dat hij overspoelt wordt door de dossiers die hij wil/moet oppakken….maar of hij weer in een team zou kunnen functioneren? Natuurlijk is er de Nieuwe Denktank die mogelijk Pieter willen helpen, zie daarover mijn andere blog.
Dat ik zorgvuldig met Omtzigt om ging blijkt wel uit mijn blogjes:
Nieuw sociaal en Aquino – Kreuzeman
Recht-door-zee-duo – Kreuzeman
Omgekeerde vlaggen?
In Nederland hangen al maanden de vlaggen op de kop. Eerst als actie voor de boeren, inmiddels als teken dat je het complete overheidsbeleid ter discussie wil stellen. Dat de boeren iets moeten doen is hen ook wel duidelijk, maar er is geen visie op de landbouw en er wordt geen perspectief geboden. En de provincies krijgen juist ruimte om een gebiedsgerichte aanpak toe te passen, maar die boodschap landde juist helemaal niet en zeker niet bij de buren. Alleen het kaartje bleef maar iedereen beheersen en we realiseren ons dat stikstof is niet alleen de landbouw aangaat….CDA is daar wel van doordrongen.
En daarmee is het toch wel een dossier waar het CDA kansen heeft laten liggen. In 2016 probeerde Jan-Jacob van Dijk, op dat moment provinciebestuurder in Gelderland, een onderwerp op de kaart te zetten: de macht van de supermarkten en de onmacht van de boeren.
Hij schreef er een opiniestuk over en besloot een onorthodox middel van stal te halen: de boycot. Van Dijk kondigde aan dat hij geen boodschappen meer zou doen bij Albert Heijn, de supermarkt die zegt op de kleintjes te letten maar zelf de grootste is. Daar zou het CDA ook nu wat mee moeten doen.
Zijn boycot zou je kunnen zien als een schreeuw van onmacht. Aan gesprekken had Albert Heijn geen behoefte – Johan Remkes zal het lezen met een blijk van herkenning. Van Dijk probeerde als gedeputeerde te doen wat ook toen al nodig was: veeboeren afhelpen van het ten dode opgeschreven kiloknallermodel en over laten schakelen op een duurzamere manier van werken. Maar omdat supermarkten te lage prijzen betaalden voor vlees, kaas en melk werd die ambitie in de kiem gesmoord. Veel medestand kreeg Van Dijk niet en na drie maanden stopte hij zijn boycot. Gedeputeerde is hij niet meer en waar hij nu zijn boodschappen doet, is me onbekend. Van Dijk voerde zijn eenmansstrijd nog voordat de rechters dikke rode strepen door het stikstofbeleid hadden gezet. Dat ze dat gingen doen, was in de verte al zichtbaar voor wie het wilde zien. Van Dijk laat zien dat het CDA meer is dan Den Haag.
Jan Jacob van Dijk is een Nederlandse politicoloog, politicus en bestuurder. Van april 2011 tot 1 juni 2018 was hij gedeputeerde voor de provincie Gelderland. Van september 2010 tot maart 2011 was hij lijsttrekker van CDA Gelderland. Van 3 juni 2003 tot 17 juni 2010 was hij lid van de Tweede Kamer namens het CDA. |
Heerma op pad
Op zondag 16 okt sprak Heerma na het rapport Remkes over het grotere perspectief welke hij leest in dat rapport. Hij pleit over het met elkaar spreken, het in gesprek gaan en niet door top down kaartjes het land in te sturen. Een land wat juridisch klopt, waar op de tekentafel alles op papier voor elkaar gemaakt is en waar een technische calculerende overheid meer en meer tegen over de burger komt te staan. Een land waar neoliberalisme en individualisering de overhand hebben. Daarmee wordt voorbij gegaan aan de zeggingskracht van de samenleving. Voor Heerma is het tijd voor zelfreflectie. Ook het CDA moet in de spiegel kijken. Terug naar solidair en met oog voor het algemeen belang. Bij het stikstofprobleem geld ook dat er met elkaar gepraat moet worden. Met alle marktpartijen, de voedingsindustrie, diervoerderproducenten, boerencoöperaties en natuurlijk ook de supermarketen aan tafel. En naast spreken in de SER zouden ook de PBO’s (productschappen) weer terug moeten komen. Minder vanuit de toren werken, meer van vloer naar plafond. Dat speelt ook bij Groningen en bij de toeslagen. CDA als middenpartij wil weg blijven van de sfeer van paars I, de staat voor ons allen lukt op dit moment gewoon niet. De kracht van de samenleving benutten dat is waar Heerma voor pleit. Hij spreekt zelfs over de partij van de samenleving. Mooie term….
Toch CDA-lid?
Ik heb 5 redenen bedacht waarom ik nog CDA-lid ben en zal blijven.
- Historie
CDA is een partij met een rijke historie. Een partij die veel heeft betekent voor Nederland of Hoogeveen. Een partij waarmee ik mij al sinds 1990 mee verbonden weet. Een partij die altijd heeft gewerkt aan het algemeen belang van de Nederlander. CDA is geen consumentistische one or two-issue-partij. En een partij van Christelijke huize. Een partij die heeft gestreden voor de Christelijke onderwijs, die door Abraham Kuyper Nederland heeft gevormd. Een Christelijke partij. De C van CDA – Kreuzeman is een blog waarin dat is beschreven.
‘Niet bij brood alleen’ is een tekst uit het evangelie, richtsnoer van het politieke handelen en herinnert aan de beweging van vroeger die een sterk sociaal karakter had. De christelijke traditie voor het CDA is geen gestold cultuurgoed, ‘maar een dagelijks appel om steeds opnieuw de vraag naar een rechtvaardige ordening van de samenleving te stellen.’ Dat komt tot uitdrukking in voorstellen rondom nieuwe vormen van solidariteit: ‘Het CDA wil de solidariteit opnieuw vormgeven. Niet alleen op de traditionele manier met hervormingen voor de arbeidsmarkt en in de sociale zekerheid. Werk lijkt er meer dan ooit, maar de kansenongelijkheid is ook groter dan ooit. Daarom wil het CDA eerst en vooral inzetten op bestrijding van segregatie in het onderwijs, gezond leven voor iedereen mogelijk maken en een betere toegang tot de woningmarkt voor jong en oud.’
In het mensbeeld van de christendemocratie staat de waardigheid van ieder mens als mens centraal. Je bent waardevol omdat je er bent. Los van prestaties, mogelijkheden, afkomst of maatschappelijke positie. Dat is het mensbeeld dat we als CDA’ers met elkaar delen. We zijn als mensen op elkaar gericht, relationeel. We zijn verantwoordelijk. Maar mensen zijn ook kwetsbaar, hebben soms hulp nodig of correctie. Onze politiek zal steeds opnieuw vormgegeven worden vanuit dit mensbeeld waarbij de menselijke waardigheid centraal staat. Ons beleid zal van hieruit herkenbaar moeten zijn. En als CDA’ers mogen en moeten we elkaar aanspreken als we niet vanuit dit mensbeeld handelen. Rechtvaardigheid is namelijk erop gericht deze menselijke waardigheid recht te doen. CDA zegt daarover: “Echt rechtvaardig is de samenleving in christendemocratische zin pas als een ieder de mogelijkheid heeft een bijdrage te leveren aan iets wat groter is dan hem- of haarzelf en als kwetsbare mensen een helper hebben. Zo bezien dient de rechtvaardigheid de menselijke waardigheid, de vrijheid en de verantwoordelijkheid.”
De Christendemocratie bouwt hier voort vanuit een ijzersterke traditie: al 140 jaar in Nederland, 70 jaar in Europa. Vanuit de politieke overtuiging koesteren en bevorderen zij de constructieve krachten in de samenleving. Zo krijgen de uitgangspunten van de Christendemocratie nieuwe lading als kenmerkende motieven voor de opbouwende zij aan zij-maatschappij in onze tijd. En dat brengt ons bij de grondslagen van het CDA.
- De grondslagen
Het CDA heeft in het rapport zij-aan-zij of de stukken van de heer van Zwol nogmaals haar grondslagen heeft uitgeschreven. Dit voorjaar is dat door de heer van Zwol nog eens goed op papier gezet. Hij wijst op 4 kenmerken van de Christendemocratische politiek:
- Midden in de samenleving: Herkenbaar is het CDA vooral wanneer het zich richt op verbinden en overbruggen in de samenleving. Tussen mensen, tussen belangen, tussen organisaties en tussen naties.
- Volkspartij die ieder mens telt: Het CDA staat altijd open voor de veelkleurige samenleving, een samenleving die meer is dan de optelsom van individuele belangen. De samenleving is per definitie pluriform en een volkspartij is er voor ieder mens in de samenleving. Ieder mens telt, ongeacht ras, geloof of achtergrond. We hebben oog voor hen die niet meer mee kunnen, de kwetsbaren de onderdrukten en bieden een helpende hand aan wie dat nodig heeft.
- Vaste waarden: Wij leven als mensen niet in een vacuüm; we bouwen verder op wat onze voorouders hebben opgebouwd en we moeten het leven en de aarde op de best mogelijke manier doorgeven aan volgende generaties.
- Nieuwe wegen: De Christendemocratische politiek staat niet stil, maar vormt een agenda van vernieuwing. Wij hebben vaste waarden met een blik op de toekomst, met lef om nieuwe wegen te bewandelen. Wij zijn niet bang om keuzes te maken die op de korte termijn pijn doen, maar die nodig zijn voor het land en de planeet die wij door willen geven aan komende generaties.
Het appèl van de christendemocratie aan Nederland en Europa in de eenentwintigste eeuw is: laten we elke dag opnieuw werken aan een samenleving die niet draait om “ieder voor zich”, maar om “zij aan zij”. Dat maakt onze volkspartij uniek vergeleken met alle andere politieke partijen. Dit appèl en de 4 karakteristieken laten goed zien waar de kern van de christendemocratie over gaat.
Het CDA heeft volgens Van Zwol fundamentele kritiek nooit willen schuwen. Het betekent dat we een andere mens- en maatschappijvisie hebben dan liberale en sociaalliberale partijen. Die verschillen mogen helder voor het voetlicht worden gebracht. Het betekent vanzelfsprekend niet dat we niet met andere partijen samen kunnen werken. Van Zwol stelt dat het CDA in het uitdragen van onze eigen visie op mens en samenleving een consistente lijn nodig heeft tussen vier P’s: principes, programma, profiel en personen. De komende tijd zal aan de hand van de verschillende rapporten gewerkt kunnen worden aan deze vier ‘P’s’ om een helder en eigenstandig geluid te kunnen laten horen ten opzicht van andere politieke ideologieën. De C van het CDA is van grote waarde. In het verslag-Rapport van Zwol wordt geschreven over onze uitgangspunten welke even klassiek als actueel zijn:
Die CDA-uitgangspunten zijn:
- Publieke gerechtigheid is het juiste doen, recht doen, omwille van de menselijke waardigheid. De rechtsstaat is een onmisbare voorwaarde voor de bescherming van de menselijke waardigheid. De overheid heeft de taak om mens en schepping tot hun recht te laten komen, de vrede te bewaken en het recht te onderhouden.
- Rentmeesterschap is de vraag stellen: “Zijn wij goede voorouders?” Vanuit een besef van verbondenheid tussen generaties zijn mensen geroepen tot een duurzame zorg voor natuur en cultuur en het vernieuwend en creatief doorgeven wat van waarde is.
- Solidariteit is zorg voor elkaar. Mensen zijn elkaar gegeven, ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en zijn het gelukkigst als zij in gemeenschap met anderen leven en worden gezien en gewaardeerd. Mensen die kwetsbaar zijn geworden verdienen steun, van hun zorgzame medemensen en van een beschermende overheid.
- Gespreide verantwoordelijkheid betekent dat mensen, organisaties, bedrijven en overheden een eigen en gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de schepping en het algemeen welzijn, om zowel persoon als gemeenschap te laten floreren.
Een fundamentele houding waar ik graag me bij aansluit.
- Bottom-up partij
Ik heb het CDA ervaren als een bottom-up-partij. Als raadslid dichtbij de inwoners kun je met 1 of soms 2 telefoontjes een kamerlid bereiken. Een minister is was lastiger, maar de meeste Kamerleden kun je bellen of bellen je terug als je hen dat vraagt. Niet dat kamerleden altijd alles kunnen inwilligen wat je op plaatsniveau graag geregeld wil hebben. Echter dan is er binnen het CDA nog de andere politieke kanalen. Zoals een resolutie op het congres. Een mooi voorbeeld is de kwestie van het kinderpardon of de kwestie van het leenstelsel. Beide zijn via het congres bij de bewindslieden en daarmee bij de coalitie gerealiseerd. De kwestie van het kinderpardon startte zelfs vanuit het Drentse. Ook de kwestie van het leenstelsel welke door het CDJA werd aangekaart vond ik een mooi voorbeeld. Waar ik al jaar of 4 over heb lopen drammen bij CDA tweede kamer fractie lijkt nu toch ook een klein beetje ruimte te krijgen:
- Geen politiek opportunist of baantjesjager
Natuurlijk is het ook mooi dat ik niet in de politiek zit om carrière te maken. Heb alle mogelijkheden om te solliciteren laten lopen omdat ik volksvertegenwoordiger zijn het leukste werk vind. Daarbij heb ik natuurlijk een geweldige baan bij ons gezamenlijke accountantskantoor Afier….
- Partij verlaten op dit moment
Marnix van Rij gaf aan dat de grote betrokkenheid van leden en politici de basis van het CDA zijn. Uit overtuiging lid van deze partij zijn kan ook nog als je in de regering zit en bijna-minister van financiën bent. En zoals van Rij in podcast bij betrouwbare bronnen zei: ‘als je ziet als het niet goed gaat met je partij dan kun je twee dingen doen: je kunt gaan zitten sikkepitten of toch aan de slag gaan door de afdelingen te bezoeken en met de leden in gesprek te gaan om het gezamenlijke op te pakken’. Die mentaliteit spreekt me aan. Zeker als CDA landelijk maar 9 zetels meer heeft of in Hoogeveen in 8 jaar tijd twee keer zo’n 2.500 stemmen verliest, dan zet ik d’r graag de schouders onder.
Zo heb ik 5 redenen om als CDA-er verder te gaan. Voor een land wat we willen doorgeven. Dus als me weer gevraagd wordt waarom ik dan nog steeds CDA-lid ben, dan kan ik verwijzen naar deze blog.